De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling heeft beslist dat Mehdi Nemmouche, de vermoedelijke dader van de aanslag in het Joods Museum in Brussel waarbij vier mensen stierven, aangehouden blijft.
De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) heeft donderdagavond beslist dat Mehdi Nemmouche, de vermoedelijke dader van de aanslag in het Joods Museum in Brussel waarbij vier mensen stierven, aangehouden blijft. Dat meldt het federaal parket.
Eerder had de Brusselse raadkamer zijn aanhouding al bevestigd maar zijn advocaten waren tegen die beslissing in beroep gegaan, zonder evenwel voor de KI de vrijlating van hun cliënt te bepleiten.
Nemmouche wordt verdacht van de aanslag op het Joods Museum op 24 mei, waarbij vier mensen het leven lieten. Op 30 mei kon hij in de Franse stad Marseille gearresteerd worden. In zijn bagage werden wapens gevonden die lijken op de wapens die bij de aanslag gebruikt werden alsook een grote hoeveelheid munitie van een zwaar kaliber en een vlag van de terreurgroep Islamitische Staat (IS, voorheen ISIL).
Bovendien werd ook een video aangetroffen waarop een man, vermoedelijk Nemmouche, zegt dat hij de feiten in Brussel gepleegd heeft, terwijl hij zijn wapens en kleren filmt. Meesters Sébastien Courtoy en Henri Laquay, de advocaten van Mehdi Nemmouche, hadden beroep aangetekend tegen de beslissing van de Brusselse raadkamer om de aanhouding van hun cliënt te bevestigen maar vroegen voor de KI niet om zijn vrijlating.
Voor de zitting van donderdagvoormiddag verklaarde meester Courtoy dat hij enkel de rechters van het hof van beroep op de hoogte wilde brengen van de stand van zaken van het onderzoek in afwezigheid van de onderzoeksrechter. Na de zitting drukte hij zich raadselachtiger uit. “De rechters van het hof hebben nu gehoord waarom we in beroep zijn gegaan, het publiek heeft er maar het raden naar”, zei de strafpleiter. (belga/SD)
