Mechels schepen misnoegd over uitspraken Sensoa over aanranding Technopolis

© Belga

Na het incident van dinsdag in het Mechelse doe-centrum Technopolis waarbij zestien minderjarige meisjes werden aangerand door vier mannelijke leeftijdsgenoten, verklaarde Sensoa aan VTM Nieuws dat het begrip ’toestemming’ voor jongeren een relatief begrip is.

Sensoa pleitte dan ook voor een gesprek met die jongeren, liever dan een strafrechtelijk gevolg. Een uitspraak waar eerste schepen en Vlaams parlementslid Marc Hendrikcx (N-VA) zich vragen bij stelt. Hij vraagt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen om uitleg over de opdracht die Sensoa van de Vlaamse regering kreeg.

Sensoa verklaarde dat jongeren die beginnen experimenteren met relaties en seksualiteit nog niet weten waar de grenzen liggen en dat toestemming voor hen een relatief begrip is. “De beste manier om te reageren, is om met die jongeren in gesprek te gaan. Gepast reageren is dan ook beter dan een strafrechterlijke vervolging”, klonk het.

Voor Mechels eerste schepen Marc Hendrickx kunnen deze uitspraken niet door de beugel. “De manier waarop een centrum dat als autoriteit geldt in deze materie manifest seksueel misbruik schijnt te vergoelijken en relativeren, roept vragen op”, zegt hij. “Jongeren van veertien die in groep zestien meisjes betasten tegen hun wil, tot in de damestoiletten toe, worden voorgesteld als ‘experimenteren met relaties’, zonder dat men zou beseffen dat er een grens wordt overschreden. Dit gaat in tegen het lik-op-stukbeleid dat de stad Mechelen vorig jaar invoerde in haar actieplan tegen seksuele intimidatie. Sensoa is voor driekwart van haar financiering afhankelijk van de Vlaamse overheid. In ruil daarvoor dient zij als officiële partnerorganisatie onder meer te helpen om “seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomen.”

Hendrickx wil nu van Vandeurzen horen wat hij van deze uitspraken vindt, in welke mate zij overeenkomen met de visie van de Vlaamse regering en of ze stroken met de opdracht van Sensoa.

Partner Content