Het aantal Belgen dat tijdens hun ziekteperiode een flexi-job uitoefent, is sinds 2020 verdriedubbeld tot 2415. Mag dat eigenlijk zomaar, op een andere plek gaan werken terwijl je officieel ziek thuis zit? Knack vroeg het aan Ingrid Rodaer, specialiste arbeidsrecht bij vakbond ABVV.
‘Steeds meer langdurig zieken houden er tijdens hun ziekteperiode een flexi-job op na’, schrijft Het Laatste Nieuws. ‘Waren er in 2020 nog 769 Belgen die tijdens hun ziekte een nevenjob uitoefenden, dan waren dat er vorig jaar al 2415.’ Volgens de krant zitten er ook 245 mensen met een burn-out tussen, en is ruim de helft van de zieke flexi-jobbers in de horeca aan de slag.
‘Iemand die ziek en arbeidsongeschikt is mag juridisch gezien en onder bepaalde voorwaarden wel degelijk thuis of elders een andere job of activiteit uitoefenen’, zegt Ingrid Rodaer, directeur van het Sociaal Departement van de socialistische vakbond ABVV.
Dat klinkt op het eerste gezicht toch vreemd?
Ingrid Rodaer: Wanneer je ziek bent en je dient een ziekteattest in bij je werkgever, dan ben je ongeschikt verklaard om het werk te verrichten dat je bent overeengekomen met je werkgever. Simpel gezegd betekent dat dat je wel nog ander werk mag gaan doen. Maar dan mag dat ander werk natuurlijk je genezingsproces niet in gevaar brengen of uitstellen.
In de praktijk wordt gekeken wat dat ander werk precies inhoudt. Gaat het om een soortgelijke activiteit of niet? Is het misschien zelfs een zwaardere activiteit dan die bij je huidige werkgever waarvoor je ziek bent verklaard? Dat moet je geval per geval nagaan. Maar je kunt tijdens je arbeidsongeschiktheidsperiode dus wel bij een andere werkgever aan de slag gaan.
Dat staat zelfs los van flexi-jobben?
Rodaer: Inderdaad. Daar bestaat heel wat rechtspraak over in België. Bijvoorbeeld over een verkoopster die lessen bedrijfsbeheer gaat volgen tijdens de schorsing van haar arbeidsovereenkomst. Of een apotheker die ziek is ten gevolge van een angststoornis en een depressie, en in een andere apotheek dan die van zijn werkgever een stage gaat volgen gedurende één dag in de week. Of een bewakingsagent die arbeidsongeschikt is verklaard ten gevolge van angstaanvallen en die tijdelijk in een ijssalon aan de slag gaat.
‘Een bewakingsagent die arbeidsongeschikt is verklaard ten gevolge van angstaanvallen en die tijdelijk in een ijssalon aan de slag gaat: van de rechtbank mag het.’
In al die gevallen oordeelde de rechtbank dat het mag?
Rodaer: Precies. De rechter gaat na of het een lichtere activiteit betreft dan je oorspronkelijke job, of die het herstel niet in gevaar brengt of vertraagt, enzovoort. Je medische problematiek op zich zal ook een rol spelen. Ben je als schrijnwerker arbeidsongeschikt omdat je een ontsteking hebt aan je pols, maar je gaat toch aan de slag in een ander bouwbedrijf en je wordt daar betrapt, dan wordt het moeilijk. Dat kan mogelijk de aanleiding zijn voor een ontslag om dringende reden.
Enkel in de eerste vier werken van je afwezigheid moet je werkgever instaan voor je gewaarborgd loon?
Rodaer: Dat is het geval voor bedienden, bij arbeiders is dat twee weken. Maar daarna is het je ziekenfonds dat voor je ziekte-uitkering moet zorgen. En dan zitten we in een ander verhaal. In dat geval moet je de toelating hebben van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds om opnieuw aan de slag te kunnen gaan.
We spreken dan over progressieve werkhervatting. Om je terugkeer naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, wordt gekeken of het mogelijk is om aangepast werk te doen bij je huidige werkgever. In tweede instantie, als dat niet gaat, is aangepast werk bij een andere werkgever misschien een optie. In principe kan dat. Je bespreekt dat dan wel het best met je huidige werkgever, om niet in de problemen te komen. Dialoog is zeer belangrijk. Maar opnieuw aan de slag gaan tijdens je arbeidsongeschiktheid kan zeker een positief verhaal betekenen.
Het Laatste Nieuws brengt het verhaal van een afwasser in loondienst die ziek viel, maar vervolgens afwassend werd betrapt in een andere horecazaak.
Rodaer: Dat is duidelijk een gelijksoortige activiteit. Vraag is dan wat precies de medische problematiek was? In zo’n dossier moet je verschillende elementen in aanmerking nemen vooraleer je als werkgever kunt overgaan tot een ontslag om dringende reden.
‘Eind 2023 waren er 78.752 toegelaten werkhervattingen voor 493.681 invalide loontrekkenden. Over hen hoor je bijna nooit iets.’
Wat vinden jullie als vakbond van mensen die tijdens hun ziekteperiode gaan flexi-jobben?
Rodaer: Het standpunt van het ABVV over flexi-jobs is bekend. Het gaat om een uitholling van de sociale zekerheid. Het aantal flexi-jobbers in België zit duidelijk in stijgende lijn – idem voor het verlies aan inkomsten voor onze sociale zekerheid. En er zijn ook nog andere onwenselijke en perverse effecten van van flexi-jobs, zoals de verdringing van reguliere stabiele werkgelegenheid en een verlies aan inkomsten voor de overheidsfinanciën.
En hoe kijken jullie dan naar het nieuws van vandaag, dat er in België 2415 zieke werknemers zijn die flexi-jobben?
Rodaer: Het gaat om zeer marginale cijfers. Als je die afzet tegen het totaal aantal langdurig zieken – 526.507 personen in 2023 – dan gaat het om een zeer beperkt fenomeen.
Het aantal mensen dat met toelating van de adviserend geneesheer een activiteit uitoefent in het kader van progressieve werkhervatting, ligt ook veel hoger. Eind 2023 bijvoorbeeld waren er 78.752 toegelaten werkhervattingen voor 493.681 invalide loontrekkenden. Over hen hoor je bijna nooit iets, maar zeer veel zieken zijn dus al progressief aan de slag bij hun werkgever. Die mensen blijven onderbelicht. Nochtans is dat volgens ons net de weg vooruit: progressieve werkhervatting bij de huidige werkgever in de mate van het mogelijke, via aangepast werk.
Hoe organiseer je zoiets heel concreet?
Rodaer: We zijn voorstander van een collectief re-integratiebeleid waarbij werknemers aangepast werk kunnen krijgen in functie van hun medische problematiek, om bij hun huidige werkgever geleidelijk aan weer aan de slag te kunnen gaan. Daar kijken we natuurlijk ook naar de werkgevers om inspanningen te leveren en een steentje bij te dragen.
Dat verhaal in Het Laatste Nieuws belicht één iemand die mogelijk een activiteit heeft verricht die niet samengaat met ziek zijn. Uiteraard vinden wij als vakbond het niet kunnen dat sommige mensen er de kantjes af lopen. Maar laten we vooral inzetten op preventie, een collectief re-integratiebeleid binnen bedrijven en aangepast werk waar mogelijk.
Belangrijk: als je het werk ‘progressief’ hervat, krijg je dan een vermindering van je ziekte-uitkering?
Rodaer: Dan ontvang je een deeltijds loon voor de tijd die je aan het werk bent, in combinatie met een ziekte-uitkering voor de tijd dat je arbeidsongeschikt bent.
Als je werknemer of werkzoekende bent bij de start van de arbeidsongeschiktheid, dan blijft je uitkering hetzelfde wanneer je maximaal 20 procent van een voltijdse job aan het werk bent. Als je meer uren werkt dan die 20 procent, dan neemt je uitkering geleidelijk aan af. Het is opmerkelijk dat wie aangepast werk als zelfstandige doet zijn uitkering tot het einde van de zesde maand niet verminderd ziet.
Let wel op: bij een progressieve werkhervatting, waar je deeltijds terug aan het werk gaat, geldt er een ‘neutralisatie’ van het gewaarborgd loon voor de eerste 20 weken.
Wat betekent dat in mensentaal?
Rodaer: Als je binnen die periode opnieuw ziek wordt, val je direct terug op een uitkering van het ziekenfonds, zonder dat de werkgever opnieuw gewaarborgd loon moet betalen.
Na die 20 weken geldt de gewone regelgeving opnieuw: bij een nieuwe volledige arbeidsongeschiktheid kan de werkgever opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd zijn.
Arizona besliste om die regel af te schaffen met ingang van 1 januari 2026. Dat betekent dat iemand die het werk progressief hervat en opnieuw 100 procent ziek valt, ook al is dat wegens een andere medische oorzaak, onmiddellijk terugvalt op de ziekte-uitkering. Niet alleen het ABVV, maar ook de Raad van State heeft zich daar heel kritisch over uitgesproken.
Ziekenfonds CM reageert: ‘Niet meer of minder risico op misbruik dan bij andere beroepsactiviteiten’
‘Bij de CM-leden zijn er 850 mensen in arbeidsongeschiktheid deeltijds terug aan het werk via een flexi-job’, zegt Luc Van Gorp, voorzitter van het CM Gezondheidsfonds. ‘Of het nu een flexi-job is of een andere job speelt voor arbeidsongeschiktheid en de regelgeving geen rol. Het gaat erom dat het een beroepsactiviteit is, en die mag je enkel combineren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering in bepaalde gevallen.’
Je kunt immers als persoon in arbeidsongeschiktheid deeltijds opnieuw aan het werk gaan via het systeem van de gedeeltelijke werkhervatting. Daarvoor moet je een toelating aanvragen bij je adviserend arts. ‘Die evalueert of de aard én het volume van het werk verenigbaar is met je gezondheidstoestand’, zegt Van Gorp. ‘Dat hoeft niet bij dezelfde werkgever te zijn. De adviserend arts kan niet controleren of er een akkoord is van de oorspronkelijke (hoofd)werkgever om elders het werk te hervatten, of niet.’
Is er risico op misbruik? ‘Niet meer of minder dan bij andere beroepsactiviteiten. We krijgen als ziekenfonds elk trimester een overzicht van de activiteiten die leden in arbeidsongeschiktheid uitvoeren. Als daar een beroepsactiviteit bij zit waar een adviserend arts geen toelating voor heeft gegeven, volgt een sanctie: het terugvorderen van de uitkering voor elke gewerkte dag, en een evaluatie van de arbeidsongeschiktheid door een adviserend arts. We zijn ervan overtuigd dat geleidelijk terug aan het werk gaan loont, en dat gedeeltelijke werkhervatting een goede manier is om te re-integreren. Maar misbruiken maken van het systeem kan natuurlijk niet.’