Liesbeth Homans (N-VA)

Liesbeth Homans: ‘Confederalisme eindigt waar democratie begint’

Liesbeth Homans (N-VA) Vlaams Viceminister-president en minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kanse

Liesbeth Homans antwoordt op een onderzoek dat peilde naar verzuchtingen en angsten waarmee de Vlaming kampt als hij naar de toekomst kijkt.

‘En helemaal onderaan het prioriteitenlijstje staat meer Vlaamse autonomie’. De media leken er wat schik in te hebben toen ze deze analyse maakte van het VRT-onderzoek dat de naam ‘De foto van Vlaanderen’ had meegekregen. Een onderzoek dat peilde naar verzuchtingen en angsten waarmee de Vlaming kampt als hij naar de toekomst kijkt. De boodschap voor de goede verstaander was duidelijk: ‘Confederalisme, daar ligt niemand van wakker. Dat zal de N-VA de komende maanden dus maar eens goed moeten uitleggen.’

Sta me toe om dat dan ook te doen. Allereerst verbaast het me niet dat de vraag naar meer autonomie onderaan in de prioriteitenlijst bengelt. Met een score van 26 procent zou ik het niet onbelangrijk durven noemen, maar ik geef het toe: het is geen argument waar je de politieke hemel mee kan bestormen. Sterker nog, vanuit het perspectief van de burger ben ik het eigenlijk wel eens met de plaats die het inneemt op de prioriteitenlijst. Het bewijst dat de beschuldigingen van Vlaamse navelstaarderij nergens op slaan. Ook ik vind het belangrijker dat we een sociale zekerheid en pensioenregeling hebben die u, mij en onze kinderen een gezonde, oude dag garandeert. Welke vlag die lading dekt, is echt wel van minder belang. En ik ben het volmondig eens met jongeren die dromen van een betaalbare, fijne woning. De naam van het land waar die woning op staat, daar lig ik ook minder wakker van. Als ik recht zoek via justitie is het belangrijker dát ik die krijg, dan van wie ik die krijg. En ja, nieuwkomers die naar hier komen en beroep doen op ons sociaal systeem, zijn terecht een veel grotere bezorgdheid dan de vraag of ze straks de Brabançonne of ‘De Vlaamse leeuw’ kunnen zingen.

Waarom is confederalisme dan wel zo belangrijk voor onze partij? Het antwoord is eenvoudig: om al bovenstaande verzuchtingen aan de Vlaming te kunnen garanderen. Om de politieke en maatschappelijke keuzes die hij maakt via verkiezingen ook te vertalen in een beleid waarvoor hij gestemd heeft. Confederalisme is geen doel op zich. Het is een middel om democratie, justitie, woonbeleid, integratie, pensioen en gezondheidszorg op maat van de burger aan te bieden. Dat gebeurt vandaag niet. De Vlaamse stem op het federale niveau heeft lang niet het gewicht die ze zou moeten hebben. Dat geven de Vlaamse regeringspartijen zelf grif toe. Als ze dat al niet woordelijk doen zoals Open VLD, dan wel via het zeer beperkte aandeel van hun programma dat ze verwezenlijkt hebben. Uiteraard neem ik ze dat kwalijk, maar er zijn verzachtende omstandigheden. En dan heb ik het over de Belgische structuren die een beleid dicteren op maat van twee verschillende democratieën en de absolute garantie vormen dat geen van beide democratieën een beleid op maat van hun burgers kunnen aanbieden. Vindt u het dan gek dat de politiek nooit hoogt scoort in vertrouwenslijstjes bij de burger? Aan Vlaamse kant komt daar nog eens een peperdure factuur bovenop die men jaarlijks in de vorm van miljardentransfers ziet opgaan in de Belgische mist. Het doorbreken van die Belgische structuren die nefast zijn voor democratie, economie en gezondheidszorg, is geen eigenwaan. Het is de verantwoordelijkheid van iedere politieke partij die zijn kiezers geen beloftes wil doen die ze onmiddellijk na de verkiezingen opnieuw moet inslikken. Dat is confederalisme. Niet zaligmakend op zich, dat zal u mij nooit horen beweren. Het is het gelijk leggen van de lat, zoals die in andere Europese democratieën ligt. Confederalisme eindigt waar democratie begint.

Tot slot nog één voorbeeld over van hoe meer autonomie wel degelijk het beleid dichter bij de burger brengt, en dat vanuit mijn eigen werkveld als Antwerps schepen voor integratie en OCMW-voorzitter. In Antwerpen word ik dagelijks geconfronteerd met de desastreuze gevolgen van de federale snel-Belgwet. Een aanslag op het OCMW van iedere grotere stad die we moeten ombuigen tot een positief verhaal. Dat doen we dan ook. Vandaag stellen Vlaanderen en de steden via de verworven bevoegdheden alles in het werk om de instroom in goede banen te leiden. Vereisten inzake taalkennis, inburgering en integratie zijn ingevoerd. Voor het eerst sinds de migratiegolven in België, worden nieuwkomers niet meer aan hun lot over gelaten en krijgen ze de kans om volwaardig Vlaming onder de Vlamingen te worden. Mensen die kunnen bouwen aan een eigen toekomst en kunnen bijdragen tot de toekomst van het land. We zijn er nog lang niet en het blijft vechten tegen de bierkaai, maar we gaan vooruit. Maar is het niet onze politieke plicht om te eisen dat wanneer Vlaanderen instaat voor de zorg en activering van deze mensen, ze ook moet kunnen beslissen over een streng maar rechtvaardig migratiebeleid met een efficiënt terugkeerbeleid als sluitstuk? Ook dat is confederalisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content