Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Vrije meningsuiting komt steeds meer onder druk door geleidelijk opgelegde nieuwe beperkingen’

‘Deugdzaamheid is vervallen tot een hypocriete kwestie van imago, niet van innerlijke overtuiging’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

Het gaat beter met hem”, kopte Het Laatste Nieuws op 17 mei op de frontpagina. Het was de gelukkige mare van de echtgenote van Bart De Pauw, de televisiemaker die drie maanden geleden nog een poging had ondernomen om uit het leven te stappen. Tijd voor een media-catharsis, zou je denken: oef, gelukkig geen zelfmoord na de karaktermoord. Bart De Pauw zette de toon voor het halsrecht en de mediatieke achtervolgingswaanzin voor grensoverschrijdend gedrag dat geen grenzen meer kent. De Schalkse Ruiter werd van zijn paard gebliksemd. Zijn sms’en werden door elke pretletterbrigade afgedrukt met bloed en sperma. Maar de gazetten van de Persgroep hadden zelf last van een grensoverschrijdende stilte toen hun directeur Jaak Smeets doorgestuurd werd voor grensoverschrijdend gedrag.

De mediatieke verontwaardiging is niet zelden selectief. Als ex-voetballer Mark Overmars dickpics doorstuurt staat de viespeuk in een open doel. Als de zaadzingende masturbeertjes Peter Van de Veire, Sean Dhondt en Stan Van Samang in witte voetbalsokken voor ‘Eveline’ het beste van zichzelf laten zien, zijn het slachtoffers, want het zijn de publiekstrekkers voor onze nationale radio- en tv-zenders.

Ik wil hier nu echter geen waardeoordeel vellen. Het veinzen van deugdzaamheid is een moral duty geworden terwijl het lustprincipe (wat je wilt, wat je begeert…) de motor van ons handelen is. De begrenzing ervan is de maatschappelijke uitdaging.

Deugdzaamheid is zo vervallen tot een hypocriete kwestie van imago, niet van innerlijke overtuiging. De buitenwereld en de media roepen om nultolerantie, bijgetreden door de apostelen van de steekvlampolitiek. Het streven naar een perfect imago voor de buitenwereld leidt aan de binnenkant soms tot een meedogenloos optreden tegen mensen die een fout hebben gemaakt of zelfs gewoon maar in de media in opspraak zijn gekomen. De beoordeling van het overschrijden van de grenzen van de deugdzaamheid tot een strafbaar feit behoort volgens mijn bescheiden mening toe aan justitie. Het is echter een kwalijke evolutie dat de overheid allerhande instituties en gedachtepolities in het leven heeft geroepen en gesubsidieerd, waarbij meningen en gedragingen niet meer met rationele elementen worden bestreden maar met morele oordelen en veroordelingen.

Unia, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), gaf meer dan 130.000 euro belastinggeld uit om de advocaten voor de verdediging van de slachtoffers in de zaak Bart De Pauw te betalen. Niet alleen zonder aanbestedingsprocedure, maar ze was zelf geen partij in deze rechtszaak. Ze werd dan ook door het parket uitgesloten als benadeelde. Hilde Van Mieghem, rabiaat feministe, actrice, en linkse columniste voelde zich in 2017 beledigd door een schotschrift van columnist Pieter Auwaerts. Ze huilde uit bij haar vriendin Liesbeth Stevens, adjunct-directrice bij het IGVM. Ze stuurde haar het advocatentrio Elke Sloots, Stefan Sottiaux en Joos Roets cadeau om op kosten van de belastingbetaler olijke Pieter voor de rechter te slepen. Zes jaar later heeft het Hof van Beroep Pieter vrijgesproken. Zijn advocaat kostte hem 15.000 euro aan ereloon.

Unia gedraagt zich niet alleen als poortwachter van de moraal, maar ook als uitlokker van discriminatie. Toen een Antwerps poetsbedrijf een Marokkaanse werknemer ontsloeg wegens ondermaats werk en agressief gedrag raadden Unia en de vakbond hem actief aan om racisme in te roepen als motief. Met zijn vonnis gaf het Arbeidshof  Unia een veeg uit de pan: “Het Arbeidshof kan zich niet van de indruk ontdoen dat het racistisch karakter van het ontslag de werknemer vooral werd aangepraat door Unia, op instignatie van… maar dat hijzelf de houding van het bedrijf nooit als racistisch en discriminerend heeft ervaren.”

Strategic Lawsuit Against Public Participation (SLAPP), rechtszaken die aangespannen worden om kritische stemmen het zwijgen op te leggen, zijn even pervers. Het grootste online gokbedrijf van ons land, De Nationale Loterij, stortte 30 miljoen euro extra aan monopolierente in de schatkist, op voorwaarde dat de private gokbedrijven geen publiciteit meer mogen maken. Ze werd op haar wenken bediend door Justitieminister Vincent Van Quickenborne die voor dat “gelegaliseerd smeergeld” een reclameverbod uitvaardigde voor de private spelers en een monopolierecht op reclame gaf aan de Lotto. Ik kaartte deze zwendel aan in het parlement en in twee opiniestukken op Knack.be. Mijn parlementair medewerker Ignace Vandewalle kroop in zijn pen voor een flitsende column op Doorbraak.be en werd door de Lotto voor de rechter gedaagd wegens “schade toegebracht aan de reputatie en de goede naam van de Nationale Loterij en aan haar gedelegeerd bestuurder, kapitein Jannie Haek”. Er bestaat voor elke specifieke verslaving een game bij de Nationale Loterij, maar wie wijst op die hypocrisie wordt met belastinggeld voor dure advocaten monddood geprocedeerd. Dergelijke intimiderende rechtsprocedures met overheidsgeld tegen personen met het doel hun (parlementair) werk te beïnvloeden of te beletten zijn een misdrijf op zich.

De vrijheid van meningsuiting komt meer en meer onder druk te staan met geleidelijk opgelegde nieuwe beperkingen. Deze worden op juridisch vlak doorgedrukt door moralisten uit de strenge weldenkende kringen voor onsympathieke uitspraken, seksisme, aanzetten tot haat, beledigingen… Het is een sluipende gevaarlijke evolutie. Zolang er geen sprake is van fysiek geweld of het aanzetten ertoe, is mentaal kwetsen of beledigen volgens de Engelse filosoof Stuart Mill zelfs toegestaan, volgens mij ook, maar dit zou ons hier nu te ver leiden.

Ik ben opgevoed in een tijd dat men nog dacht dat een man terugkeert met een roedel dode dieren als men hem in een bos stuurt, en een vrouw met een ruiker bloemen en mandje bessen. Het kan verkeren. Ik had het voorrecht als senator om in 2003 mee te kunnen stemmen over het homohuwelijk, onder het motto “Elk heeft recht op zijn portie miserie en geluk, homo of hetero”. Twintig jaar later moet je al tot een verzameling halvezolen behoren om er nog aanstoot aan te nemen. De dwingelandij van de (trans)genderideologie als officiële staatsleer eist echter dat je het blijkbaar niet alleen meer moet gedogen en respecteren, maar dat je ook voor alle uitwassen en freak shows moet applaudisseren.

De olifant in de homokamer is en blijft daarentegen de moslimgemeenschap, die door de moralisten niet mag benoemd worden wegens multiculturele overstretching. In een Genkse school schopten moslimjongeren onlangs nog keet op een regenboogfeestje, en in Molenbeek werd een regenboogpad aan een schooltje al met zwart overschilderd, nog vooraleer de verf opgedroogd was. Op de Rainbow Index, die aantoont hoe inclusief een land is ten opzichte van de lgbtq+-gemeenschap, staat België op een tweede zilveren plaats. Malta pakt het goud. Dit is een koppositie, en ver voorbij het woke Verenigd Koninkrijk dat pas op de 17e plaats prijkt en het homodolle Nederland op een 14e stek.

Stop er dan ook mee om onze cultuur als homofoob en racistisch te bestempelen als onderdeel van de opgefokte moralistische strijd tegen het zogenaamd rechts gedachtegoed. Mag het allemaal wat minder hijgerig aub?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content