In het Oost-Vlaamse Sint-Martens-Latem ligt de levensverwachting, met gemiddeld 84,2 jaar, het hoogst, in het Vlaams-Brabantse Drogenbos met gemiddeld 77,7 jaar het laagst. Dat blijkt uit een studie van ULB en KUL naar de armoede.
Dat schrijven de Mediahuiskranten en Het Laatste Nieuws. Voor dat onderzoek baseerden de onderzoekers zich op het inkomen, maar ook de toegang tot gezondheidszorg, scholing en levensverwachting werden mee in de vergelijking genomen.
In het hele land scoort het Henegouwse Dour het laagst. Daar worden mensen gemiddeld 76,5 jaar, of een verschil van 8 jaar met Sint-Martens-Latem. “Toch een tiende van iemands leven”, zegt sociaal geograaf Maarten Loopmans van de KU Leuven. “Dat is veel voor een klein land als België. Je zou verwachten dat de toegang tot de gezondheidszorg dat gedeeltelijk uitvlakt, maar dat blijkt niet het geval.”
“Een lagere levensverwachting is deels een effect van armoede of sociale uitsluiting, maar is er ook mee de oorzaak van”, legt Loopmans uit. Op die manier bestaat er een verhoogd risico op vroeger overlijden in de industriegebieden en in streken waar veel arbeiders wonen. De onderzoekers stelden ook vast dat de levensverwachting in sommige gebieden met veel armoede, zoals sommige Brusselse wijken met een grote Marokkaanse gemeenschap, de levensverwachting toch hoger ligt dan verwacht.
Volgens de ULB-onderzoekers heeft dat wellicht te maken met het mediterraans voedingspatroon. (Belga/JH)
