Michael De Cock over kritiek: ‘Theater waarover iedereen het altijd eens is, is een praatbarak’

Michael De Cock © BELGA
Peter Casteels

‘Niet iedereen hoeft de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) altijd instemmend knikkend te verlaten’, zegt Michael De Cock. Als artistiek directeur programmeerde hij er de voorstelling over Leopold II waarvoor hij zowel van binnen als buiten zijn eigen theaterhuis veel kritiek kreeg. ‘Maar het debat dat er nu is, is wel noodzakelijk.’

De KVS heeft een probleem. De heropvoering van Het leven en de werken van Leopold II, een tekst van Hugo Claus uit 1970 die in 2002 in regie van Raven Ruëll in première ging, doet in 2018 veel stof opwaaien. Het is een satire over Leopold II, gespeeld door Bruno Vanden Broecke, die als een absolute en autoritaire monarch over Congo heerst. Congolezen – gespeeld door blanke auteurs – worden erin voorgesteld als simpele bosjesmensen die alleen maar beter kunnen worden van de harde hand van de Belgische monarch.

Het racisme van Leopold II is niet van de lucht. ‘Deze satire is een pseudozelfkritiek op de kolonisatie,’ zei Gia Brassart erover in De Standaard. ‘Het dominante, witte publiek zat met deze stereotypen te lachen, terwijl ik het huilen nabij was.’ Ook een medewerker van de KVS betreurde in dezelfde krant dat deze voorstelling opnieuw werd opgevoerd. Geen enkele theaterinstelling in Vlaanderen is nochtans meer bezig met het koloniaal verleden van ons land als de KVS. Vreemd dat uitgerekend dit huis over zo’n voorstelling struikelt.

Wat vond u zelf van de voorstelling?

MICHAEL DE COCK: Hard. Het racisme wordt op een bijzonder harde manier getoond. Claus heeft dit stuk geschreven nadat hij in 1968 geridderd werd in de Orde van Leopold II. Hij was daar nijdig over, en wilde een geschiedenisles vertellen die in die tijd in geen enkele school werd onderwezen. Maar Het leven en de werken van Leopold II is dus een satire, dat ligt altijd gevoelig. Ik heb zelf ooit Koning Leopolds Alleenspraak gemaakt, een monoloog van Mark Twain uit 1905. Het is ook een satire: Leopold bestoeft daarin het werk dat hij in Congo uitricht en veegt iedereen die hem tegenwerkt de mantel uit. Twain was daarmee één van de eerste Amerikanen die kritiek had op Leopold II. Het was nochtans al een heel heikele opgave om zo’n satire goed op te voeren.

De dubbelzinnigheden van een satire heeft misschien niet iedereen even goed begrepen. Het racisme in de voorstelling is van Leopold II, en niet van Hugo Claus.

DE COCK: De vraag is of wij ons bewust zijn van wat de lach betekent. Brussel is een stad zonder meerderheid: ze bestaat uit minderheden. Maar er is nog een grote ongelijkheid tussen wie er macht heeft en wie niet, die verhoudingen zijn heel belangrijk. In principe moet er met alles gelachen kunnen worden, maar vanuit zo’n machtsverschil lukt dat niet altijd. Stel u voor dat een jongen gepest werd in zijn klas op de lagere school. Tien jaar later komt iedereen tot inkeer, maar wordt er op een satirische, ironische manier nog eens naar terug gekeken. Dat blijft kwetsend voor het slachtoffer.

Zou u die voorstelling met wat u nu weet opnieuw programmeren?

DE COCK: Die vraag is zinloos: we hebben ze geprogrammeerd en ik verdedig die keuze. Het heftige debat dat ze heeft losgemaakt is ook noodzakelijk. De reden waarom we Het leven en de werken van Leopold II terug heropvoeren is de tienjarige dood van Hugo Claus. Het hoort bij de geschiedenis van ons huis. In 2002 schreven recensenten zelfs dat met deze voorstelling een ‘nieuwe’ KVS was gearriveerd. We hebben het niet alleen opnieuw geprogrammeerd, we hebben er ook voor gezorgd dat die voorstelling werd gekaderd en dat er andere stemmen aan het woord komen. De KVS heeft ook al Slow Kinshasa gemaakt, waarin slamdichters aan het woord komen, en Kuzikiliza mee geproduceerd, waarin Pitcho Womba Konga het heeft over Lumumba.

Daarom is het des te pijnlijker dat de kritiek deels van binnenhuis komt. De Keniaanse theatermaker Ogutu Muraya zou in hetzelfde kader een voorstelling in de KVS spelen, en heeft die geannuleerd. Tunde Adefioye was heel kritisch in De Standaard, en is stadsdramaturg van de KVS.

DE COCK: Ik begrijp de reactie van Muraya, ook al vind ik het heel erg jammer. We hadden langer met hem moeten praten en dat zijn we nog altijd van plan. Ik vind het ook goed dat Tunde zijn punt heeft gemaakt. Waarom denkt u dat ik zo’n diverse artistieke staf heb samengesteld? Een debat verloopt meestal niet goed georganiseerd, het komt in schokgolven.

We hebben het de voorbije jaren in de KVS al vaker meegemaakt. Voor Rachida Lamrabet (ze hield in een video voor de KVS een pleidooi tegen het boerkaverbod, nvdr.) heeft dat zelfs tot het dramatische gevolg geleid dat ze haar baan is kwijtgeraakt. Ook over Malcolm X kregen wij veel reacties. ‘Moeten die acteurs dat allemaal op het podium van de KVS kunnen zeggen? Dan mogen ze eens meedoen en gedragen ze zich zo’, kreeg ik dan te horen. Ik wil ook geen schouwburg leiden waar alle toeschouwers elke avond instemmend knikkend naar buiten lopen. Dat is geen theater, maar een praatbarak. En dan word je als publiek alleen maar naar de mond gepraat.

Nu reageerden enkelingen ontstemd. Het overgrote deel van de zaal moest tijdens de voorstelling gewoon hard lachen met de grappen van Claus.

DE COCK: Ik kreeg daarover een mail van een leraar. Hij was met zijn klas gekomen. Al zijn leerlingen hadden heel hard zitten lachen, maar ze hebben daar achteraf uitgebreid over gesproken en schaamden zich er nadien voor. Zij begrepen dus waarover deze voorstelling ging. Maar voor wie het slachtoffer is van het racisme, blijft het altijd confronterend.

Is de kritiek ook geen voorbeeld van een overgevoeligheid? Zelfs een voorstelling die duidelijk kritisch is voor Leopold II, mag niet meer.

DE COCK: In het stuk dat Claus schreef, komt slechts één zwarte acteur voor die één woord tekst heeft. Claus deed dat toen met de middelen die hij voor handen had, en in de tijd waarin hij leefde. Vandaag zou zoiets altijd voor ophef zorgen. Nu is het ook onaanvaardbaar om met tien witte mannen in een debat over het kolonialisme te discussiëren, zelfs als ze het er allemaal over eens zijn dat dat een misdaad was. Het dekoloniseringsproces begint net met het luisteren naar de gevoeligheden van de slachtoffers. Dat zullen wij met de KVS blijven doen. In de komende seizoenen zullen we nog meer producties maken over deze thema’s en nog meer verschillende stemmen aan het woord laten.

In 2002 werd deze voorstelling voor het eerst opgevoerd. Het was een succes, en ze werd genomineerd voor het theaterfestival. Kritiek was er amper. Hoe komt dat?

DE COCK: Er is op korte tijd heel veel veranderd. Dat is het minste wat we nu wel kunnen zeggen. In 2002 leefde de discussie over onderwerpen als Zwarte Piet ook nog helemaal niet. Er zijn sindsdien dus al heel veel stemmen bij gekomen, en daar ben ik heel erg blij om. Deze thema’s leven enorm, en het is goed dat die discussies in een bruisende theaterschouwburg worden gevoerd. Daar is meer ruimte dan op Twitter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content