Muzikante Meskerem Mees: ‘Ik ben net Mozes, die had eerst ook geen verleden’

© Carmen De Vos

Nee, ze is niet het kind van Barack Obama en Beyoncé. Wel maakt Meskerem Mees intieme liedjes die over heel Europa mensen ontroeren. ‘Ik leef in mijn eigen universum’, zegt de muzikante.

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Alles in het leven van Meskerem Mees lijkt kapot te gaan. De toiletpot in haar arbeidershuisje in het centrum van Gent lekt, en toen ze onlangs met een vriendin een roadtrip door Duitsland en Zwitserland wilde maken, begaf de versnellingsbak van de auto het opeens. Mees strandde in een bocht van de snelweg, vlak bij Nürnberg.

‘Het was best gevaarlijk’, zegt ze. ‘Maar uiteindelijk hebben we, na veel moeite, onze reis kunnen voortzetten met een huurauto. Ik had al lang niet meer zo veel stress gevoeld, het was heftig. Maar net daardoor groei je als mens, geloof ik. En de rest van van de vakantie viel goed mee.’

Na twee al te rustige coronajaren beleeft Mees haar eerste echte festivalzomer. Ze speelde onder andere al op het Cactusfestival in Brugge, Best Kept Secret in de Beekse Bergen, het OLT Rivierenhof in Antwerpen, M-idzomer in Leuven en binnenkort staat ze op Pukkelpop in Hasselt en Deep in the Woods in Heer. Daarmee zet ze haar succes voort, dat begon met haar overwinning in Humo’s Rock Rally van 2020. Haar intieme liedjes Joe, The Writer, Seasons Shift – leverden haar ook al prijzen op het Montreux Jazz Festival en de Music Moves Europe Award op. Mees vliegt almaar hoger.

Ik had mijn hele kindertijd het gevoel dat we alleen waren op de wereld. De natuur had iets magisch.

De muzikante groeide op in Merendree, bij Deinze, en woont sinds kort in Gent. Vooral in de zomer valt haar daar ‘de onuitgesproken druk om de hele tijd iets leuks te gaan doen’ op, vertelt ze bij het begin van onze wandeling, zoals ‘lachend op een terras gaan zitten’. Daar heeft Mees niet altijd evenveel zin in. ‘Vanochtend ben ik nog niet buiten geweest. En als jij niet had gevraagd om dit gesprek al wandelend te voeren, was ik misschien binnengebleven tot vanavond’, zegt ze. ‘Dan heb ik een repetitie en daarvoor moet ik wel de deur uit.’

U hebt een solitaire ziel. Lukt het om die te bewaken nu u in de stad woont?

Meskerem Mees: Gelukkig wel. Ik woon alleen, en meestal ben ik de hele ochtend op mezelf. Als het niet moet, kom ik niet vroeg uit mijn bed. Ik weet dat ik die afzondering nodig heb, en dus laat ik ze zo lang mogelijk duren. Soms sla ik na de middag een praatje met een van de buren, en ‘s avonds ga ik dikwijls eten met een vriend of vriendin. Eten moet je toch, en koken is als alleenstaande altijd lastig. Ik eet niet veel, ik heb dus altijd restjes staan en die worden snel slecht als ik ‘s avonds optredens of repetities heb. Maar de stad heeft natuurlijk ook veel voordelen. Als ik wél wil buitenkomen, heb ik hier meteen veel opties in de buurt.

U bent opgegroeid op een boerderij vol dieren. Welke invloed heeft dat op u gehad?

Mees: Mijn ouders zijn allebei bioloog, en als kind kopieer je wat je ouders fijn vinden. De natuur, dieren en muziek in mijn geval. Mijn vader is een grote muziekliefhebber, er speelde altijd wel muziek. We hadden ook een lange oprit, we woonden ver weg van de straat en van de buren. Die ruimte en rust hebben me zeker gevormd. Ik had mijn hele kindertijd het gevoel dat we alleen waren op de wereld, en de natuur inspireerde me al van jongs af aan. Ze had iets mythisch, iets magisch. Daar ben ik nog altijd erg gevoelig voor. Als ik in de stad was opgegroeid, was het zeker anders geweest.

Waar vindt u de rust van toen vandaag?

Mees: In de oude Sint-Baafsabdij hier vlakbij. Daar ga ik zo veel mogelijk naartoe. Ik droom er stiekem van om er een sleutel van te hebben. (lacht) Het ligt er vol met oude grafzerken die er aan het verloederen zijn. Dat heeft iets moois, maar ook iets tragisch.

Die tegenstelling past wel bij u, denk ik?

Mees: Ik ben zeker een romantische ziel, ja. Op vakantie probeer ik ook altijd kerkhoven te bezoeken, zoals begin dit jaar nog in Schotland. Het zijn de beste rustplekken.

© Carmen De Vos

U skatet ook, las ik.

Mees: O, ja! Vooral ‘s avonds laat doe ik het graag. Wanneer ik thuiskom na een optreden ga ik soms nog skaten, ook al is het al na middernacht. Dan is er minder volk op straat en kan ik rustig door de straten glijden. Met goede muziek in mijn oren, op een zachte zomeravond: zalig. Dan kom ik echt tot rust en kan ik goed over de dingen nadenken.

Zitten uw gedachten u tegenwoordig nog dikwijls in de weg?

Mees: Het valt goed mee. Ik ben momenteel nogal in tune met mijn gedachten, met mezelf. Dat gaat altijd met ups en downs en ik heb het zelf niet in de hand. Ik herken de patronen en ik weet dat het altijd even duurt voor het weer omslaat. Nu ben ik druk bezig, ik heb minder tijd om te veel na te denken en ik moet me vooral focussen op wat ik op het moment zelf aan het doen ben. Een gezonde attitude, zeker voor mijn hoofd. Al gaat dat wel ten koste van mijn creativiteit. Op vakantie had ik nu wel drie, vier ideeën, maar meestal ben ik creatiever als ik meer pieker.

Bent u bang dat de ideeën ooit niet meer zullen komen?

Mees: Zeker niet. Zolang ik leef en dingen blijf meemaken, zal ik altijd onderwerpen hebben om over te schrijven. Daar zit ik niet mee in. Al zal ik over het algemeen wellicht triestige liedjes blijven schrijven, omdat ik een nogal triest persoon ben. Ik ben nogal antipositiviteit. Of toch zeker tegen geforceerde positiviteit. Zodra iets moet, haat ik het. Móéten vrolijk zijn: vreselijk.

Uw favoriete boek is niet toevallig Het parfum van Patrick Süskind, waarin het hoofdpersonage Grenouille zich ergert aan zijn medemens.

Mees: Ik vind het een mooie gedachte: hij verafschuwt de mensen, vindt dat ze erg stinken en trekt zich terug. Daar herken ik me erg in. Ik snap dat gevoel van ‘laat me met rust en laat me verdwijnen in mijn eigen donkere grot’. Ik kan snel geïrriteerd zijn door mensen en heb altijd al een grote afstand gevoeld met mijn leeftijdsgenoten. Maar tegelijk gaat hij obsessief op zoek naar de formule van het parfum, simpelweg omdat hij graag gezien wil worden. En dat ben ik ook: ik wil ook graag gezien worden. Ik wilde dat ik het niet nodig had, maar ik heb het dus wel nodig. Hoe hard Grenouille het ook wil ontkennen, hij maakt deel uit van de mensheid. Ook bij mij is dat een zoektocht, maar meestal vind ik wel een middenweg.

Iedereen verandert als hij ouder wordt, maar ik heb het gevoel dat die verandering bij mij erg traag verloopt. Als ik naar foto’s kijk van toen ik twaalf jaar was, zie ik er fysiek precies hetzelfde uit. Sinds kort heb ik piercings, misschien is dit een fase van verandering. (lacht) Ook mijn gedachtegang en hoe ik naar de wereld kijk, is al lang dezelfde. Op mijn veertiende had ik veel gesprekken met mijn ouders over wat dat nu eigenlijk is, het leven, en hoe je ermee moet omgaan. Vaak werden die gesprekken getriggerd door mijn slechte punten op school. ‘Je hebt schoolplicht en dat is nu eenmaal het leven’, zei mijn pa toen altijd. ‘Je moet veel dingen tegen je goesting doen en dan ga je dood.’ (lacht) Die zin is me altijd bijgebleven.

Na middernacht gaan skaten met goede muziek in mijn oren: zalig. Dan kan ik goed nadenken.

Op uw tweeëntwintigste bent u professioneel muzikant. Moet u veel dingen tegen uw zin doen?

Mees: Ik kijk nog altijd in de eerste plaats naar mezelf als een gefaalde student, omdat ik mijn studie heb stopgezet, en niet als een professionele muzikant. Muzikaal is alles zo snel gaan rollen dat ik nog niet de tijd heb gehad om terug te blikken op wat er precies gebeurd is. Los daarvan mag ik zeker niet klagen. Ik ben omringd met mensen die me gelukkig maken en kan me bezighouden met wat me interesseert. Een comfortabele situatie. Ik kan doen waar ik zin in heb, en de mensen rond me begrijpen het als ik eens ergens geen zin in heb. Ik heb veel vrijheid. Gelukkig maar, want ik heb een enorm bezig brein. Het is moeilijk om even niet na te denken, te twijfelen of te piekeren. Dan ben ik blij dat ik mijn eigen zin kan volgen. (zwijgt even) Op vakantie heb ik gemerkt dat zwemmen helpt om stilte te vinden in mijn hoofd. In de zee, onder water, stoppen alle menselijke geluiden en voel je de onmetelijkheid om je heen. Alleen maar water, mijlenver.

Hoe kijkt u naar uw eigen lichaam?

Mees: Het marcheert. Meer kan ik er niet over zeggen. (lacht) Vroeger deed ik veel aan sport, turnen en atletiek vooral, maar de laatste tijd komt dat er niet meer van. Voor de rest ben ik tevreden met mijn lichaam, het doet wat het moet doen.

Hoe verzorgt u uw stem?

Mees: Niet. (lacht) Ik ben gestopt met roken, na ongeveer tweeënhalf jaar, en ik drink amper alcohol. Ik ben klein, ik word snel dronken. Dan drink ik liever thee. Dat is ook beter voor mijn stem.

Wanneer hebt u voor het eerst gevoeld dat u met uw stem andere mensen kon ontroeren?

Mees: Toen ik een jaar in Denemarken studeerde. In de eerste les kwam de docent binnen en zei, nadat we een uurtje de tijd hadden gekregen om iets in elkaar te boksen: ‘Toon eens wat je al gemaakt hebt.’ Ik speelde een liedje op de piano en toen begon hij, een man van in de vijftig, spontaan te wenen. Dat was best een ongemakkelijk moment: ik kende die man helemaal niet. (lacht) Tot dan was ik altijd wel met muziek bezig en ik wist dat ik mezelf kon raken. Door muziek te schrijven over de dingen die me bezighielden, en waarover ik moeilijk met andere mensen kon communiceren, kon ik omgaan met de werkelijkheid. Maar ineens bleek dat ik ook andere mensen kon raken. Een raar maar wel leuk gevoel. Zo is de cirkel rond: dankzij liedjes over het feit dat ik zo moeilijk verbinding kan maken met mijn medemens maak ik net verbinding met andere mensen.

Meskerem Mees en de liefde, wat mogen we daarover weten?

Mees: Dat ik zeker niet ga trouwen en zeker geen kinderen wil. Dat weet ik met alle zekerheid van de wereld. Mijn broers zullen waarschijnlijk wel kinderen krijgen, dan kan ik voor hen zorgen wanneer ik er zin in heb. En voor de rest: iedereen wordt wel een keer verliefd. Alleen is het bij mij altijd in rare omstandigheden, ik lijk het op te zoeken. Eigenlijk kun je zeggen dat ik nog nooit een echte relatie heb gehad. Wel langeafstandsrelaties, omdat ik die afstand nodig lijk te hebben. 24/7 mijn leven met iemand delen, kan ik niet. Veel mensen hangen erg vast aan hun partner, alsof ze plots stoppen met een individu te zijn. En als het misgaat, moeten ze zichzelf weer helemaal bij elkaar rapen. (zwijgt even) Ik krijg vaak te horen dat ik mezelf niet durf te ‘geven’ en ‘bang ben om graag gezien te worden’. Maar dat is het echt niet. Ik ben op dit moment gewoon gelukkig alleen. Ik ben niet bang om alleen te zijn, daar ben ik al over. Hetzelfde met doodgaan, dat heb ik ook al vroeg aanvaard.

© Carmen De Vos

Wanneer er naar uw afkomst wordt gevraagd, antwoordt u meestal dat die u niet interesseert. Waarom niet?

Mees: Het is niet per se dat het me niet interesseert, maar voor andere mensen lijkt het altijd Een Belangrijke Zaak. Terwijl er niets is: ik ben geboren in Ethiopië, ik ben in een weeshuis beland en toen ik tien maanden was, ben ik geadopteerd. Meer is er niet. (zwijgt even) Een tijdje geleden mocht ik op de koffie bij de nieuwe Belgische ambassadeur in Ethiopië. Hij zou graag hebben dat ik er eens ga optreden. Dat lijkt me interessant. Ik heb ook een beetje contact met andere adoptiekinderen uit Ethiopië. Op mijn vijftiende ben ik met mijn adoptieouders naar mijn geboorteland op reis gegaan, en nu zou ik graag wat Amhaars (de officiële taal van Ethiopië, nvdr) leren. Het is dus niet dat het me helemaal niet interesseert. Maar ik voel er gewoon weinig bij. Misschien komt die existentiële crisis nog. Maar voorlopig is er weinig om naar te zoeken. Ik ben net Mozes, die had eerst ook geen verleden. (lacht)

Verzint u weleens een verleden voor uzelf?

Mees: Vroeger wel. Op de middelbare school zei ik altijd dat ik het kind was van Barack Obama en Beyoncé. (lacht) Daar ben ik mee gestopt.

Bent u gelovig?

Mees: Ik denk dat iedereen wel een beetje gelovig is, elk op zijn manier. Ik ben zeker niet pro religie, maar ik wil ook niet ‘nee’ antwoorden. Dan zou het lijken alsof ik erg gegrond ben in de realiteit, wat totaal niet het geval is. Ik leef in mijn eigen universum. Ik bid niet en ik ga niet naar de kerk, maar ik voel wel een zekere spiritualiteit in mijn leven.

Hoe manifesteert die spiritualiteit zich?

Mees: In intense persoonlijke ervaringen. Ik leef intens, ik zie een diepere betekenis in veel dingen en ik sta ook dicht bij mezelf. Die spiritualiteit is erg ik-gebonden. De natuur is daar zeker een medium bij. Die helpt me om me dichter bij mezelf te brengen, om de onbenulligheid van alles in te zien of net de schoonheid van wat je al hebt meegemaakt of van de mensen met wie je leeft.

Wat is voor u de zin van het leven?

Mees: Is er wel een zin? Ik moet nu denken aan een lezing van Johan Braeckman (professor filosofie, nvdr), waarin hij zegt dat het leven op zich geen zin heeft maar net zin krijgt in de verbinding met andere mensen. Door tijd door te brengen met mensen die je lief zijn, krijgt je leven zin. Dat denk ik ook wel. Al heb ik niet altijd evenveel zin om uit mijn cocon te kruipen.

U wilt ooit een boek schrijven. Als het een autobiografie zou worden, wat zou dan de titel zijn?

Mees: (denkt lang na) ‘Een vrolijk lijden’. Want is dat uiteindelijk niet de zin van het leven?

Meskerem Mees speelt op Pukkelpop in Hasselt (21/08) en op Deep in the Woods in Heer (09/09).

Meskerem Mees

– is 22 jaar

– woont in Gent

– werd geboren in Ethiopië en werd op haar tien maanden geadopteerd

– groeide op in Merendree, bij Deinze

– studeerde een jaar in Denemarken, waar ze lessen muziek, dans, koken en schilderen kreeg

– won in 2020 Humo’s Rock Rally

– bracht vorig jaar haar debuutplaat uit: Julius, met onder meer de liedjes Joe, The Writer, Where I’m From en Astronaut

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content