Leer je kind dankbaarheid: ‘”Dank je” zeggen is meer dan dressuur’

© iStock

Sinterklaas, Kerstmis, Nieuwjaar: de komende weken wordt uw kroost weer uitgebreid verwend met cadeaus. En toch lijkt een eenvoudig ‘dankjewel’ voor veel kinderen een opgave. Hoe pak je dat als ouder aan, een dankbare kroost opvoeden?

‘Wat zeg je dan?’ Het is een zinnetje dat veel ouders tot in den treure herhalen. Wanneer hun dreumes een verjaardagscadeau krijgt, maar ook een snoepje van de buurvrouw of een vleesje bij de slager. De meeste kinderen zijn daar oprecht blij mee en proppen het gauw in hun mond, maar vergeten de beleefdheidscode die erbij hoort. En dus drillen ouders die erin. ‘Bij heel jonge kinderen is dat zinvol’, zegt pedagoog Hans Van Crombrugge (Odisee). ‘Kinderen krijgen nu eenmaal veel mee omdat ouders erop blijven hameren. Stilzitten aan tafel, bijvoorbeeld, of zwijgen als een ander praat. En dus ook “dank je” zeggen. Als ouder is het je taak om geregeld te zeuren, hoe vervelend dat ook is. Maar bij oudere kinderen heeft dat weinig zin meer. Dan is het vooral belangrijk om te praten over waarom je iemand bedankt. Stel dat je kind van oma een nieuwe pyjama krijgt waar het helemaal niet blij mee is, en dat ook duidelijk laat merken. Op het moment zelf zwijg je beter als ouder – je wilt je kind niet met schuldgevoelens opzadelen – maar nadien kun je er wel over praten. Leg uit dat oma die pyjama met de beste bedoelingen heeft gekocht en dat ze haar kleinkind graag wilde verrassen. Je moet je kind geen valse dankbaarheid leren, het hoeft geen enthousiasme over die pyjama te veinzen. Maar je kunt het wel leren dankbaar te zijn voor het gebaar op zich. Door over zulke zaken te praten, geef je waarden mee. Anders is het gewoon dressuur.’

Leer je kind dankbaarheid: '
© Bart Schoofs

Als ouder hebben we allemaal bepaalde waarden die we willen overdragen, maar makkelijk is dat niet. Want je wilt natuurlijk dat je kind niet alleen ‘dank je’ zegt, maar het ook echt meent en voelt. ‘Zulke gevoelens heb je als ouder heel moeilijk in de hand’, vertelt Van Crombrugge. ‘Al is één ding cruciaal: zelf het goede voorbeeld geven. Toon als ouder ook zélf dankbaarheid. Zeg dankjewel of glimlach als iemand iets voor je doet. En bied je kind de ruimte om iets voor jou te doen. Veel ouders durven niet aan hun kinderen te tonen dat ze een moeilijke dag hadden op het werk, omdat ze hen daar niet mee willen opzadelen. Maar je kind mag gerust bezorgdheid tonen, waarop jij als ouder weer dankbaar kunt zijn. Dat is voorleven.’

Inflatie van sintbezoeken

Dankjewel zeggen wanneer je van de slager een sneetje kalfsworst krijgt en ook oprecht dankbaar zijn: dat is één ding. Maar hoe kan een kind dankbaarheid tonen aan Sinterklaas? Wanneer de cadeaus uitgestald aan de schoorsteen liggen, is die toch al lang weer op weg naar Spanje? Heel wat ouders proberen dat creatief op te lossen door hun kind nog een bedankbriefje te laten schrijven. Maar dat zou Van Crombrugge niet aanbevelen. ‘Het benadrukt toch weer de “voor wat hoort wat”-logica die we vaak aan cadeaus verbinden. Mensen worstelen al eeuwenlang met een dubbel gevoel wanneer ze iets krijgen: enerzijds zijn ze dankbaar, anderzijds voelen ze zich schuldig. De filosoof Immanuel Kant zei al dat het immoreel is om iemand iets te geven, omdat je die persoon dan in een onmogelijke positie plaatst: vanaf het moment dat je iets gekregen hebt, is elk geven een “terug-geven” en dus niet meer evenwaardig. Wellicht verklaart dat het opbod dat vaak ontstaat: je geeft meer om je schuld af te lossen, waarop de andere ook weer méér geeft enzovoort. Persoonlijk zou ik vooral blij zijn om te zien dat mijn kind meteen met dat speelgoed van de Sint begint te spelen. Zo toont het zijn dankbaarheid op een heel spontane manier. Dat kun je als ouder ook benadrukken: “Dat zou de Sint graag zien!” Onder volwassenen is dat ook zo: als je iemand een bos bloemen geeft, wil je liever dat hij die meteen in een vaas zet, in plaats van ze zomaar op tafel te leggen.’

Leer je kind dankbaarheid: '
© Bart Schoofs

En dan is er nog één ding dat Van Crombrugge van het hart moet: ouders geven vaak te veel. ‘We zijn allemaal doordrongen van de economische logica dat cadeaus vooral heel groot en waardevol moeten zijn. Om nog te zwijgen van de inflatie van sintbezoeken. Waarom moet die bij de ouders, grootouders, meters én peters komen? Als familie kun je beter afspreken dat de Sint maar op één plek komt. En kies ook liever één cadeau dat je kind echt graag wil, in plaats van het te overladen. Want als kinderen altijd alles krijgen, zullen ze dat ook vanzelfsprekend vinden en zal het gevoel van dankbaarheid afvlakken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content