Sam zocht zelf hulp na huiselijk geweld: ‘Ik wil niet zo’n man zijn die door het lint gaat’

© iStock
Kevin Van der Auwera
Kevin Van der Auwera Online coördinator Trends

Het zat eraan te komen: in een vlaag van woede greep Sam zijn vriendin bij de keel. Sindsdien probeert hij te veranderen, met behulp van therapie.

Het heeft altijd met drank te maken, zegt Sam (31). Hij en zijn vriendin gaan tijdens het weekend feesten met vrienden, en dan wordt hij boos om niets.. Of tenminste, om dingen die zo’n woede niet waard zijn. Begrijp hem niet verkeerd, doordeweeks drinken hij en zijn vriendin niet eens alcohol, zelfs geen glas wijn bij de steak.

Vaak gaat aan de boosheid slecht nieuws vooraf. ‘De boekhouder die heeft laten weten dat de belastingaanslag hoger uitvalt dan gedacht, een machine die stukgaat, waardoor ik uren tijd verlies.’ Frustraties dus, en daarbovenop véél drinken. Een opmerking ook, van haar. Iets wat ze tegen haar vriendinnen zegt over het fysieke voorkomen van andere mannen. Het soort dingen dat jonge vrouwen tegen elkaar zeggen, heeft zijn vriendin hem uitgelegd. De andere soort keuren, het is niet meer dan een geintje. Waarom zoekt hij daar zo veel achter?

Zelf doet Sam zoiets niet en haar uitlatingen vindt hij vreselijk onprettig. Dodelijk kwetsend. Ze versterken zijn negatieve gedachten over zichzelf. Hij voelt zich minder. En het zit hem die dag al niet mee.

’s Anderendaags is altijd vreselijk. Dan schaamt hij zich kapot.

Tegen de tijd dat Sam en zijn vriendin – allebei flink boven hun theewater – naar huis fietsen, begint de ruzie. Hij ramt haar fiets, doet haar vallen. Een andere keer roepen ze allebei, Sam geeft haar een duw. Of hij gooit in huis een fles rode wijn stuk. De pas geschilderde muren zijn volledig beklad, op de vlekken is het nog dagenlang boenen. En dat ene voorval dan. Het is nooit eerder gebeurd, en het zal niet meer gebeuren. In een vreselijke vlaag van woede grijpt Sam zijn vriendin bij de keel.

The day after

’s Anderendaags is altijd vreselijk. Dan schaamt hij zich kapot. Dit is niet de man die hij wil zijn, zo’n voorbeeld zag hij thuis nooit. Hij heeft het aan zijn ouders verteld. Zijn moeder huilde, ze had altijd de indruk dat ze een fijn stel waren. Elke keer als ze gingen eten, was het bijzonder gezellig. Hoe kon haar zoon zich zo gedragen? Sam had het gevoel dat hij haar ontzettend teleurstelde. Hij ziet het gezicht van zijn moeder nog voor zich, het is een pijnlijke gedachte.

Hoe is het zover kunnen komen? Met zijn eerste vriendinnetje, met wie hij vanaf zijn vijftiende zes jaar samen was, is er nooit geweld geweest. En ook als kind zocht hij nooit problemen. Sam heeft een goede reputatie, het gros van zijn vrienden denkt dat hij fundamenteel een lieve man is, en dat wil hij graag zo houden.

Misschien komt het omdat zijn vriendin eerst geruime tijd met zijn vriend was. Hij heeft haar niet van hem weggekaapt, ze hadden al jaren een knipperlichtrelatie. Maar toen hij op een keer ongewild een persoonlijk sms’je zag verschijnen, kreeg zijn vertrouwen in haar een knauw.

Bolletjes kleuren

Na een van die incidenten is Sam naar de huisarts gestapt. Die stuurde hem twee keer naar de psycholoog. Veel haalde het niet uit. ‘Ik kreeg een vragenlijst, moest bolletjes kleuren. Daarmee was de kous af, ik stond geen stap verder.’ Uiteindelijk is hij in Genk uitgekomen, bij de therapeutische begeleiding voor plegers.

Om de twee weken komt hij op consultatie. Hij houdt er altijd een goed gevoel aan over, heeft zijn zegje kunnen doen, weerwerk gekregen. De psycholoog biedt een ander perspectief op de kwestie. Hier leert Sam dat hij moet zeggen waar hij mee zit, laten weten hoe hij zich voelt. ‘Ik ga er te makkelijk van uit dat mijn vriendin dat snapt, wil haar niet met mijn problemen opzadelen. Door de therapie besef ik dat een luisterend oor helpt, en dat ik mijn vriendin meer moet vragen wat ze precies bedoelt.’

De sessies hebben hem veranderd, zegt Sam. ‘Maar ik ben er nog niet. De gesprekken stellen me wel in staat om aan zelfreflectie te doen, om de zaken helderder te zien, kwesties beter te formuleren. Zie je, soms kom ik niet goed uit mijn woorden. En sinds de dood van mijn goede vriend mis ik iemand tegen wie ik ongeremd alles kan zeggen.’

‘Ik weet zeker dat ik met mijn vriendin verder wil. Ik heb nu ook meer vertrouwen in haar. Als ik denk over mijn leven over vijf jaar, dan wil ik met haar gelukkig zijn, groeien in mijn job, kinderen krijgen. En me nooit meer laten verleiden tot een faux pas. Ik maak me sterk dat het zal lukken.’

Partner Content