Laurette Onkelinx over fusie van Brusselse politiezones: ‘Dat ze het eerst maar eens in Vlaanderen proberen’

Laurette Onkelinx: 'Na dertig jaar in de politiek had ik het allemaal al eens gezien. Ik was een beetje afgestompt geraakt.' © Debby Termonia
Han Renard

De harten van de mensen heroveren zal wat tijd vragen,’ zegt PS-voorvrouw Laurette Onkelinx, ‘maar mijn partij is op de goede weg.’ Voor de toppolitica zelf nadert de eindhalte: dit najaar kondigde ze haar vertrek uit de politiek aan.

Voor de PS was 2017 een jaar om snel te vergeten. Na bijna twee jaar politieke en financiële schandalen rond het Luikse intergemeentelijke bedrijf Publifin, barstte de bom bij de Brusselse daklozenorganisatie Samusocial. Socialistische bestuurders bleken zichzelf riant te hebben vergoed voor niet-bewezen diensten, op kosten van de daklozen. Ook al was ze op geen enkele manier bij de schandalen betrokken, voor Laurette Onkelinx was dat hoe dan ook een blamage. Ooit weggevlucht of weggejaagd – al naar gelang de bron bij de PS – uit de door schandalen en de moord op André Cools verscheurde Luikse PS-federatie, had ze haar kritiek op de Luikse kameraden in de Publifin-affaire niet gespaard. Nu zat de voorzitster van de Brusselse PS-federatie opgescheept met een nog pijnlijker affaire.

Yvan Mayeur is nu een wanhopig man. Ik hou niet van de manier waarop hij tot zijn misstap wordt herleid.

Uiteindelijk liquideerde Onkelinx, na eerst te hebben geaarzeld, haar politieke buddy Yvan Mayeur, de Brusselse burgemeester. In de nasleep daarvan kondigde ze op een emotionele persconferentie aan dat ze in 2019 definitief de politiek zou verlaten. Een keuze waarmee ze, af te lezen aan haar stralende en energieke verschijning vandaag, best gelukkig is.

U hebt kennelijk geen spijt van uw besluit.

Laurette Onkelinx: Zeker niet! Dertig jaar lang heb ik intens aan politiek gedaan. Ik had het gevoel dat ik het allemaal al eens had gezien. Ik was een beetje afgestompt geraakt.

Ik had natuurlijk ook gewoon rustig kunnen afbouwen en bij de volgende verkiezingen opnieuw lijsttrekker en volksvertegenwoordiger worden. Maar daar had ik geen zin meer in. Ik wil mijn vrijheid herwinnen, opnieuw meester van mijn eigen toekomst worden. Stilzitten zal ik niet. Ik zal blijven strijden tegen onrechtvaardigheid, maar op een andere manier.

Heeft uw besluit er ook mee te maken dat u, althans volgens velen, verkeerd gecast was als oppositieleidster in de Kamer, nadat u vijftien jaar lang vicepremier was geweest?

Onkelinx: Helemaal niet, en dat heb ik ook nooit zo aangevoeld. Ik heb destijds zelf aan Elio Di Rupo voorgesteld om fractievoorzitter te worden, en ik vind dat ik het er prima van heb afgebracht. Bij het aantreden van de regering-Michel in 2014 heb ik een vliegende start genomen: daar waren vriend en vijand het over eens.

Toch is zeker het voorbije politieke jaar voor u geen pretje geweest: nadat het Samusocial-schandaal was losgebarsten, moest u uw politieke vriend Yvan Mayeur tot ontslag dwingen.

Onkelinx: Ook dat heeft niet meegespeeld in mijn besluit om ermee te stoppen. Gemakkelijk was het niet: ik ken Yvan Mayeur goed. Hij heeft een fout gemaakt en is daarvoor zwaar gestraft, maar ik hou niet van de manier waarop hij nu tot die misstap wordt herleid. Hij is helemaal niets meer. Een wanhopig man. Ik wil alle goede dingen die hij heeft gedaan niet vergeten. Hij heeft Samusocial opgericht en daarmee een bijdrage geleverd aan de strijd tegen de armoede in Brussel. Ook als OCMW-voorzitter heeft hij uitzonderlijk werk verricht.

Natuurlijk stemde de situatie van mijn partij me het voorbije jaar niet vrolijk, met de affaires in Luik en Brussel, maar we hebben de zaak onder controle gekregen. De individuele betrokkenen zijn gestraft en uit de partij gezet, en onze interne deontologische regels zijn aangescherpt. We eisen nu van al onze mandatarissen volledige transparantie over hun vergoedingen. Burgemeesters of schepenen uit gemeenten met meer dan 50.000 inwoners zullen in de toekomst geen ander politiek mandaat meer kunnen uitoefenen. Na de volgende verkiezingen zal daardoor een nieuwe generatie PS-volksvertegenwoordigers in de verschillende parlementen verschijnen. Dat is een goede zaak. In de wanhoop ontstaan soms de kiemen van een mooiere toekomst. De schandalen hebben ons wakker geschud.

Laurette Onkelinx over fusie van Brusselse politiezones: 'Dat ze het eerst maar eens in Vlaanderen proberen'
© foto’s Debby Termonia

Gaat u nu niet te snel over de moeilijkheden van uw partij heen? De peilingen blijven desastreus voor de PS.

Onkelinx: Dat waren ze ook na de schandalen in Charleroi, meer dan tien jaar geleden. Maar ook toen hebben we onszelf opnieuw uitgevonden en bij de volgende verkiezingen een mooi resultaat behaald. De harten van de mensen heroveren zal wat tijd vragen, maar mijn partij is op de goede weg.

Volgens waarnemers is voorzitter Elio Di Rupo, hoe geliefd hij ook blijft bij de PS-achterban, totaal ongeschikt als gezicht van de partijvernieuwing. Zou hij niet beter het stokje nu al aan Paul Magnette doorgeven?

Onkelinx: Gelukkig bepalen de waarnemers niet wie de PS-voorzitter moet zijn. Dankzij Elio Di Rupo was ons ideologische congres van vorige maand een succes: de partij is nu ook inhoudelijk vernieuwd. Elio blijft nog voorzitter tot 2019, en het mooie is dat er troonopvolgers klaarstaan die de toekomst van de partij kunnen verzekeren. (lacht) Aan kroonprinsen is er bij de PS geen gebrek.

U bent ook lange tijd getipt als Di Rupo’s opvolgster. Vindt u het jammer dat u nooit partijvoorzitter bent geworden?

Onkelinx: Mijn naam is vaak gevallen, ja, maar zelf heb ik het nooit ernstig overwogen. Nieuwe dingen creëren: daar heb ik in mijn carrière de grootste voldoening uit gehaald. Het Nationaal Kankerplan, het Rosetta-plan om jongeren aan een startbaan te helpen: dat vond ik het allerleukste. En met die kant van de politiek heb je als partijvoorzitter minder te maken. Het voorzitterschap is veel meer een zaak van dagelijks besturen: je moet ego’s in balans houden, het spel verdelen. Dat ligt mij minder. Ik doe mijn best als voorzitter van de Brusselse PS-federatie, maar een partij leiden is nog een ander paar mouwen.

Op haar ideologische congres heeft de PS nieuwe strijdpunten naar voren geschoven, zoals de vierdagenwerkweek met loonbehoud en gratis basisgezondheidszorg voor alle Belgen. Een duidelijke bocht naar links?

Onkelinx: Ik denk het wel. De partij heeft daar goede redenen toe. In het verleden verliepen maatschappelijke veranderingen veel langzamer. De sociaaldemocratie slaagde er toen veel beter in om antwoorden te bieden op de onrechtvaardigheden die uit die veranderingen volgden. Maar vandaag verkeert ze overal in Europa in zwaar weer: haar oude recepten werken niet meer, haar slagkracht vermindert. Ondertussen zijn de mensen bang voor hun toekomst en die van hun kinderen. Ze hebben het gevoel dat ze uit de boot zullen vallen. Dan is het niet abnormaal dat ze gerustgesteld willen worden en op zoek gaan naar sterk politiek leiderschap. Daarom móést de PS opnieuw in de aanval gaan.

Gratis basisgeneeskunde zou ons goed 100 miljoen euro kosten: dat is geen onoverkomelijke investering.

Neem de gezondheidszorg. België heeft een prachtig stelsel, dat weet iedereen die weleens een tijdje in het buitenland heeft gewoond. Tegelijkertijd stellen steeds meer Belgen een doktersbezoek uit om financiële redenen. Gratis basisgeneeskunde zou ons goed 100 miljoen euro kosten: dat is geen onoverkomelijke investering, als je ziet hoe er in andere sectoren met geld wordt gesmeten.

En wat de arbeidsmarkt betreft: de digitale economie zal banen scheppen maar er ook vernietigen. Bovendien zijn de mensen doodmoe – we hebben nog nooit zo veel burn-outs gehad. Voor ons is de vierdagenweek een oplossing. Daarop hoor je dezelfde protesten van werkgevers als altijd. Maar elke vorm van collectieve arbeidsduurverkorting die we in de loop van de geschiedenis hebben doorgevoerd, heeft de economische groei en de productiviteit alleen maar bevorderd.

Hebben sociaaldemocraten het ook lastig omdat de veranderingen die u beschrijft vaak internationaal zijn, terwijl de sociaaldemocratie de natiestaat als actieterrein heeft?

Onkelinx: Ja. Natuurlijk is Europese samenwerking een fantastisch idee, maar ten eerste: daardoor vermindert de invloed van nationale politici, en dus ook die van de burger. En ten tweede: zo ontstaan er ook wrijvingen tussen regio’s als Brussel en Wallonië, die een linkser beleid vragen, en het Europese niveau, waar rechtse politici in de meerderheid zijn. Zij leggen de lidstaten nu een heilloze bezuinigingspolitiek op, die haaks staat op het beleid dat onze burgers willen.

Maar u gaat niet zo ver als de radicaal-linkse PVDA-PTB, die alle Europese afspraken wil opzeggen?

Onkelinx: Nee. Maar in wezen is de PVDA-PTB dan ook een vakbond, geen politieke partij. Ze gelooft eigenlijk niet in de parlementaire democratie. Ze ziet het parlement alleen als een megafoon voor haar vakbondseisen. Ze wíl helemaal niet besturen. Dat heeft haar voorzitter Peter Mertens recent nog gezegd in het partijblad Solidair: ‘In een regering stappen? Geen sprake van.’

In Le Soir zei hij anders dat hij openstaat voor een linkse coalitie met de socialisten en de groenen.

Onkelinx: En meteen daarna heeft hij in Solidair uitgelegd dat de journalist van Le Soir hem verkeerd had begrepen.

Sorry, maar de PS is uit totaal ander hout gesneden. Wij zijn een politieke partij. We denken niet alleen na over maatschappelijke hervormingen, we willen ze ook uitvoeren.

Laurette Onkelinx over fusie van Brusselse politiezones: 'Dat ze het eerst maar eens in Vlaanderen proberen'
© foto’s Debby Termonia

U gelooft dus niet in de droom van Thierry Bodson, de topman van de Waalse vleugel van het ABVV, om na 2019 – als het mathematisch kan – samen met de PTB een Waalse regering te vormen?

Onkelinx: Daar hoeven we toch geen woorden meer aan vuil te maken? Het is een hersenschim, alleen al omdat de PVDA-PTB, zoals gezegd, een regeringsdeelname uitsluit.

Bovendien zijn de PS en de PVDA-PTB inhoudelijk heel verschillend. De PS heeft kritiek op het huidige Europese beleid, maar dat betekent niet dat we eerst alle Europese verdragen van tafel willen voordat we nog maar aan regeringsonderhandelingen beginnen.

Vergeet ook niet dat de PVDA-PTB een unitaire partij is waarin Peter Mertens alles beslist. Toen ik formateur van de Brusselse regering was, was het niet Raoul Hedebouw die is komen opdagen. En in Wallonië zal hij dat evenmin doen. Hij is slechts de nationale woordvoerder.

U wilde ook niets weten van de voorstellen die John Crombez en Pascal Smet, respectievelijk SP.A-voorzitter en -minister in Brussel, onlangs in Le Soir deden: de negentien Brusselse gemeenten fuseren, de zes politiezones fuseren, en naar minder Brusselse parlementsleden gaan. U bestempelde dat in een tweet als pure onzin.

Onkelinx: Die voorstellen kennen we toch al lang? Waarom komt de SP.A daar nu in hemelsnaam weer mee aanzetten?

Het was allicht een reactie op de recente rellen in Brussel.

Onkelinx: Of de Brusselse gemeenten nu verdwijnen of niet, maakt voor die rellen geen enkel verschil. En waarom wil de SP.A die fusies alleen in het Brusselse gewest? Waarom stelt John Crombez niet hetzelfde voor in Vlaanderen?

(zucht) Sommigen weigeren het te erkennen, maar Brussel is een volwaardig en bovendien tweetalig gewest. Dat tweetalige karakter wil ik met hand en tand verdedigen: het Brusselse gewest is daardoor uniek in België, het is een troef.

Waarom houden Vlamingen eigenlijk niet van Brussel? Brussel is leuk, hoor. Het is een mooie, gastvrije en kosmopolitische hoofdstad. In plaats van de hele tijd te zeggen dat het Brusselse gewest moet verdwijnen en dat Brussel één grote stad moet worden, zouden de Vlamingen moeten zeggen: ‘We houden van Brussel.’ In vergelijking met Parijs of Londen is het een hoofdstad met een menselijk gelaat.

Maar goed, misschien moeten we het aantal Brusselse politieke mandatarissen inderdaad verminderen. Laten we daarover onderhandelen. De PS gaat op dat vlak trouwens verder dan de SP.A: wij stellen voor om het aantal Brusselse parlementsleden te beperken tot zestig. Daar willen de Vlamingen dan weer niet aan, omdat ze dan te weinig verkozenen zouden hebben.

Jan Jambon kan misschien beginnen met een pilootproject in Vlaanderen: een grote Vlaamse politiezone.

Voor de PS mogen trouwens ook de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel op de schop. Eén gewest, negentien gemeenten en klaar: dat zou veel beter zijn.

U ziet dus niet de disfuncties die volgen uit de versnippering van bevoegdheden over negentien gemeenten of ‘baronieën’, zoals ze ook worden genoemd?

Onkelinx: Maar dat is precies hetzelfde in Vlaanderen! Antwerpen grenst ook aan andere gemeenten, en als het Vlaamse gewest iets beslist, moet het ook rekening houden met Gent, Antwerpen, Oostende of Vilvoorde. Dat er meer moet worden samengewerkt, spreekt voor zich. Maar ik begrijp die Vlaamse obsessie met de Brusselse structuren niet. Waarom gelden er voor Brussel andere criteria?

Waarom wilt u per se de negentien gemeenten behouden?

Onkelinx: Iedereen klaagt over de kloof tussen burger en politiek, maar ga eens aan een inwoner van Schaarbeek, Elsene of Ukkel vertellen: ‘Uw gemeente verdwijnt.’ Je zult een opstand krijgen. De mensen zijn erg gehecht aan hun gemeente, omdat het nog een beleidsniveau is dat ze begrijpen. Als er één plek is waar burgers aan het beleid kunnen participeren en waar politici aanspreekbaar zijn, is het wel de gemeente. Laten we Brussel dus niet ontmenselijken.

Hoe komt het dat we u niet hebben gehoord over de rellen in Brussel?

Onkelinx: Mijn reactie op die rellen is precies dezelfde als die van burgemeester Philippe Close (PS): Brussel heeft dringend extra politieagenten nodig. Die aanbeveling hebben Franstaligen en Vlamingen ook haast unaniem laten opnemen in het eindrapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart.

Volgens minister van Justitie Koen Geens (CD&V) is er een mentaliteitsprobleem bij justitie in Brussel. Te easy going, luidt zijn oordeel.

Onkelinx: Daar ga ik volstrekt niet mee akkoord. Ik wacht nog altijd op de bewijzen waarmee Geens zijn bewering kan staven. Men zoekt in dit dossier naar een zondebok, maar de objectieve vaststelling is dat er te weinig agenten zijn. Bovendien: álle grote steden worden weleens met rellen geconfronteerd. Maar als er in Brussel iets gebeurt, is het hek van de dam.

Laat me een ander voorbeeld geven: Fouad Belkacem, de oprichter van Sharia4Belgium. Dat was een Antwerpenaar – daar zijn we het toch nog over eens? Hebben de Brusselaars en de Walen toen gezegd: ‘Daar heb je het weer: typisch Antwerpen. We moeten Antwerpen compleet hervormen om nieuwe Belkacems te voorkomen’? Of neem Hans Van Themsche en zijn racistische moorden in het centrum van Antwerpen, in 2006. Hebben wij toen gezegd: ‘Zo kan het echt niet verder met Antwerpen’? Nee, we hebben in de Kamer een nieuwe wapenwet mee goedgekeurd.

Heus, dat constante Brussel-bashen gaat op den duur vervelen.

Heus, dat constante Brussel-bashen gaat op den duur vervelen.

Maken Vlaamse partijen politiek misbruik van de gebeurtenissen in Brussel?

Onkelinx: Dat vind ik wel.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) heeft het toch niet aangedurfd om de fusie van de Brusselse politiezones eenzijdig door te drukken.

Onkelinx: Hij kan misschien beginnen met een pilootproject in Vlaanderen: één grote Vlaamse politiezone. Ik ben benieuwd. De politiezones fuseren zal in Brussel ook niets oplossen: je zult eindigen met een politie die het terrein veel minder goed kent.

Tot slot: wat denkt u als vrouwelijke politica en jarenlange voorvechtster van vrouwenrechten van de #MeToo-beweging?

Onkelinx: Ik heb er een dubbel gevoel bij. In Frankrijk vaart die beweging onder de vlag ‘Balance ton porc’(‘Verlink je varken’, nvdr.) en daar sta ik toch wat van te kijken: zo’n grootschalige sociale mediacampagne waarin vrouwen mannen publiekelijk voor de leeuwen gooien. Dat kan makkelijk tot ontsporingen leiden. Tegelijkertijd durven vrouwen die zijn lastiggevallen dankzij #MeToo eindelijk vrijuit te spreken – dat zie ik natuurlijk ook wel. Ze voelen zich niet meer alleen, er is een nieuwe solidariteit gegroeid: uiteindelijk weegt dát voor mij toch zwaarder door dan het risico op ongewenste bijwerkingen.

Laurette Onkelinx

1958: geboren in Ougrée

Studie rechten aan de Universiteit van Luik

1987: wordt voor het eerst verkozen in de Kamer, voor de PS

1992: begon haar ministeriële loopbaan als federaal minister van Sociale Integratie

1993-1999: minister-president van de Franse Gemeenschapsregering

1999-2014: vicepremier en minister van Werkgelegenheid, Justitie en Sociale Zaken in opeenvolgende federale regeringen

Sinds 2013: voorzitter van de Brusselse PS-federatie

Oktober 2014-september 2017: PS-fractievoorzitter in de Kamer

Partner Content