Thibaut Renson

‘Met wie heeft u het over de verkiezingen gehad?’

Thibaut Renson Politicoloog verbonden aan de UGent

Politicoloog Thibaut Renson plaatst een aantal vragen bij de manier waarop we onze democratie hier organiseren, en de campagnes invullen. Hij pleit voor een koppeling van de opkomstplicht aan een vorm van bijeenkomstplicht.

Na een lange en intense campagne is het morgen zover: ‘de moeder aller verkiezingen’. Wekenlang hebben media en partijen uiteengezet waar de verschillende kandidaat-vertegenwoordigers voor staan, wat ze in het verleden gedaan hebben en wat ze van plan zijn in de toekomst te doen. Morgen is het aan ons.

Morgen is het aan ons om in het stemhokje partijen en vertegenwoordigers te kiezen waarvan wij denken dat ze respectievelijk Europa, België en Vlaanderen het beste kunnen besturen. Want aangezien iedereen moet leven met de gevolgen van het beleid is dat hetgeen waar democratie om gaat: het debat over de beslissingen waar de samenleving het meeste baat bij heeft.

Met wie heeft u het over de verkiezingen gehad?

Democratie voor allen, kiezers voor zich

Cruciaal aan de vooravond van zo’n verkiezing is de vraag of we überhaupt in staat zijn om die keuze te maken. En gezien de manier waarop wij verkiezingen organiseren en onze campagne invullen, is dat antwoord negatief. We worden (de facto) verplicht om te gaan stemmen, maar worden niet gestimuleerd om het daarover te hebben met andere burgers (die miljoenen medeburgers die ook rechtstreeks geconfronteerd worden met de gevolgen van datzelfde beleid). Over verkiezingen wordt er in het beste geval eens gekeuveld aan de keukentafel, of onder de douche in de sportclub. Onder mensen die niet (radicaal) van leefomgeving verschillen (ze delen immers de keukentafel of sportclub). Er wordt met andere woorden verondersteld dat we een oordeel geven over waar het met de samenleving naartoe moet, maar we kennen enkel het perspectief van de eigen leefomgeving.

Meer nog, kranten maakten de voorbije campagne analyses van de implicaties van het vorige regeringsbeleid met uitgangspunten als ‘wat betekende de regering-Michel voor uw portefeuille?‘ en ‘bij welke partij wint u het meest?‘? Niemand ziet er graten in, velen vinden het zelfs nuttig stemadvies. Terwijl het er in een democratie net niet om gaat om waar bepaalde individuen of groepen het meest bij te winnen hebben. Ook partijen bereikten ons op sociale media op basis van onze vind-ik-leuks met op maat gemaakte advertenties en stuurden brieven met gerichte boodschappen naar specifieke religieuze of leeftijdsgroepen. Na de afgelopen campagne is het duidelijk welke partij(en) en/of kandidaten mij persoonlijk het meeste kunnen opleveren. Helaas is dat niet wat onze Verlichte denkers verstonden onder democratie en representatie.

Het is onzinnig te veronderstellen dat als iedereen kiest voor wat in zijn of haar eigenbelang is, die optelsom ervoor zorgt dat de samenleving daar het best bij gebaat is (het eigenbelang van groepen die in de samenleving minder talrijk vertegenwoordigd zijn, zullen bijvoorbeeld minder doorwegen). Maar eigenlijk gaat het niet om de negatieve beleidsuitkomst van egocentrisch stemgedrag. Het is immers ook niet zo dat verkiezingsuitslagen, coalities of beleid er plots anders zouden uitzien als we in ons individueel kiezersoordeel niet alleen rekeninghouden met de eigen leefomgeving.

Maar het zou het discours wel radicaal veranderen. Het zou kranten stimuleren om lezers te informeren over het belang van de impact van beleid op andere bevolkingsgroepen. Het zou partijen inspireren om ons hun visie op de samenleving te vertellen (zoals een ideologie per definitie veronderstelt), in plaats van zich te beperken tot de huidige lokroepen die een beperkt aantal weluitgezochte groepen van potentiële kiezers verleiden op basis van eigenbelang. Het zou ons aanzetten om de tafel te delen met kiezers waarmee we in ons dagelijks leven nooit in contact komen. Het zou met andere woorden het maatschappelijk debat in gang zetten zoals de uitvinders van verkiezingen het beoogden. En het zou vooral het democratisch gehalte van onze samenleving tussen verkiezingen geweldig versterken.

Congé (délibéré) payé

In dat opzicht was ‘Het grote gelijk’, dat onder meer door dit tijdschrift getrokken werd, ontzettend lovenswaardig; het bracht mensen samen die (radicaal) anders over de campagnethema’s dachten om te luisteren naar elkaars gelijk. Maar in een discours waarin kiezers, kranten en politici er geen graten in zien dat iedereen via verkiezingen zijn of haar eigen belang nastreeft, voelen weinig burgers zich geroepen een ander belang te leren kennen. En diegenen die zich geroepen voelen, zijn dan nog eens vooral diegenen die dergelijke confrontaties in hun dagelijks leven al opzoeken.

Als democratie het debat betreft over de beslissingen waar de samenleving het meeste baat bij heeft, dan moet het discours wijzigen. En als we het discours willen wijzigen, gaan de instituties moeten voorgaan. Een interessant idee dat de Amerikaanse professoren Ackerman & Fishkin naar voren schoven, bijvoorbeeld, is om kiezers voorafgaand aan verkiezingen samen te brengen om aan kleine tafels onder leiding van moderatoren te laten debatteren over de belangrijkste thema’s van de campagne. Mensen worden vrijgesteld van hun werk en worden vergoed voor hun participatie. In België zouden we een dergelijk burgerdebat kunnen koppelen aan de stemplicht: van opkomstplicht naar bijeenkomstplicht.

Als democratie het debat betreft over de beslissingen waar de samenleving het meeste baat bij heeft, dan moet het discours wijzigen.

Zie het als een poging om in te gaan tegen de veronderstelling dat vrije verkiezingen per definitie democratisch zijn. Er is de afgelopen campagne namelijk heel wat te doen geweest rond de (on)wenselijkheid van het niet of blanco stemmen. Maar daar stopt het debat. Niemand die het democratisch karakter van diegenen die morgen wel gaan stemmen in vraag stelt. Terwijl de praktijk waarin burgers naar de stembus trekken na een campagne waarin ze van overal – in plaats van andere burgers – aanhoorden bij welke partij zij zelf het meeste te winnen hebben, erg bedenkelijk is. Er valt zeker wat voor te zeggen, maar het heeft met democratie weinig te maken.

Thibaut Renson is politicoloog. Binnenkort verschijnt zijn essay ‘Congé (délibéré) Payé’ wordt uitgegeven bij Maklu Uitgevers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content