Vrije Tribune

‘Laten we de roepers van het podium halen, en experten aan het woord laten over het klimaat’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Dat de discussie nog steeds gevoerd wordt, moet de wenkbrauwen doen fronsen’, schrijft bioloog en statisticus Joris Meys over de uiteenlopende reacties op de jongeren die ‘spijbelen’ voor het klimaat.

Dankzij de acties van onze ‘bosbrossers’ staat klimaat opnieuw op de agenda. Maar de toon van de discussie stelt mij en andere wetenschappers niet echt gerust, integendeel. Over de opinie van Jean-Marie Dedecker wil ik hier zelfs niet hebben, dat heb ik elders al gedaan.

De manier waarop de discussie nog steeds gevoerd wordt, moet de wenkbrauwen doen fronsen. De fysica waarop ons begrip over de opwarming van de aarde gebaseerd is, staat vast. Die fysica heeft ook niks te maken met geloof of zelfs maar “consensus”, zoals critici beweren. Bovendien is die kennis ook niet nieuw.

John Tydall, een Ierse natuurkundige, beschreef al in 1859 hoe CO2, waterdamp en sommige andere gassen warmte absorberen. De atmosfeer bevatte toen 290 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes lucht (ppm of parts per million). Dat is 0,0029% van onze atmosfeer en dat lijkt weinig, maar met de hulp van fysica kunnen we berekenen hoeveel warmte die CO2 juist absorbeert. Op basis van het werk van Tydall heeft de Zweedse fysicus Svante Arrhenius dat ook gedaan. Zijn berekeningen voorspellen een stijging van enkele graden op aarde als de CO2 concentratie in de lucht verdubbelt. Zijn werk verscheen in 1896, en de CO2 concentratie bedroeg toen 300 ppm.

Laten we de roepers van het podium halen, en experten aan het woord laten over het klimaat.

De eerste krantenartikels over deze mogelijke opwarming dateren al van 1912. In 1938 legde de engelse ingenieur Guy Callendar de berekeningen van Arrhenius naast de toen beschikbare data. Het werk van Callendar legt voor de eerste keer het verband tussen de waarnemingen op dat moment, en de voorspellingen van de fysica. De planeet was aan het opwarmen, de concentratie CO2 bedroeg 310 ppm.

In de daaropvolgende decennia woedde de discussie verder. Er werd gezocht naar andere invloeden op het klimaat, en velen stelden zich de vraag of de mensheid de samenstelling van de atmosfeer wel kon veranderen. Daarom werden in de jaren 50 verschillende projecten opgestart die de CO2-concentratie dagelijks registreerden. De stijging die ze zagen was zo sterk dat de Amerikaanse president Lyndon Johnson een duidelijke boodschap de wereld instuurde: we dumpen met z’n allen teveel broeikasgassen in de atmosfeer. Het was 1965, de fysica stond onomstotelijk vast, en de CO2-concentratie was 320 ppm.

Helaas ontkennen sommigen tot op vandaag de fundamenten van die fysica, terwijl de effecten ervan al duidelijk voelbaar zijn. We blijven maar aanmodderen, tot grote frustratie van scholieren zoals Anuna De Wever en de groep jongeren die we ondertussen ‘bosbrossers’ noemen. Zelfs nadat zij met 12.000 aan de alarmbel trokken, kwam de oude rector Rik Torfs in De Afspraak niet veel verder dan ‘kind, je bent naïef’.

Zelf beseft hij amper waar onze ideeën rond klimaatopwarming werkelijk op gebaseerd zijn. Hij beweerde daar dat we niet 100% weten wat een natuurlijk en wat een menselijk proces is. De Engelse meteoroloog John Sawyer vatte nochtans al in 1972 de kennis samen over de menselijke bijdrage aan de klimaatopwarming. De bevindingen uit zijn studie “Man-made Carbon Dioxide and the Greenhouse effect” gelden vandaag nog steeds. In 1972 bedroeg de CO2 concentratie bijna 330 ppm.

Ook de uitspraken van filosoof Maarten Boudry in dit debat zijn opvallend: ‘Het klimaatprobleem zal niet opgelost worden met politiek voluntarisme of met een collectieve bewustzijnswording, maar vooral met betere wetenschappelijke kennis en technologie.’ Meer nog, hij stelt dat ‘Wie denkt dat het klimaatprobleem louter een kwestie van politieke wil is, in sprookjes gelooft’. Natuurlijk moeten we blijven investeren in onderzoek, en dan vooral naar toepassingen van reeds beschreven innovaties. Maar meer nog dan onderzoek, hebben we de politieke moed en inzicht nodig om met bestaande technologie onze economie nu al systematisch te verduurzamen.

Maar wat zien we? Het aanbod van de Lijn is de voorbije 10 jaar afgenomen, en de fiscale voordelen voor bedrijfswagens blijven. In Shenzen (China) rijdt elke bus elektrisch, terwijl in Vlaanderen de paar hybride bussen niet rijden op streeklijnen “omdat dat niet rendabel is”. Terwijl in andere landen particulieren hun overschot aan zonnestroom kunnen verkopen, kiest Vlaanderen ervoor om ‘prosumenten’ extra te laten betalen voor het gebruik van ons verouderd net. Wie kan de protesterende jongeren kwalijk nemen dat zij dat niet begrijpen? Als een 17-jarig kind op dat soort zaken wijst, wordt ze naïef genoemd. Maar toen het Kyoto protocol ondertekend werd, en noodzakelijke acties om de opwarming tegen te gaan naar voren geschoven werden, was Anuna niet eens geboren. Dat was in 1997, en de CO2 concentratie bedroeg al 360 ppm.

Econoom Geert Noels gaat nog verder, en trekt op Twitter hard van leer tegen wat hij ‘de slogans van de klimaatactivisten’ noemt. Om het in zijn woorden te zeggen: ‘Met een tweet, een betoging of economische euthanasie ga je ook geen oplossing voor de klimaatproblematiek vinden.’ .

Het klopt natuurlijk dat de Belgische economie in grote mate afhankelijk is van de petrochemische industrie. Je kan die niet van de ene op de andere dag sluiten. Wie de technologie een beetje volgt, weet echter dat de uitstoot van die industrie nog een stuk lager kan. Die veranderingen komen echter niet vanzelf. Een bedrijf gaat niet investeren in een oplossing voor een probleem op langere termijn als het op korte termijn meer profijt ziet in bijvoorbeeld plastic op basis van schaliegas. De bocht gaat er ook daar pas komen als de politiek zijn sturende functie gebruikt. Maar ook daar ziet men klimaatactie eerder als een probleem dan als een noodzaak.

Het gevolg van het gebrek aan sturing wordt pas echt duidelijk bij het energievraagstuk.

Het gevolg van het gebrek aan sturing wordt pas echt duidelijk bij het energievraagstuk. Iedereen beseft al lang dat de kerncentrales op hun laatste benen lopen. De capaciteit van onze kerncentrales zou kunnen vervangen worden door een combinatie van wind, water, zon, geothermale energie, biomassa, restwarmte,… . Willen we verder met kernenergie, moeten we weten waar we een nieuwe reactor kunnen zetten en hoe we dat gaan betalen. Maar we hebben geen plan in de ene of de andere richting, integendeel. In september was slechts 1 van de 7 kernreactoren operationeel, en hebben we vooral een pak dure stroom uit het buitenland geïmporteerd.

Nochtans praten al minstens 15 jaar over de toekomst van onze energievoorziening. Vijftien jaar geleden was Anuna 2 jaar oud, de CO2 concentratie 370 ppm.

Boudry en Noels hebben ergens wel gelijk. Je kan een economie niet op een paar jaar tijd volledig herorganiseren. Er bestaat geen mirakeloplossing tegen de klimaatsverandering. Onze enige hoop is een volgehouden inspanning met kleine stapjes, én op vele fronten, en zoiets duurt lang.

Helaas hebben we ook daar al veel te veel tijd verloren. Het eerste IPCC-rapport dateert uit 1990. Dat rapport waarschuwde al dat het wegsmelten van de ijskappen de klimaatsverandering zou versnellen. Water neemt immers veel meer warmte op dan ijs. In de permafrost van Siberië en Alaska liggen gigantische hoeveelheiden methaan opgeslagen. Dat is niet alleen een veel sterker broeikasgas dan CO2, we hebben er ook geen controle over eens dat vrijkomt.

IJsdeskundigen meten nu met stijgende verbazing hoe snel het landijs op Antarctica en Groenland de oceaan in schuift. In de zomer kan je per schip tot aan de noordpool varen. De permafrost is al jaren aan het ontdooien en geeft steeds meer methaan vrij. De CO2-concentratie bedraagt ondertussen 410 ppm, evenveel als voorspeld door het meest extreme scenario uit dat eerste IPCC rapport.

De prijs daarvoor betalen we nu al in steeds grotere economische verliezen door droogte, hittegolven en ander extreem weer. In het ‘Global Risks’ rapport van het Wereld Economisch Forum (WEF) staan de gevolgen van klimaatverandering 3 keer in de top vijf meest waarschijnlijke risico’s, en 4 keer in de top vijf risico’s met de meeste impact. In 2009 bracht de WHO een rapport uit over handel en klimaatsverandering. Daarin voorspelden ze tegen 2030 een negatieve impact van de opwarming op de landbouw in Australië. Vandaag al kookt het fruit daar letterlijk aan de bomen.

Boksmatch

En toch vragen we in Vlaanderen nog steeds of klimaatopwarming nu “consensus” is of “feit”. Elke poging tot antwoord wordt vakkundig verdronken in politieke slogans. Wetenschappers komen amper aan het woord; we vergapen ons liever aan een verbale boksmatch tussen een bende amateurs. En dan durven we te klagen over de naiviteit van een 17-jarig kind dat terecht de laksheid van de vorige generaties aan de kaak stelt.

Alleen als we nu samen aan de kar gaan trekken, kunnen we de grootste rampen nog vermijden.

Die jongeren hebben nochtans gelijk. Alleen als we nu samen aan de kar gaan trekken, kunnen we de grootste rampen nog vermijden. Laten we dus de roepers van het podium halen en het woord geven aan de wetenschappers die de data verzamelen en analyseren. Aan de ingenieurs die weten wat kan en welke risico’s daar aan hangen. Aan de analysten die de kosten afwegen tegen de baten. Aan al de mensen die rapport na rapport onze aandacht proberen te trekken, maar wiens jarenlange ervaring nog steeds wordt weggelachen door betweters met een ‘buikgevoel’.

Willen we nog een toekomst hebben, wordt het dringend tijd dat we die kennis terug waarderen en op de voorgrond plaatsen. Want als we blijven aandacht schenken aan elke brulboei, lopen we al slaapwandelend de afgrond in. Zeg dat het WEF het gezegd heeft.

Joris Meys is bioloog en statisticus aan de vakgroep Data-analyse en wiskundige modellering (Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen). Hij heeft jarenlange ervaring in het onderzoeken en modelleren van o.a. milieuvervuiling en volgt de klimaatdiscussie ondertussen meer dan 30 jaar. Deze opinie is geschreven in eigen naam.

Disclaimer: de vermelde CO2 concentraties zijn bij benadering. De werkelijke concentraties variëren doorheen het jaar volgens een seizoenale cyclus.

Partner Content