Koning Albert als burger voor rechtbank in zaak-Boël

De troonsafstand van koning Albert op 21 juli betekent ook dat hij zijn persoonlijke onschendbaarheid verliest.

Delphine Boël, die via de rechtbank erkenning zoekt als natuurlijke dochter van de vorst, zal dus een burger tegenover zich vinden in de rechtszaal.

Op 20 juni trok Delphine Boël naar de rechtbank van eerste aanleg in Brussel om via dna-meteriaal van de koninklijke familie een bewijs in handen te krijgen over haar werkelijke afstamming. Mikpunten van de gerechtelijke actie zijn koning Albert, en zijn kinderen Filip en Astrid.

Maar na zijn beslissing om te abdiceren, wordt Albert een burger als een andere. Hij geniet dus niet langer van de onschendbaarheid van zijn persoon zoals vastgelegd in het artikel 88 van de Grondwet. Die onschendbaarheid gaat door de troonsafstand over op zijn oudste zoon, prins Filip.

Alain De Jonge, de advocaat van Delphine Boël, wil niet reageren op het verloop van de procedure na de zijstap van koning Albert. “Er moet nog een hele procedure gevolgd worden”, zegt grondwetspecialist Francis Delpérée.

De rechtbank van eerste aanleg van Brussel stelt op 3 september een agenda op voor de zaak-Boël.

Delphine Boël, geboren in 1968, kwam in oktober 1999 in de publiciteit door een biografie van Mario Danneels over koningin Paola. Daarin werd voor het eerst over het buitenechtelijke kind gesproken. De koning sprak over “deze crisisperiode” in de kersttoespraak van 1999 maar zei er meteen bij dat “zij behoort tot ons privé-leven”. (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content