Waarover twijfelt advocaat Joris Van Cauter? ‘Atheïsten wekken soms de indruk zich verheven te voelen’

Stijn Tormans

‘Atheïsten wekken soms de indruk zich verheven te voelen’, vindt advocaat Joris Van Cauter. Hij betwijfelt dat ze gelijk hebben.

‘Naast rechten heb ik ook moraalwetenschappen gestudeerd in Gent. Daar leerde ik dat twijfel de basis van filosofie is. Je moet dingen ter discussie stellen. Dat is de essentie. Maar aan het einde van mijn studie leek één ding boven alle twijfel verheven: je kon alleen maar atheïst zijn. Wie dat na die vier jaar moraalwetenschappen nog niet was, was onderontwikkeld of niet genoeg verlicht. Na Darwin kun je als intellectueel toch niet in iets goddelijks geloven? Op den duur begon ik precies dat atheïsme te betwijfelen. Ik vond het akelig en beklemmend dat er geen alternatieve kijk op de wereld werd toegelaten. Atheïsten wekken soms de indruk zich verheven te voelen. Alsof zij het toppunt van menselijk inzicht bereikt hebben en de rest nog niet op dat punt is gekomen. Zo ben ik gaandeweg mijn geloof in het atheïsme verloren.’

Ik ben gaandeweg mijn geloof in het atheïsme verloren.

Meestal gaat het omgekeerd.

Joris Van Cauter: Dat klopt. Mensen verliezen door kritisch nadenken hun geloof in God. Maar ik heb de tegenovergestelde weg afgelegd. Ik vind een kritische en rationele levenshouding niet onverzoenbaar met een geloof in iets dat ons overstijgt.

Twijfelt u veel?

Van Cauter: Ja. Twijfel betekent voor mij dat ik dingen ter discussie stel waar iedereen het over eens is. Zeker als advocaat heb ik de plicht te twijfelen. Het is de kern van ons beroep. Ik lees veel strafdossiers, die geschreven zijn door deskundigen en politiediensten. Ik was er zelf niet bij, daarom vraag ik me af of de feiten in die verslagen kloppen. Een goede advocaat moet dat doen, vind ik. Anderzijds moet je op een bepaald moment ook beslissingen durven te nemen. Als twijfel verlammend wordt, is het moeilijk een strategie uit te werken om iemand te verdedigen.

Twijfelt u ook of de mensen die u verdedigt de waarheid spreken?

Van Cauter: Ik ga ervan uit dat ze de waarheid vertellen, maar dat is niet altijd zo. Wanneer iemand bij mij binnenkomt, ken ik het dossier nog niet. Ik vraag altijd om de waarheid te vertellen. Het is zoals bij de dokter: als je geholpen wilt worden, moet je zeggen waar het pijn doet en eerlijk zijn over je levensstijl. Sommige mensen doen dat niet meteen. Later lees ik het dossier en merk ik soms dat een paar zaken niet in overeenstemming zijn met hun verklaringen. Onlangs was ik wel verrast. Iemand beweerde dat hij slachtoffer was van zinloos geweld. In het dossier zaten foto’s van camerabeelden. Daarop was te zien dat de man inderdaad eerst geslagen werd, maar het leek alsof hij met zijn linkervuist ook een aantal klappen uitdeelde. Ik confronteerde hem daarmee. Toen bleek dat hij tijdens de oorlog in Tsjetsjenië zijn linkerhand verloren had. Die was er daarna wel weer aangezet, maar hij had er geen kracht meer in. Hij kon zijn vingers niet eens strekken. Met die gevouwen hand probeerde hij alleen maar zijn aanvaller op afstand te houden, iets helemaal anders dus dan de beelden suggereerden. Om maar te zeggen: niet alles is wat het op het eerste gezicht lijkt te zijn.

Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content