Helpen na een ramp? ‘Je geeft beter geen geld aan de eerste de beste Turk die in zijn auto springt’

© getty images

Wie slachtoffers van een ramp wil helpen, doet dat best financieel, zegt Antoon Vandevelde, econoom en expert hulp bij rampen. ‘In natura willen steunen, is eigenlijk een vorm van paternalisme.’

Voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië zamelde het Consortium 12-12 al 6 miljoen euro in. Dat is heel wat meer dan in 2018, toen geld werd ingezameld voor de aardbevingen in Indonesië. Naast geld zamelen mensen ook goederen in of trekken zelf naar de getroffen regio om de handen uit de mouwen te steken. Waarom doen we dat en wat is nu de beste manier om te helpen? We vroegen het aan Antoon Vandevelde, econoom en filosoof aan de KU Leuven.

Waarom voelen mensen de nood om geld te storten bij rampen zoals die in Turkije en Syrië?

Antoon Vandevelde: Uit solidariteit. Maar solidariteit is niet universeel en is meestal verbonden met identiteit. Hoe makkelijker mensen zich kunnen identificeren met de slachtoffers, hoe sneller en meer geld ze zullen geven. De herkenbaarheid van slachtoffers en van het probleem bepaalt dus mee hoe groot de solidariteit uiteindelijk zal zijn. Zo zien we in de cijfers dat gelijkaardige rampen elders soms totaal andere bedragen opleveren.

Mensen van Turkse origine zetten nu massaal acties op poten. Hetzelfde geldt voor mensen die daar ooit op bezoek zijn geweest en een band hebben opgebouwd met de regio en de bevolking. Solidariteit is dus de bereidheid om te delen met wie men zich min of meer kan identificeren.

Die solidariteit vloeit voort uit het ethisch principe van het humanitarisme. Dat stelt dat wanneer er mensen in hoge nood zijn en de hulp voor jezelf weinig kosten inhoudt, je de plicht hebt om te helpen. Aangezien wij rijk genoeg zijn, moeten wij dus ons steentje bijdragen.

Waarom is financiële hulp bij zo’n ramp belangrijk?

Vandevelde: Wanneer zo’n ramp zich voordoet, hebben mensen in de eerste plaats nood aan geld, voedsel, kleren en onderdak. Maar goederen van hieruit opsturen is niet altijd efficiënt.

‘Geld geven is de meest rationele optie omdat de ontvangers beter weten welke zaken eerst nodig zijn dan de schenkers die verder van het probleem verwijderd zijn. Bovendien zorgt het opsturen van kleren en voedsel vaak voor een gigantisch logistiek probleem.

Toch voelen mensen de drang om er fysiek te gaan helpen of goederen in te zamelen.

Vandevelde: ‘Inderdaad. De schenker is altijd geneigd om in natura te steunen. Hij denkt dat de hulp zo op de juiste plek terecht zal komen en dat er dan minder kans is op misbruik. Daarom ook dat mensen meer geneigd zijn om een bedelaar een sandwich te geven dan hem wat geld toe te stoppen. Eigenlijk is dat een vorm van paternalisme: we willen helpen, maar alleen met wat volgens ons nodig is.

De angst voor corruptie is deels terecht, dat risico heb je altijd. Maar ook bij de verdeling van goederen is misbruik mogelijk. Zo zijn er gevallen bekend van hulpgoederen waar expliciet op de verpakking vermeld stond dat ze niet mochten verkocht worden, maar dan toch massaal op de zwarte markt terechtkwamen.

De hulpbehoevenden zelf ontvangen liever geld. Ze willen zo veel mogelijk vrijheid om te doen wat ze willen met de aangeboden hulp. Familieleden van hulpbehoevenden sturen ook meestal geld op. Ze doen dat vanuit het idee dat door hen koopkracht te verlenen het grootste probleem wordt opgelost. De plaatselijke ngo’s zorgen er ook effectief voor dat de meest noodzakelijke goederen ter plaatse raken.

Aan welke organisaties maak je het best geld over?

Vandevelde: Ngo’s die ervaring hebben met dat soort rampen kunnen veel meer doen met je geld dan de eerste de beste Turk die in zijn auto springt en naar daar rijdt. In de eerste fase van zo’n ramp is tijd en efficiëntie van cruciaal belang. Je kunt je geen beginnersfouten permitteren. Bovendien zullen mensen uit de diaspora in de eerste plaats hun eigen netwerk bedienen. Ze steunen vooral op kennissen in de regio en dat is niet altijd de beste manier om middelen te verdelen.

Zelf zou ik ook nooit storten op een rekening van de Turkse regering. Sommige gouvernementele organisaties zoals B-FAST doen uitstekend werk, maar zeker voor landen als Turkije en Syrië houdt partijdigheid een groot gevaar in. Als noodhulp volledig in de handen van overheden geschoven wordt, dreigt die alleen terecht te komen in de gebieden die het regime steunen.

Je schrijft het best geld over naar bestaande ngo’s met ervaring in de regio en een goed track record op vlak van omgang met giften. De meeste ngo’s publiceren jaarverslagen voor hun schenkers waarin ze verklaren wat er met hun giften is gebeurd. Als een ngo ook kan toegeven wanneer een actie gefaald heeft, durf ik hen mijn geld toe te vertrouwen.

Stort je dan het best aan Belgische ngo’s of aan lokale organisaties?

Vandevelde: Het is als persoon onmogelijk om vanuit België in te schatten welke organisaties je kunt vertrouwen. Je schrijft dus beter over naar een internationale ngo of haar Belgische afdeling. Zij werken op hun beurt samen met lokale partners en selecteren die op basis van hun betrouwbaarheid. 

In België zamelt het Consortium geld in, maar je kan ook nog altijd geld overmaken naar de afzonderlijke humanitaire organisaties. Er zijn er een aantal waarvan je relatief zeker kan zijn dat het geld en de middelen rechtvaardig verdeeld worden onder de getroffen bevolking.

Maar het grootste probleem is niet hoeveel geld er bij de slachtoffers raakt, maar of het wel bij álle slachtoffers raakt. Daarom hamer ik zo op het steunen van onpartijdige en ervaren organisaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content