Memorial-organisator Cédric Van Branteghem: ‘Sekspoppen als publiek? Dat lijkt me geen goed idee’

Cédric Van Branteghem: 'Misschien wordt de Memorial het eerste internationale sportevent met publiek. Fantastische reclame!' © BELGA IMAGE

Het coronavirus was niet het doodsvonnis van de grote sportmanifestatie, meent Cédric Van Branteghem, organisator van de Memorial Van Damme. ‘De emoties van een volgepakt stadion zijn zo’n aantrekkelijke ervaring. Dat keert terug.’

Tot 31 augustus vinden er geen grote manifestaties plaats in België. Voor sportwedstrijden zette de Veiligheidsraad van vorige week de limiet op 200 toeschouwers. Maar wat na de zomer? Bij de Memorial Van Damme, het grootste sportevenement van België, zouden ze het graag weten. De atletiekmeeting staat gepland op vrijdag 4 september, maar in welke vorm, dat weet ook Cédric Van Branteghem niet. De 41-jarige oud-atleet volgde in 2017 Wilfried Meert op als directeur van de Memorial. ‘Het enige wat ik op dit moment kan bevestigen, is dat de Memorial Van Damme met zekerheid doorgaat’, zegt de gewezen Belgische recordhouder op de 400 meter en ooit het idool van de broers Borlée. ‘We hebben aan alle scenario’s gedacht, zelfs een Memorial vanuit ons kot, maar het ziet ernaar uit dat de meeting plaatsvindt in het stadion, wellicht met een beperkt publiek.’

Als de Olympische Spelen volgend jaar doorgaan, dan zullen we daar ongelooflijke prestaties zien.

Hoeveel volk hoopt u in september te mogen ontvangen?

Cédric Van Branteghem: Het streefcijfer is ongeveer 10.000 toeschouwers. Het Koning Boudewijnstadion heeft 50.000 plaatsen. Je kunt de fans dus uit elkaar zetten en hen groeperen in hun sociale bubbel. Hopelijk evolueert de situatie gunstig en kan er begin september meer.

Is zo’n afgeslankte Memorial rendabel?

Van Branteghem: Dat kan niet, met amper een vierde van de normale ticketinkomsten en sponsors die op de rem staan – al haken ze niet af, daar zijn we hen dankbaar voor. Dit jaar komt de Memorial onmogelijk uit de kosten, toch vinden we het onze plicht om hoe dan ook een meeting op poten te zetten. De Memorial Van Damme is een instituut met een erfenis en een boodschap van positivisme en passie voor de sport. Het zou een vreselijk signaal zijn om hem te schrappen, al was het voor één jaar. Dat hebben we zelfs niet overwogen in de strengste weken van de lockdown, toen niemand wist hoe het verder moest.

We hopen op een beetje steun van de overheid, want het Koning Boudewijnstadion coronaproof maken betekent een serieuze investering. Er zijn makkelijk argumenten voor zo’n steun te vinden. Misschien wordt de Memorial het eerste internationale sportevenement met publiek. Dat zal wereldwijd worden opgepikt: fantastische reclame voor de Belgische sport.

U draagt als organisator wel een zware verantwoordelijkheid. De universiteit King’s College London onderzocht de Champions Leaguematch Liverpool-Atlético Madrid en de paardenrace van Cheltenham, die plaatsvonden vlak voor de lockdown. Die evenementen bleken virusbommen.

Van Branteghem: De allereerste bekommernis is natuurlijk de veiligheid. Ik zou het als organisator niet op mijn geweten willen hebben dat het misgaat.

Ik denk wel dat je de situatie voor en na de uitbraak amper nog met elkaar kunt vergelijken. De maatschappij is veranderd, en dan heb ik het niet alleen over handen wassen. Ook nu de lockdown wordt versoepeld, keert de zorgeloosheid van voordien niet terug. Mensen blijven voorzichtig, en maar goed ook want het is en blijft een erg gevaarlijk virus.

Nu moeten we mondjesmaat evolueren naar een ‘nieuw normaal’, dat rekening houdt met corona en toch aangenaam en leefbaar is. Dat gaat ons lukken, je voelt dat al.

Welke atleten zult u kunnen uitnodigen?

Van Branteghem: Geen idee. Welke grenzen zullen open zijn? Ik verwacht dat er voor Europese atleten geen probleem zal zijn. In principe kan dat nu al: je mag reizen voor je werk en die atleten zijn profs. Ook in Afrika lijkt het virus onder controle.

Maar de Amerikanen zijn normaal gezien de vedetten.

Van Branteghem: Dat klopt, maar staar je daar niet op blind: de fans kijken op de Memorial nog het meest uit naar de Belgische toppers. Natuurlijk wil ik er graag Amerikanen bij hebben, maar mogen zij al overvliegen? En zijn ze zeker dat ze terug raken? We staan in contact met Amerikaanse topatleten. Als het niet lukt, kunnen we hen nog altijd afzeggen.

De ticketverkoop gaat ondertussen gewoon door en loopt verbazend vlot, we staan er zelf van te kijken. Meteen na de Memorial zijn er altijd trouwe fans die hun stoeltje vastleggen voor het jaar erop. Maar ook tijdens de lockdown bleven er bestellingen binnenkomen en dat trekt nog aan nu de maatregelen werden versoepeld. Vermoedelijk denken die kopers: als de Memorial plaatsvindt met een beperkte bezetting, kan ik er beter nu al bij zijn.

'De broers Borlée hebben nog minstens één topjaar in zich.'
‘De broers Borlée hebben nog minstens één topjaar in zich.’© BELGA IMAGE

Hoe gaat dat eruitzien op tv? Bundesligamatchen zonder supporters bleken het bekijken niet waard.

Van Branteghem: Het scheelt een stuk qua beleving, maar atletiek is daar minder gevoelig voor dan voetbal. Op het laatste WK in Doha zat er nauwelijks volk in het stadion. Dat is niet leuk, maar de sportprestaties hebben er niet onder geleden. En omdat het goed gefilmd werd, bleef het voor de televisiekijker aantrekkelijk.

Denken jullie aan technologische oplossingen? Een geluidsband met gejuich of zelfs een virtueel publiek?

Van Branteghem: Die oplossingen zijn óf niet bevredigend óf onwaarschijnlijk duur. Je zoekt het beter niet te ver. In Azië zag ik honkbalwedstrijden waarbij het publiek werd vervangen door levensgrote foto’s in karton. Wie heeft daar wat aan?

In Zuid-Korea gebruikte men zelfs sekspoppen.

Van Branteghem: Om meerdere redenen lijkt me dat geen goed idee. (lacht) Laten we ons concentreren op de essentie: goeie sport. Wel gaan we met animatie voor extra sfeer zorgen. Het zou jammer zijn als het Koning Boudewijnstadion kil aanvoelt.

In de eerste weken van de coronacrisis werd gezegd dat dit het einde betekende voor grote sportmanifestaties, maar dat geloof ik niet. De emoties van een volgepakt stadion zijn zo’n aantrekkelijke ervaring, vroeg of laat keert dat terug. In het slechtste geval pas als er een vaccin is.

De atleten branden wellicht van ongeduld om weer in competitie te treden?

Van Branteghem: Mijn gsm staat roodgloeiend! ‘Weten jullie al welke events?’ ‘Ik mag er toch bij zijn?’ De meesten beseffen ook dat de marktwaardes in dit rare jaar flink zijn gezakt, al heb je er altijd die blijven dromen.

Mentaal, fysiek en technisch laat deze gedwongen pauze sporen na. Er zijn ook grote verschillen tussen de landen. In België konden atleten bijna ongehinderd verder trainen, in Frankrijk of Spanje zaten ze min of meer opgesloten. Renaud Lavillenie (Franse gewezen olympisch kampioen, nvdr) heeft een polsstokstand in zijn tuin, maar voor de anderen moet dat zwaar zijn geweest.

Toch denk ik dat de lockdown voor veel atleten een weldaad zal blijken te zijn. Als de Olympische Spelen volgend jaar doorgaan, dan zullen we daar ongelooflijke prestaties zien. Atleten leven van WK naar EK naar Spelen. Hun wereld draait maar door, nooit kan de riem eraf. In 2007 stond ik door een blessure een jaar aan de kant. Toen was ik boos, vandaag noem ik dat het beste wat me had kunnen overkomen. Eindelijk tijd om na te denken! Ben ik wel op de juiste manier aan het trainen? Hoe kan ik beter worden? Welke doelen tellen echt voor mij? Je moet het atletieknieuws eens doorspitten: opvallend veel atleten voeren nu een trainerswissel door.

Dat doen ook uw vroegere kameraden van de Belgische estafetteploeg. De broers Borlée gaan in zee met de Franse sprintcoach Guy Ontanon.

Van Branteghem: Fantastisch dat zij op zoek blijven gaan naar nieuwe impulsen. Iedereen ging ervan uit dat Kevin en Jonathan na deze zomer zouden stoppen, maar zelf heb ik dat nooit geloofd. De Borlées hebben nog minstens één topjaar in zich en kunnen hun carrière daarna nog zeker twee of drie seizoenen rekken.

De oudste Borlées zijn 32: hoogbejaard voor sprinters. Het uitstel van de Spelen is voor hen toch een drama?

Van Branteghem: Mentaal was het uitstel van Tokio uiteraard zeer moeilijk, maar de rust was welkom. Zeker voor Jonathan, die de laatste jaren pech kende met blessures. Zwemmer Pieter Timmers zegt dat hij het beu is om elke dag de tegels in het zwembad te tellen en dat kan ik goed begrijpen. Maar Kevin en Jo? Die branden nog van ambitie.

Het zal voor hen eerder gebeuren in de estafette dan in de individuele sprint, maar dat is al langer zo. En dan denk ik: 2021 biedt meer mogelijkheden dan 2020. De tweelingbroers kunnen hun lichaam laten recupereren, Dylan Borlée pikt ervaring op en de opkomende man Jonathan Sacoor wint nog een jaar.

In maart 2019 hield de Belgische voetbalbond een persconferentie over de verbouwing van het Koning Boudewijnstadion, de thuisbasis van de Memorial Van Damme. Hoe staat het ondertussen met die fameuze Golden Generation Arena?

Van Branteghem: Er is al een hele tijd geen nieuws. De plannen zijn grotendeels rond, maar iedereen aan tafel besefte dat we pas knopen konden doorhakken wanneer er een federale regering was. Toen kwam corona en vielen de gesprekken stil.

Dat verhaal sleept al vijftien jaar aan. Alle scenario’s zijn al de revue gepasseerd, maar finaal gebeurt er niets op de Heizel. Hoelang kan dat aftandse stadion nog mee?

Van Branteghem: Goeie vraag. Vanuit de Memorial hopen we vooral op duidelijkheid. We willen bijvoorbeeld graag de looppiste vervangen, maar zulke kosten maak je niet wanneer je niet weet hoe de rest van de verbouwing eruitziet. Als we opnieuw een volwaardig stadion hebben, komen er mogelijkheden. De Europese atletiekbond trekt aan onze mouw: Brussel heeft al sinds 1950 geen EK meer georganiseerd. Terwijl wij het centrum van Europa zijn en onze atleten keer op keer Europese medailles winnen.

Waarom niet ineens een WK?

Van Branteghem: Ook dat kan. Sebastian Coe van World Athletics heeft er ons al over aangesproken. Ik ben bereid, maar laten we eerst op het Europese niveau mikken. Tegenwoordig kun je EK’s van meerdere sporten bundelen. Die formule bleek in Glasgow in 2018 een enorm succes. Ik droom luidop: het EK atletiek in Brussel, het EK wielrennen in de streek van de Ronde van Vlaanderen, het EK mountainbike in Houffalize en het EK roeien aan de Watersportbaan in Gent. Zou dat niet fantastisch zijn?

Hier in Zweden spelen en sporten mijn dochters acht uur per dag buiten. Zoiets bestaat in België niet meer.

U woont met uw gezin in Zweden, dat als enige westerse land niet in lockdown ging. Was u er gerust op?

Van Branteghem: In het begin niet. Op 12 maart ben ik halsoverkop teruggevlogen vanuit België, waar toen de sfeer van het einde der tijden hing. Scholen gingen dicht, de horeca moest op slot, het luchtverkeer viel nagenoeg stil. Het was surreëel om dan in Zweden te landen, waar niets van dat alles gebeurde. Mijn twee dochters hadden net een stevige verkoudheid. Dat kocht tijd: we hebben hen een week thuis gehouden. De school vroeg hoe dan ook om bij signalen van ziekte extra voorzichtig te zijn. Die week ging het in de rest van Europa van kwaad naar erger. ‘We zijn in oorlog!’, zei Emmanuel Macron op televisie. En die Zweden deden rustig verder. De school gaf toen het dwingende advies om onze meisjes opnieuw te laten komen, ze zijn immers schoolplichtig. Mijn jongste zus, die dokter is, ging akkoord. Kinderen leken minder vatbaar voor het virus. Vandaag blijkt dat inderdaad te kloppen, maar ik praat over eind maart, toen nog zo veel onduidelijk was. Het viel niet mee om die paniek aan de kant te schuiven en mijn meisjes af te zetten aan de schoolpoort.

Dus ze vertrokken, ook naar hun voetbalclub, want ook dat bleef doorgaan. En toen… gebeurde er niks. Langzaamaan begon ik geruster te worden.

Als ik het goed begrijp, was er geen officiële lockdown in Zweden, maar kwam het daar in de praktijk wel op neer.

Van Branteghem: Dat is een juistere samenvatting dan hetgeen je meestal in de Belgische pers leest. Zo goed als niks was officieel verboden, maar de adviezen van de overheid lieten weinig aan de verbeelding over. Het grote verschil is dat je in Zweden niet hoeft te zwaaien met verboden. Zweden hebben een enorm plichtsbesef. Iedereen houdt zich aan de regels. Zo werd er aangeraden om enkel te winkelen wanneer je iets echt nodig had. Ik had Belgische beelden gezien en verwachtte hamstergekte toen ik de eerste keer naar de winkel ging, maar nee, iedereen deed kalm zijn inkopen. Er was nauwelijks volk, zoals de regering had gevraagd.

Ook de restaurants en de winkelstraten waren maandenlang zo goed als leeg. Als ik in de Belgische pers beelden zag van vijftien Zweden op een caféterras, dan dacht ik: wauw, die fotograaf moet lang hebben gezocht. En hij moet een breedhoeklens hebben gebruikt. Niet dat alle Zweden heilige boontjes zijn. Er zijn cafés gesloten die zich niet aan de regels hielden, maar zo’n nieuwsbericht passeert zelden de grenzen.

Als het bij alleen raadgevingen blijft, zouden Belgen dat ‘onduidelijk’ noemen. Als het een beetje mag, dan doet iedereen zijn zin.

Van Branteghem: Zweden zijn zo niet. De overheidscommunicatie was ook erg goed – nog een verschil met België. (lacht) De premier zei: ‘Wij laten meer toe dan andere landen, maar we hebben dit goed bestudeerd en we geloven in onze strategie. Als de bevolking zich niet aan de richtlijnen houdt, moeten ook wij strenger worden.’ Dat hameren op de eigen verantwoordelijkheid werkt hier fantastisch.

Social distancing was voordien al de norm in Zweden. Je geeft geen hand, laat staan een kus. Kom je iemand tegen, dan zeg je hej hej – Zweeds voor hallo – en de kous is af. Zweden van verschillende generaties wonen ook zelden met elkaar samen. Na de humaniora verlaat je het huis voor een studentenstad een paar honderd kilometer verderop. En in het weekend terugkeren om je was af te geven zou men raar vinden.

Zou het kunnen dat Zweden gezonder leven en dat het coronavirus daarom minder sterk heeft huisgehouden?

Van Branteghem: Daar ben ik van overtuigd. Acht uur per dag zijn mijn dochters buiten, om te spelen, te ravotten of te sporten. Wanneer het slecht weer is, kleden ze zich daarop. Simpel. Zoiets bestaat in België niet meer. Zweden roken niet, ze eten gezond en zijn doorgaans erg sportief. Het laat zich raden dat ze minder kwetsbaar zijn voor ziektes.

Toch moet je oppassen met het vergelijken van landen. In de Zweedse pers heeft men het veel over Noorwegen en Finland, die wel in lockdown gingen en amper doden tellen. Voorstanders van het Zweedse beleid benadrukken dat die landen dunner bevolkt zijn dan Zweden. Maar als je die redenering doortrekt: de Belgische bevolkingsdichtheid is zeventien keer hoger dan die van Zweden. Dus wie heeft er dan gelijk?

Het land kent hoge zelfmoordcijfers.

Van Branteghem: Ook dat zit in de cultuur. De donkere maanden duren langer in Scandinavië en dat weegt op het gemoed. En omdat mensen elkaar niet opzoeken, loert de eenzaamheid om de hoek. Ik las onlangs dat zestig procent van de Zweedse veertigplussers alleen woont. Zweden haalt in alles de top: qua gezondheid, schoolresultaten, welvaart en geluk. Maar als je ernaast valt, en je ziet dat het andere mensen wél voor de wind gaat, dan kan ik me indenken dat dat pijn doet.

Cédric Van Branteghem

– Geboren in Gent op 13 maart 1979

– 2002: loopt de EK-finale op de 400 m en wint zijn eerste van twee Gouden Spikes

– 2003: brengt het Belgisch record op de 400 m op 45’02

– 2004: halve finale op de 400 m op de Olympische Spelen van Athene

– 2008: finale op de 4×400 m op de Olympische Spelen van Peking

– 2010: wint EK-brons op de 4×400 m en stopt met atletiek

– 2017: aangesteld tot meeting director van de Memorial Van Damme

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content