Kleine helden: de huidhonger van de Antwerpse dakloze

© SASKIA VANDERSTICHELE

Isabelle Cuyt reed dit jaar de stad rond met haar bakfiets, om de haren en de voeten van daklozen te verzorgen.

Kleine helden

Stijn Tormans gaat in het diepe Vlaanderen op zoek naar kleine verhalen over grote mensen.

Ze heeft haar zwarte bakfiets geparkeerd op het De Coninckplein in Antwerpen. In grote witte letters staat erop geschilderd: Kwaffuur op wielen.

Niet zo lang geleden had ze een grootse droom. Ze wilde met haar bakfiets de stad rond rijden en afstappen waar er daklozen zaten, op de Groenplaats of een andere plaats. ‘Ik wilde met hen praten en vragen of ik hun haren gratis mocht knippen.’

Vrouwen maken plannen. Maar tussen droom en daad staan veel praktische bezwaren in de weg, ontdekte ze. ‘Je mag niet zomaar diensten aanbieden op straat. En als er geknipte haren op de grond zouden vallen, zou ik er nog een GAS-boete bovenop kunnen krijgen.’

Isabelle Cuyt is 27. Ooit was ze voorbestemd om cafébazin te worden, zoals haar vader, die ook in de horeca zit. Maar na haar studie belandde ze in de hulpsector. ‘Ik heb vijf jaar gewerkt in opvangcentrum De Plataan.’

Ze voelde zich daar prima, tussen de thuislozen. Af en toe vroeg iemand haar: ‘Zeg Isabelle, wil je mijn haren knippen?’

Ze nam een bureauschaar en begon. Toen gebeurde er iets, zegt ze. Mensen die ze al jaren kende, vertelden plots dingen die ze nog nooit verteld hadden. Dat ze als kind misbruikt waren, bijvoorbeeld. Of ze begonnen uit te weiden over oude liefdes.

Ze zeggen weleens dat kappers ook therapeuten zijn. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.

‘Hoe dat kwam? Huidhonger, ken je dat? Die mensen zijn vaak al jaren niet meer aangeraakt. Ik heb als hulpverlener altijd tussen de mensen willen staan. Nooit heb ik met het vingertje willen zwaaien. Maar hoe hard ik ook mijn best deed, onvermijdelijk is er altijd een relatie hulpverlener-dakloze. Toen ik hun haren knipte, viel die afstand plots weg. Ze zeggen weleens dat kappers ook therapeuten zijn. Dat klopt wel.’

Isabelle schreef zich in voor een cursus haartooi. ‘Ik kan nu een mannenkapsel verzorgen. De puntjes eraf doen, in laagjes knippen… Zo moeilijk is dat niet’, zegt ze, en ze lacht.

Daarnaast volgde ze een opleiding tot pedicure en intussen is ze ook in voeten gespecialiseerd. ‘Die van daklozen zijn vaak problematisch. Hun teennagels groeien soms recht omhoog, door hun schoenen heen. Natuurlijk doet dat pijn. Ze zijn vaak zo beschaamd dat niemand ernaar mag kijken. Zelfs de dokter niet. Als ik dat toch mag doen, is het altijd een overwinning. Onlangs heb ik nog zo’n man kunnen overtuigen. “Wanneer komt Isabelle terug?” vraagt hij nu soms. Voor zulke opmerkingen doe ik het.’

Isabelle fietst nu nog in haar vrije tijd van inloopcentrum naar opvangcentrum. Maar via crowdfunding zou ze daar graag een fulltime job van maken. ‘Omdat ik voel dat er een grote nood bestaat. Hulpverlening gaat vaak over primaire levensbehoeften zoals eten of een dak boven je hoofd.’

Uiteraard is dat het belangrijkste in een mensenleven, zegt Isabelle, maar uiterlijk is niet helemaal onbelangrijk. ‘Je kunt de thuislozen er meestal zo uitpikken op straat. Of net niet, die mensen bestaan ook. Maar die twee groepen delen één ding. Niemand zegt hun ooit eens: “Hé, je ziet er goed uit vandaag.” Zo’n opmerking doet iets met een mens. Het gebeurt vaak dat ik hun haren geknipt heb en dat ze er dan zelf gel in doen of een propere trui aantrekken. Natuurlijk zal dat hun leven niet veranderen, maar misschien wel een klein beetje.’

Ze neemt haar bakfiets en rijdt verder door de stad. Op naar nieuwe haren en voeten.

Partner Content