Kroniek van de week over de bocht van Lachaert en de bucht van Wilmès

© belga
Ewald Pironet

Het ging deze week vooral over de keuze van de Open VLD om een paars-groene regering te vormen en de kleine versoepelingen die premier Sophie Wilmès aankondigde om het coronavirus af te remmen. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.

1. Verkiezingen

‘De eerste lidkaarten werden al teruggestuurd. Het partijhoofdkwartier (van Open VLD) ontving gisteren ook boze telefoontjes.’

De Standaard, 20 augustus

Maandag boden N-VA-voorzitter Bart De Wever en PS-voorzitter Paul Magnette hun ontslag aan als preformateurs. Ze hadden een onderling akkoord op zak, de CD&V leek akkoord, het CDH had nog wel wat vragen maar uiteindelijk kwamen ze hoe dan ook 6 zetels tekort om een meerderheid te vormen. Die kon men vinden bij de Open VLD (12 zetels) en/of de MR (14 zetels).

Maar Georges-Louis Bouchez staat in de Wetstraat algemeen als ‘onbetrouwbaar’ gebrandmerkt – op het hoofdkwartier van de Open VLD spreekt men vandaag zelfs van ‘de zot’. De Wever en Magnette zien een samenwerking met de MR niet zitten en mathematisch is die ook niet nodig: de 12 zetels van de Open VLD volstaan ruimschoots. Bovendien hoeven de ministersposten dan ‘maar’ onder zes partijen verdeeld te worden, met de MR erbij zouden dat er al zeven zijn.

De Open VLD klampt zich echter vast aan de MR, ook al wordt die geleid door een ‘zot’, en wilde niet alleen in een regering stappen. De Vlaamse liberalen zijn ervan overtuigd dat ze samen met de MR sterker staan in de onderhandelingen en meer liberale strijdpunten kunnen binnenhalen. Maar De Wever en Magnette hadden in hun akkoord, dat ze zelf omschreven als ‘een kaartenhuisje’, een opening gelaten voor de Vlaams liberalen om hun dada’s over de flexibilisering van de arbeidsmarkt in te vullen. Die kans wilde Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert niet grijpen. En meteen gooiden De Wever en Magnette de handdoek in de ring.

De Open VLD klampt zich vast aan de MR, ook al wordt die geleid door een ‘zot’.

Al snel werd daarop Lachaert door de koning gevraagd om ‘de nodige initiatieven te nemen met als doel een regering met een brede meerderheid in het parlement te vormen’. Eerder deze week is die missie op deze plek al geanalyseerd.

Belangrijk om te weten is dat de avond voordat Lachaert op het Paleis werd ontboden, er bij de Open VLD werd vergaderd over de coalitievorming. Daar is beslist dat men zou gaan voor een paars-groene regering, aangevuld met de christendemocraten. Dat is de zogenaamde Vivaldi-coalitie. Lachaert moet proberen om een akkoord te maken met de socialisten en de groenen, en dat voorleggen aan de christendemocraten. Die mogen dan daarmee instemmen. Veel meer zouden ze er niet over te zeggen hebben.

De CD&V is helemaal niet nodig om een paars-groene regering op de been te brengen, als het CDH instapt.

Bij de Open VLD gaat men ervan uit dat de CD&V geen deel zal willen uitmaken van een paars-groene regering. En dat is ook nog steeds te horen bij de CD&V zelf: zonder de N-VA stapt men niet in een regering. Men vreest anders door de kiezer te worden afgestraft.

Maar – en veel waarnemers lijken dat te vergeten – de CD&V is helemaal niet nodig om een paars-groene regering op de been te brengen als het CDH instapt. En daar twijfelt met bij de Open VLD niet aan. Het CDH zou wat graag in een regering zitten. En de druk op het CDH zou ook zo groot worden ‘om het land te redden’ met een regeringsdeelname, dat deze partij niet zou kunnen weigeren.

En dan is de rekensom snel gemaakt: een paars-groene regering kan rekenen op 75 of 76 van de 150 Kamerzetels, afhankelijk van wat de ‘onafhankelijke’ ex-PS’er Emir Kir doet. Maar met Kir zou er een akkoord bestaan dat hij voor paars-groen stemt. Tel daar de 5 zetels van het CDH bij en je komt aan 81 op 150 Kamerzetels. Dat is een werkbare meerderheid.

Dat de ‘V’ in Open VLD voor ‘Vlaams’ zou staan, zullen veel mensen niet meer willen geloven.

Een paars-groene regering, zelfs mét de CD&V, heeft wel geen Vlaamse meerderheid, want ze beschikt slechts over 41 zetels op de 89 zetels die tot de Nederlandstalige taalgroep behoren. Zonder de CD&V heeft paars-groen-CDH zelfs maar 29 van die Nederlandstalige zetels. Dat blijkt voor de Open VLD geen probleem te vormen, en wettelijk hoeft er ook geen meerderheid te zijn in beide taalgroepen. Maar dat de ‘V’ in Open VLD voor ‘Vlaams’ zou staan, zullen veel mensen dan niet meer willen geloven.

Het zou in elk geval betekenen dat paars-groen over een erg smal draagvlak zou beschikken in Vlaanderen. Met de N-VA, het Vlaams Belang en eventueel de CD&V in de oppositie wordt dat hevig afzien voor de Open VLD. Bovendien is de kans groot dat ze uit de Vlaamse regering zullen worden gestoten.

Bij dit alles blijft het opmerkelijk dat Lachaert voor de paars-groene coalitie kiest, een serieuze bocht in vergelijking met de verkiezingscampagne die hij voerde om Open VLD-voorzitter te kunnen worden. Dat zorgt voor de nodige wrevel bij heel wat liberalen. De Standaard schreef donderdag: ‘De eerste lidkaarten werden al teruggestuurd. Het partijhoofdkwartier ontving gisteren ook boze telefoontjes.’ Op het hoofdkwartier van de Open VLD kan men niet bevestigen dat er lidkaarten werden teruggestuurd, wel dat er boze telefoontjes binnenliepen.

Lachaert speelt hoog spel: als paars-groen niet lukt, dreigt hij het etiket ‘mislukkeling’ op zich gekleefd te krijgen.

De vraag is of Lachaert erin zal slagen een akkoord te bereiken met de socialisten en de groenen. En of dat akkoord dan meer liberale accenten zal bevatten dan wat met de socialisten en de N-VA mogelijk was. Daar mag aan worden getwijfeld. In elk geval speelt Lachaert hoog spel: hij wordt al gezien als de oorzaak dat er geen regering kan worden gevormd met de grootste partijen in beide landsdelen, de N-VA en de PS. Als paars-groen ook niet lukt, dreigt hij het etiket ‘mislukkeling’ op zich gekleefd te krijgen.

Kroniek van de week over de bocht van Lachaert en de bucht van Wilmès
© BELGA

Wie dit alles bijzonder goed uitkomt, is MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Hij lijkt erop aan te sturen dat Lachaert zo lang mogelijk rondloopt, want dan blijft Wilmès II aan de macht, met naast een MR-premier ook nog zes MR-ministers. Niet slecht voor een partij die na de laatste verkiezingen maar 14 Kamerzetels binnenhaalde.

In tegenstelling tot zowat alle andere traditionele partijen is Bouchez niet bang voor nieuwe verkiezingen.

En welke meerderheid zal op 17 september durven te stemmen voor nieuwe verkiezingen? Meer zelfs, in tegenstelling tot zowat alle andere traditionele partijen is Bouchez niet bang voor nieuwe verkiezingen. Hij is ervan overtuigd dat hij minstens een deel van de 6 verloren zetels tijdens de vorige verkiezingen kan terugwinnen. Bouchez zou ook op dat vlak weleens gelijk kunnen hebben. Het zou niet verbazen als hij uiteindelijk voor verkiezingen zou gaan, indien premier Wilmès niet mag voortregeren.

2. Rommeltje

‘Laat de t- van je trouwfeest weg en je mag 5 keer meer mensen samenbrengen.’

Isabel Alberts, algemeen hoofdredacteur De Tijd, 21 augustus

De persconferentie die premier Sophie Wilmès (MR) donderdag gaf over enkele kleine versoepelingen om het coronavirus te counteren was opnieuw een voorbeeld van hoe het niet moet. Een ellenlange monotone uitleg met veel uitweidingen waardoor de concrete maatregelen verdwenen in een eindeloze brij. Wilmès en haar communicatieadviseurs kennen duidelijk het adagium ‘Jef is dood’ niet: als Jef dood is, begin je niet minutenlang te vertellen over het leven van Jef om tussendoor even aan te stippen dat Jef overleden is. Nee, je begint er meteen mee: ‘Jef is dood.’

Kroniek van de week over de bocht van Lachaert en de bucht van Wilmès
© REUTERS

De communicatie over de aanpak van de coronacrisis in ons land is al vanaf het begin niet alleen chaotisch maar ook vol tegenspraak. Er zit weinig lijn in de beslissingen die worden genomen over het aantal mensen dat in een bubbel mag zitten, waar overal een mondmasker moet worden gedragen, met hoeveel je mag winkelen, dat je wel opeen gepropt in een vliegtuig mag zitten maar niet naar een theatervoorstelling mag gaan waar de social distance van 1,5 meter wordt gerespecteerd enzoverder. De maatregelen zijn voor de buitenwereld niet altijd even helder en logisch, om het zacht uit te drukken.

De maatregelen zijn voor de buitenwereld niet altijd even helder en logisch, om het zacht uit te drukken.

Zoals Isabel Albers in De Tijd schreef : ‘Laat de t- van je trouwfeest weg en je mag 5 keer meer mensen samenbrengen. Het was maar een van de schampere reacties na de communicatie van premier Wilmès over de aangepaste coronamaatregelen, die op de incoherentie wees tussen een bijeenkomst na een begrafenis en die bij een huwelijk. En er zijn nog voorbeelden van coronamaatregelen die moeilijk te begrijpen zijn.’

En verder: ‘Shoppen mocht eerst solo, mag vanaf maandag met twee, maar niet met meer mensen uit je bubbel. Opeengepakte massa’s in vliegtuigen mogen wel, communiefeesten niet. Al zwetend sporten en elkaar aanraken kan, maar fysiek naar kantoor komen waar telewerken mogelijk is, blijft dan weer uit den boze. Om nog te zwijgen over de aanhoudende dubbelzinnige communicatie over grote en kleine, vaste en wisselende bubbels en de kakofonie bij politici en virologen over mondmaskers.’

Is het dan verwonderlijk dat het draagvlak voor die maatregelen afbrokkelt?

Een andere conclusie is dat de restregering-Wilmès II, en bij uitbreiding de hele Nationale Veiligheidsraad waar ook de minister-presidenten van de deelstaten zitting in hebben, de coronacrisis amateuristisch hebben aangepakt. Ook na bijna zes maanden is dat nog steeds zo.

Men mag er niet aan denken dat de restregering Wilmes II, die overigens maar steunt op 38 van de 150 Kamerzetels, nog lang de touwtjes in handen zal hebben.

3. Basisinkomen

‘We willen weten hoe het basisinkomen het gedrag en de mentaliteit beïnvloedt en of het kan helpen om de huidige uitdagingen in de samenleving aan te pakken.’

Michael Bohmeyer, vereniging Mein Grundeinkommen, Knack.be, 18 augustus.

In de Duitse hoofdstad Berlijn gaat men nog eens experimenteren met het basisinkomen. Vanaf vermoedelijk de lente van volgend jaar zullen 120 mensen gedurende drie jaar elke maand 1200 euro krijgen, zonder dat daar voorwaarden aan verbonden zijn, zo meldde deze site. De opzet wordt gefinancierd door private donaties. Het basisinkomen is een onderwerp dat om de zoveel tijd opduikt. Ook in ons land. Want als het regent in Berlijn, druppelt het in Vlaanderen.

Een basisinkomen klinkt aantrekkelijk: iedereen krijgt maandelijks een smak geld, levenslang en zonder voorwaarden. We hebben in Knack meer dan drie jaar geleden als eens uit de doeken gedaan waarom het basisinkomen een slecht en onrealistisch idee is. Omdat de discussie hierover telkens opleeft, hierbij nog eens de voornaamste bezwaren.

De eerste en ook wel misschien belangrijkste vraag is hoe zo’n basisinkomen gefinancierd moet worden.

Meer dan 25 jaar geleden schreef filosoof Philippe Van Parijs een artikel met de provocerende titel Why Surfers Should Be Fed. Meteen was hij de wereldautoriteit op het vlak van het basisinkomen: de overheid moet iedereen, individueel en levenslang, een vast bedrag geven, zónder voorwaarden en ongeacht hoeveel hij of zij verdient. Zelfs surfers die de hele dag geen blad verleggen, en alleen maar van de zon genieten en met een dure strijkplank de golven opzoeken, moeten een pot geld krijgen.

De eerste en ook wel misschien belangrijkste vraag is hoe zo’n basisinkomen gefinancierd moet worden. In het boekje Win for Life waarin Nele Lijnen, volksvertegenwoordiger voor Open VLD, in 2017 een lans brak voor het basisinkomen staat dat de invoering van een basisinkomen ‘niet denkbaar is zonder de nodige ingrepen in de sociale zekerheid, een drastische hervorming van de belastingen en de verkleining van het overheidsapparaat’. Hoe zwaar daarin moet worden gesnoeid, wordt niet duidelijk.

Andreas Tirez, die een economieblog bestiert, berekende het ooit: als elke volwassen Belg een basisinkomen van 1000 euro per maand krijgt en een groot deel van de overheidsuitgaven, zoals pensioenen en werkloosheidsuitkeringen, worden geschrapt, dan is er nog steeds een financieringstekort van 19 tot 35 miljard euro. Dat is niet weinig, zullen we maar zeggen, het is zelfs onbetaalbaar.

Het basisinkomen is niet alleen onrealistisch, het is ook een ronduit slecht idee.

Het basisinkomen is niet alleen onrealistisch, het is ook een ronduit slecht idee. Want iedereen krijgt dan maandelijks evenveel geld op zijn of haar rekening gestort. Dat lijkt rechtvaardig, maar is het niet. Waarom zou een rijke, gezonde, fitte landgenoot die niets tekortkomt 1000 euro moeten krijgen, en een arme, zieke landgenoot met een handicap ook maar 1000 euro, terwijl dat voor de man of vrouw in kwestie ontoereikend is?

En die rijke kan wel een privé-verzekering afsluiten die al geneeskundige kosten dekt, die arme kan dat niet. In theorie is het basisinkomen rechtvaardig, in de praktijk is het heel onrechtvaardig: de mensen die het geld het meest nodig hebben, krijgen het niet. Zoals we het eerder al in Knack schreven: ‘Het basisinkomen ondergraaft de solidariteit die vandaag bestaat tussen gezonde mensen en zieken, tussen mensen die werken en werklozen, tussen rijken en armen, tussen jongeren en ouderen enzovoort. Met het basisinkomen wordt het ieder voor zich.’

Het idee van het basisinkomen keert om de zoveel tijd terug, maar het is en blijft een onbetaalbaar en onrechtvaardig idee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content