Na veroordeling journalist in vaccinatiezaak Veerle Heeren (CD&V): ‘Privacyregelgeving gebruikt om journalistiek aan banden te leggen’

Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Maandag veroordeelde de Hasseltse rechtbank van eerste aanleg een journalist uit Sint-Truiden tot 2000 euro boete met uitstel omdat hij privacygevoelige informatie had doorgestuurd naar een apotheker. Experten mediarecht reageren verbolgen op het vonnis.

Wat voorafging: in 2021 onthulde de nieuwswebsite Trudocs dat Veerle Heeren (CD&V), toenmalig burgemeester van Sint-Truiden, zich vroegtijdig had laten vaccineren.

Op basis van een screenshot van het reservatiesysteem van het vaccinatiecentrum bracht journalist Dirk Selis uit dat Heeren al op 10 maart een covid-vaccin had gekregen, terwijl toen alleen nog maar de 85-plussers aan de beurt waren om zich te laten vaccineren. Na de onthulling werd Heeren zes maanden geschorst als burgemeester.

In mei 2021 diende Heeren bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling in tegen de journalist, wegens inbreuken op de privacywet. De correctionele rechtbank van Hasselt veroordeelde Selis afgelopen maandag (24 juni) tot een geldboete met uitstel. Niet voor de publicatie van het artikel an sich, maar wel omdat Selis de naam van Heeren niet had geschrapt toen hij het bewuste screenshot voorlegde aan een apotheker.

Selis had de apotheker om uitleg gevraagd over de vaccinatiecodes die op het screenshot vermeld stonden. De rechter vond het ‘niet strikt noodzakelijk’ dat daarbij ook de persoonsgegevens van Heeren waren doorgegeven.

Selis kondigde inmiddels al aan dat hij in beroep gaat. Wat vinden Charlotte Michils, algemeen secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), en emeritus professor mediarecht Dirk Voorhoof (Universiteit Gent) van het oordeel?

Moeten we ons zorgen maken over het vonnis van de Hasseltse rechtbank?

Charlotte Michils: De rechter erkent in het vonnis dat journalisten worden vrijgesteld van een aantal verplichtingen onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG, ook wel bekend onder de Engelstalige afkorting GDPR). Die journalistieke uitzondering is wel degelijk van toepassing op Selis, zegt de rechter, maar ze mag geen vrijbrief zijn om eender wat te doen: ze moet uitgeoefend worden binnen de grenzen van het noodzakelijke. En dat is volgens de rechter hier niet het geval. Concreet had Selis de naam van Heeren niet mogen vrijgeven toen hij info liet checken door een apothekeres. Persoonlijk vind ik dat zelf geen toonbeeld van een correcte belangenafweging.

Waarom?

Michils: Een journalist vraagt aan een apotheker om na te gaan wat afkortingen in een screenshot betekenen, zonder dat hij de naam van Heeren eerst had geschrapt. Dat wordt hem hier verweten. Ik vind dat dat oordeel voorbijgaat aan de journalistieke praktijk. Selis probeerde de feiten gecheckt te krijgen, maar in het vonnis wordt hij eigenlijk koud gepakt op een detail. Hier wordt de privacyregelgeving gebruikt om journalistiek aan banden te leggen. In andere landen zien we dat ook, maar dit is toch wel echt frappant. Mijn persoonlijk standpunt is dat in beroep gaan tegen het vonnis de enige juiste reactie is.

Wat vindt u, meneer Voorhoof?

Dirk Voorhoof: Dit vonnis houdt te weinig rekening met het belang van de vrijheid van nieuwsgaring als onderdeel van de journalistieke verslaggeving. En dat in een zaak van duidelijk maatschappelijk belang over een uitgesproken publiek persoon. Het vonnis focust op de noodzakelijke beschermingsbepalingen rond persoonsgegevens. Maar de wet – en vooral ook de Europese verordening – zegt op verschillende plaatsen dat men dat maar mag afdwingen voor zover dat in overeenstemming is met de journalistieke vrijheid.

De bescherming van persoonsgegevens mag niet zo ver uitgerekt worden dat daardoor belangrijke journalistieke informatie niet meer kan gecheckt of verspreid worden. En dat mis ik in dit vonnis. Het stelt dat het wel rekening houdt met journalistiek, maar uiteindelijk doet het dat niet.

Wat zegt de rechtspraak van Straatsburg hierover?

Voorhoof: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat je een afweging moet maken tussen de journalistieke expressievrijheid enerzijds, en het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens anderzijds. Dat zijn twee belangrijke grondrechten. Al meer dan 12 jaar zegt het Europees Hof ook dat je een aantal criteria moet aftoetsen bij het in balans brengen van die twee rechten.

Eén criterium is of het gaat om een zaak van maatschappelijk belang. Dat is hier duidelijk, dat staat buiten discussie. Het gaat hier om een onderzoek met betrekking tot een burgemeester die mogelijk misbruik heeft gemaakt van haar positie om vroegtijdig een covidvaccin te krijgen, op een moment dat het enkel voor 85-plussers beschikbaar was én er een groot tekort was. Het gaat dus over een publiek persoon die probeert de regels te omzeilen of af te wenden.

Opmerkelijk: het vonnis stelt dat het ‘niet ter zake doet’ dat het gaat om een publieke figuur en info in het publieke belang.

Voorhoof: Daar zit dus de fout. Je mag niet zeggen ‘dat heeft er niets mee te maken’. Nee, je moet die twee net in balans brengen. Maar het vonnis doet net het tegenovergestelde. Het gaat regelrecht in tégen de rechtspraak van het Europees Hof. Het toont – nog maar een keer – aan dat die rechtspraak nog niet voldoende doorgesijpeld is bij rechtbanken van eerste aanleg om ze ook in de praktijk toe te passen.

‘Dit vonnis gaat regelrecht in tégen de rechtspraak van het Europees Hof.’

Dirk Voorhoof, professor mediarecht

Er zijn dan ook goede redenen om deze zaak voor te leggen aan een hof van beroep, met drie raadsheren, die meestal toch beter op de hoogte zijn van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In de zaak van Van der Paal tegen Apache oordeelde het hof dat er geen inbreuk was tegen de bescherming van persoonsgegevens, precies wegens de journalistieke context en het belang dat gemoeid was met de publicatie.

Voor alle duidelijkheid: in deze zaak is de journalist uit Sint-Truiden niet veroordeeld voor het publiceren van de info.

Michils: Dat maakt het voor mij extra gekunsteld, eerlijk gezegd. Ik vind vonnis dit echt wat in elkaar geflanst, waardoor er toch een manier kan gevonden worden om Dirk Selis in de hoek te zetten.

Voorhoof: De rechtbank probeert te zeggen: ‘We gaan niet over de publicatie. We focussen alleen op de toepassing van de wet: hier zijn zonder toestemming medische gegevens meegedeeld.’ Maar dan vergeet je dus de hele context waarbinnen je de kwestie moet bekijken.

Begrijpt u dat van alle privacygevoelige gegevens medische informatie het best beschermd moet worden?

Voorhoof: De info dat de burgemeester vroegtijdig een covidvaccin zou krijgen of had gekregen, dat is niet echt een zeer intiem medisch geheim. Dat is wat kort door de bocht. De oproeping om een vaccin te krijgen is toch geen beschrijving van medische problemen waar een persoon mee kampt? In essentie gaat het toch over het feit dat de burgemeester ervoor zorgt dat ze zelf al zo’n vaccin krijgt waar ze geen recht op heeft.

Bovendien werd de informatie in dit geval doorgestuurd naar een apotheker die zelf ook drager is van het beroepsgeheim. Er zijn dus verder geen nadelige consequenties verbonden aan het doorsturen van het screenshot met de vaccinreservatie voor Heeren.

En akkoord: er is ongetwijfeld iemand die zijn of haar confidentiële verplichting rond medische informatie geschonden heeft, maar dat is op zich geen reden om daarvoor ook de journalist te veroordelen die dat materiaal gebruikt. Dat zijn twee verschillende dingen. Ook daar bestaat rechtspraak over.

Een strafrechtelijke veroordeling van een journalist kan in die omstandigheden maar moeilijk verantwoord worden als noodzakelijk in een democratische samenleving. Het volstaat niet dat de wet iets strafbaar stelt, de toepassing van de strafwet moet beantwoorden aan een ‘dwingende sociale behoefte’.

Als ik deze rechter volg, mag ik dan morgen nog een expert bellen en een case voorleggen? Of ben ik dan strafbaar in dit land?

Voorhoof: Daar leg je de vinger op de wonde. Dat is het zwakke element van dit vonnis: het houdt juist geen rekening met het maatschappelijk belang van de journalistieke verslaggeving en de ermee verbonden vrijheid van nieuwsgaring.

‘Selis probeerde de feiten gecheckt te krijgen, maar in het vonnis wordt hij eigenlijk koud gepakt op een detail.’

Charlotte Michils (VVJ)

Michils: Volgens dit vonnis zou het betekenen dat wanneer journalisten een expert inschakelen, ze dan eerst alle persoonsgegevens zouden moeten schrappen. Gevolg? De journalistieke praktijk wordt gigantisch bemoeilijkt.

De rechtbank oordeelt hier niet over wat een journalist publiceert, maar veeleer over de manier waarop hij aan waarheidsvinding doet. Is dat een gelukkige ontwikkeling?

Michils: Informatie laten natrekken is eigenlijk gegevensverwerking. De manier waarop je dat doet, daar zwijgt de privacyregelgeving over. Op deze manier voegt de rechter voorwaarden toe die er eigenlijk gewoon niet zijn. Wij hebben indertijd zelf gelobbyd voor die journalistieke uitzondering op de AVG. We weten dus zeer goed wat erin staat.

Maar we hebben ook al in andere landen gezien hoe de privacyregelgeving niet altijd gebruikt wordt om de privacy te verzekeren, maar ook voor andere doeleinden zoals het aan banden leggen van de vrije meningsuiting en de journalistiek.

Slotsom: dit is géén goede zaak voor de persvrijheid in België?

Voorhoof: De journalist is vervolgd voor een strafrechtbank. Hij krijgt weliswaar een straf met uitstel, maar het is en blijft een veroordeling voor een strafbaar feit. Dat is toch zeer ernstig.

Michils: Alle respect voor de autonomie van de rechtbank, maar we moeten er heel duidelijk over zijn dat dit toch wel een erg ver gezochte interpretatie is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content