Ann Peuteman

‘We moeten ons vaker overgeven aan ongegeneerde luiheid en zelfverwennerij’

Goblin mode of koboldmodus is in het Verenigd Koninkrijk tot woord van het jaar uitgeroepen. ‘Hoog tijd dat we onze innerlijke kobold wat vaker loslaten’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag. ‘Het kan ontzettend goed doen om je even helemaal niets te hoeven aantrekken van hoe jij, je huis of je leven eruitziet.’

Je slaapt tot je vanzelf wakker wordt en ontbijt dan met een croissant die druipt van de roomboter. Vervolgens ga je in pyjama op de bank liggen terwijl je door je sociale media scrolt en tegelijkertijd een Netflix-serie bingewatcht. Rechtstaan doe je alleen om je oplader te halen, een zak chips te pakken of naar het toilet te gaan. Krijg je écht trek, dan bestel je gewoon een pizza. Opruimen of poetsen is nergens voor nodig, want je laat toch niemand binnen. Zelfs douchen doe je pas als je daar zin in hebt.

Herkent u die staat van ongegeneerde luiheid en zelfverwennerij? Dan bent u niet alleen. De Britten hebben daar zelfs een term voor bedacht die vorige week tot Oxford Word of the Year werd uitgeroepen: goblin mode. Koboldmodus in het Nederlands. Voor wie niet thuis is in de wereld van mythische figuren: een goblin of kobold is een soort aardmannetje.

‘Eén virus, meer was er niet nodig om onze obsessie met uiterlijk vertoon te temperen. Voor even toch.’

Het zal u niet verbazen dat het woord vooral in de pandemie ingeburgerd is geraakt. In tijden van lockdowns en telewerken was er geen enkele reden om ons druk te maken over ons eigen voorkomen of dat van ons huis. Hoogstens moesten we de bovenste helft van ons lijf af en toe wat fatsoeneren om voor een zoomsessie in te loggen. Verder konden we alle présence laten varen en dat voelde – laten we eerlijk zijn – als een verademing. Zelfs als we dan toch even de straat op gingen om te applaudisseren of onze benen te strekken, keek niemand ervan op als we niet waren opgemaakt, onze haren al even niet meer hadden gewassen of een tot op de draad versleten hoodie droegen. Zelfs op Instagram en TikTok lieten zowel onbekende als wereldberoemde mensen in alle openheid hun innerlijke kobold zien. Sterker nog: ze pakten ermee uit. Eén virus, meer was er niet nodig om onze obsessie met uiterlijk vertoon te temperen.

Voor even toch. Zodra het grootste gevaar een beetje leek afgewend en we onze huizen weer de hele tijd uit mochten, lag de lat net zo hoog als ervoor. Niemand die ik ken komt nu nog ongewassen en verfomfaaid de deur uit. Ook onze guilty pleasures houden we weer voor onszelf. Geen mens die het nog in zijn hoofd haalt om op Facebook of in het café wereldkundig te maken dat hij elke dag om vijf uur uitgebreid borrelt, midden op de dag urenlang televisiekijkt of al een halve week niet meer heeft gedoucht. Nee, zowel van onszelf als van anderen verwachten we weer dat we er piekfijn uitzien, in perfect opgeruimde en ingerichte huizen wonen, keihard werken (ook als we eigenlijk een beetje ziek zijn), helemaal op de hoogte zijn van de actualiteit, geregeld sporten, de laatste gehypete tentoonstelling hebben gezien en natuurlijk alleen maar gezonde en ecologisch verantwoorde dingen eten. De kranten staan weer vol tips om beter, wijzer en strakker te worden. Zelfs de energiecrisis wordt in dat verhaal ingepast. Wat goed dat we de verwarming een paar graden lager moeten zetten! Daardoor gaat ons hart sneller pompen en gaan we nog meer bewegen ook!

Geen wonder dat zoveel mensen het best lastig vonden om hun ietwat vervuilde maar zo vertrouwde grot uit te komen. Tot op vandaag verlangen sommigen daar nog altijd een beetje naar terug. De pandemie is – dat lijken we de hele tijd te vergeten – nog niet helemaal bedwongen en ondertussen zijn er een oorlog én een stevige energiecrisis bovenop gekomen. Je zou van minder zin krijgen om je even terug te trekken in je grot, waar je je niets hoeft aan te trekken van hoe jij, je huis of je leven eruitziet. Is dat een nawee van de pandemie? Dat denk ik niet. We hebben die alleen nodig gehad om te beseffen dat het ontzettend goed kan doen om eens even aan helemaal niets te moeten beantwoorden. Hoog tijd dat we het elkaar – zonder oordeel of spot – wat meer gaan gunnen om ons op gezette tijden als een rechtgeaarde kobold in onze vertrouwde grot terug te trekken. Om er dan na een paar dagen aangesterkt, met open geest en fris gewassen weer uit te klauteren natuurlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content