Kroniek van de week over het zootje aan herstelplannen

© belga
Ewald Pironet

De voorbije week ging het onder meer over de verschillende relanceplannen en de staatshervorming, om te beginnen in de gezondheidszorg. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.

1. Ratjetoe

‘De relancevoorstellen van de tien partijen die de volmachten van de minderheidsregering-Wilmès steunen, schieten alle kanten op. Daardoor dreigen ze geen enkel doel te raken.’

Bart Haeck en Wim Van De Velde, De Tijd, 4 juni.

Ons land wordt geleid door de restregering-Wilmès II. Dat is geen volwaardige regering. Ze kreeg wel het vertrouwen van negen partijen in de Kamer, goed voor 84 parlementsleden op 150, maar steunt alleen op MR, Open VLD en CD&V, die al de ministers leveren en samen goed zijn voor slechts 38 Kamerzetels. Ze kwam tot stand op een moment dat het coronavirus het land in zijn greep had. Dat belette niet dat de partijvoorzitters de vuilste trucs uithaalden om aan de macht te komen, zoals hier toen werd geschreven.

Ook nog even in herinnering brengen dat de doorgewinterde Guy Tegenbos in De Standaard het toen had over de ‘vunzige’ manier waarop de regering tot stand kwam: ‘Ik dacht dat ik het absolute politieke dieptepunt gezien had in de afgelopen regeerperiode, toen federale regeringspartijen vier jaar lang kibbelend over de straat rolden. Maar het echte dieptepunt kwam pas de voorbije week. Niet “Eendracht maakt macht” was het motto van de leepste onder de Belgische machthebbers, maar “Onenigheid en vuile trucs leveren mij postjes en macht”.’

Wilmès II is beperkt in samenstelling, opzet en tijd en dus allesbehalve een volwaardige regering.

Om de coronacrisis aan te pakken kreeg Wilmès II volmachten van tien partijen in de Kamer. Dat waren de negen partijen die al het vertrouwen hadden gegeven (Open VLD, CD&V, SP.A, Groen, MR, PS, CDH, Ecolo en DéFI), plus de N-VA. Die volmachten waren afgesproken voor een periode van drie maanden, dus tot eind juni, maar kunnen nog één keer met drie maanden worden verlengd. De meest partijen te verstaan gegeven dat ze de volmachten niet willen verlengen tot september. Wilmès II is dus beperkt in samenstelling, opzet en tijd. Ze is dus allesbehalve een volwaardige regering.

De beslissingen die Wilmès II neemt om de coronacrisis aan te pakken worden elke zaterdag voorgelegd aan de tien partijen die de volmachten goedkeurden. Nu die crisis (tenminste voorlopig) bezworen lijkt en de aandacht steeds meer verschuift naar de heropbouw van onze economie en samenleving, moeten belangrijke keuzes worden gemaakt, die onze maatschappij voor de volgende jaren vorm zal geven. Daar slaagt de regering-Wilmès II niet in. Zonder volwaardige regering is het lanceren van een economisch herstelplan bij voorbaat tot mislukken gedoemd.

Zonder volwaardige regering is het lanceren van een economisch herstelplan bij voorbaat tot mislukken gedoemd.

Er bestaan immers te grote verschillen over hoe dat herstel moet gebeuren. Onder meer tussen noord en zuid, en links en rechts. In De Tijd werd dat mooi gefileerd. ‘Twee breuklijnen zijn zichtbaar’, zo schrijft de zakenkrant. ‘De eerste gaat over waar de motor van de Belgische economie zit. Volgens de PS zijn dat de Belgische gezinnen, die via hun consumptie de bedrijven doen draaien. De PS is voor premies van 200 euro per maand voor mensen in armoede, zolang de crisis duurt. Ze is ook voor een eenmalige coronapremie van 1000 euro bruto voor het zorgpersoneel.

De tegenovergestelde visie is dat België – en zeker Vlaanderen – net draait op export. In die visie moeten net de havens en luchthavens draaien, zijn investeringen in infrastructuur nodig en dreigt geld voor de gezinnen ‘weg te lekken’, omdat ze er ook online buitenlandse producten mee kopen.

De tweede breuklijn gaat over de arbeidsmarkt. De linkerzijde wil de jobs van nu beschermen door ze te bevriezen, zoals het PS-voorstel om ontslag te verbieden. Waar mensen toch hun baan dreigen te verliezen, moet dat in andere linkse voorstellen worden afgeremd door de herinvoering van brugpensioen of geld voor arbeidsduurvermindering.

De tegenovergestelde visie, onder meer bij de N-VA, is dat de beste bescherming voor jobs net ligt in meer flexibiliteit, zodat het werk wordt gedaan waar klanten naar vragen. Dat betekent net soepeler regels voor overuren, arbeidsduur, openingsuren en ook ontslagen. De logica hier is dat het geen zin heeft tegen de realiteit te vechten en dat de oude jobs beter verdwijnen en plaatsmaken voor nieuwe.’

Alsof dat nog niet genoeg is, heeft elke partij ook nog eens haar eigen relancevoorstellen. En aangezien er geen volwaardige regering is, blijft het bij een ratjetoe, terwijl we net nu behoefte hebben aan een duidelijk en breed gedragen herstelplan. Dat zit er niet meteen in. Het is de tol van een uitgeleefd land. We kunnen dat missen op het moment dat we proberen uit het dal te klimmen van de ergste economische crisis sinds de wereldoorlogen.

2. Versnippering

‘Door de coronacrisis is het voor iedereen pijnlijk duidelijk geworden dat het systeem op is.’

Margot Cloet, topvrouw Zorgnet-Icuro, De Tijd, 4 juni

De coronacrisis heeft veel pijnpunten in ons land duidelijk gemaakt. Onder meer dat de zesde staatshervorming een miskleun was. Dat wisten we al, maar nu kan niemand er nog omheen. De zesde staatshervorming, afgeleverd door de regering-Di Rupo, zorgde onder meer voor een totale versnippering van het zorgbeleid over de regionale en federale regering.

De zesde staatshervorming was een miskleun was. Dat wisten we al, maar nu kan niemand er nog omheen.

In een interview met De Tijd geeft Margot Cloet, topvrouw Zorgnet-Icuro, enkele voorbeelden die aantonen dat het systeem niet werkt: ‘Neem de geestelijke gezondheidszorg. De psychiatrische ziekenhuizen worden gefinancierd door de federale overheid, maar de centra voor geestelijke gezondheidszorg en het beschut wonen zijn een Vlaamse bevoegdheid. Veel voorzieningen zitten op één campus. Volg je dan de Vlaamse of de federale lockdownregels? Wie moet mondmaskers voorzien? Welke bezoekersregeling volg je? Dat was allemaal onduidelijk.’

Margot Cloet
Margot Cloet

En ze gaat verder: ‘Toen de situatie in de woon-zorgcentra heel acuut werd, hebben we ook daar de gevolgen gezien. Het plan was personeel vanuit de ziekenhuizen en hygiënisten in te zetten. Dat personeel wordt door de federale overheid betaald, terwijl de woon-zorgcentra onder de bevoegdheid van de regio’s vallen. Mag dat dan wel? Hoe verreken je de kosten? Hetzelfde met het beschermingsmateriaal: zijn de regio’s of de federale regering daarvoor verantwoordelijk? Of de testen: de federale regering moet die leveren, maar de regio’s beslissen hoe ze worden verdeeld. Dat zijn kwesties waar je een oplossing voor moet zoeken, waardoor veel tijd verloren gaat.’

Dat kluwen vertaalt zich in negen ministers die bij ons op de een of andere manier bevoegd zijn voor zorg. Naast federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) en Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) zijn er nog zeven ministers uit Wallonië, Brussel en de Duitstalige Gemeenschap. Voor heel wat beslissingen moeten ze allemaal akkoord gaan. Tijdens de coronacrisis bleek duidelijk dat dit niet efficiënt is, om het zacht uit te drukken.

Alles terug naar het federale niveau? Of naar het regionale niveau?

De vraag is dan: wat moet er gebeuren? Alles terug naar het federale niveau? Of naar het regionale niveau? Natuurlijk is het daarbij belangrijk dat er wordt nagedacht over een visie over wat een modern gezondheidsbeleid is, zoals oud-SP.A-minister Frank Vandenbroucke in een opiniestuk in De Standaard stelt. De regio’s beantwoorden die vraag vandaag al verschillend en vullen de bevoegdheden op een andere manier in. Een herfederalisering ligt dan ook niet voor de hand.

Dat zei ook Cloet, die in naam spreekt van bijna alle Vlaamse ziekenhuizen, een belangrijk deel van de Vlaamse woon-zorgcentra en organisaties in de geestelijke gezondheidszorg. Zij pleit ervoor om de bevoegdheden naar de gewesten over te brengen en alleen de financiering grotendeels federaal te houden.

Om opnieuw het aantal ministers als illustratie te nemen: in plaats van negen bevoegde ministers blijven er dan nog drie over, een Vlaamse, een Waalse en een Brusselse. Zij kunnen een coherent beleid voeren in hun gewest, zonder al te veel rekening te houden met wat de anderen doen, meent Cloet. ‘Het zou veel vlotter verlopen als alles in één hand zit. En minder geld kosten, dat we vervolgens elders kunnen gebruiken.’

Maggie De Block
Maggie De Block© Belga

Het voorstel van Cloet, oud-kabinetschef bij de Vlaamse minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V), sluit aan bij wat CD&V, N-VA en Vlaams Belang willen. En SP.A-voorzitter Conner Rousseau antwoordde onlangs in een interview met Knack op de vraag of de regio’s dan wel de federale overheid bevoegd moesten worden voor de gezondheidszorg als volgt: ‘Ik denk even hardop na – o, nu ga ik tsjeverig klinken – maar kunnen we beide niet verzoenen? Je zou de gezondheidszorg federaal kunnen organiseren en de regio’s verantwoordelijk maken voor de uitvoering: ze krijgen bonussen als ze dat goed doen.’ Ook de PS is niet tegen een verdere regionalisering, als er maar voldoende geld blijft stromen. Zo pleiten alleen nog Open VLD en de MR voor een herfederalisering van de gezondheidszorg.

Net als in de gezondheidszorg zorgen de onvoldragen staatshervormingen ook in tal van andere dossiers voor een puinhoop.

In elk geval ligt de staatshervorming van de gezondheidszorg op tafel en zal een volgende regering daar werk van moeten maken. En bij uitbreiding van een grotere staatshervorming, als we tenminste willen evolueren naar een efficiënt bestuursmodel. Want net als in de gezondheidszorg zorgden de onvoldragen staatshervormingen ook in tal van andere dossiers voor een puinhoop. Zoals het vorige week op deze plek al stond: of men dat nu wil of niet, bij de vorming van een nieuwe regering of nieuwe verkiezingen wordt de staatshervorming een thema. Dat en welk herstelplan er wordt uitgevoerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content