In het middelbaar onderwijs stapt tegenwoordig een op de vijf leraren binnen de vijf jaar uit het beroep. In het basisonderwijs is dat er een op de acht. Het lerarenblad Klasse lanceert daarom een campagne om zo veel mogelijk beginnende lesgevers in het onderwijs te houden. Drie vragen aan hoofdredacteur Pieter Lesaffer.
Waarom haken er zoveel beginnende leraren af?
Pieter Lesaffer: Het is moeilijk om daarbij concrete krachtlijnen uiteen te zetten. Een vaak gehoorde klacht bij nieuwe leraren is het gebrek aan werkzekerheid. Jonge leraren moeten dikwijls twee of meerdere halve banen combineren. Daarnaast worden ze ook niet altijd voldoende begeleid aan het begin van hun carrière. Vooral daarin wil Klasse verandering brengen met de nieuwe campagne. Zo merken we nu dat het systeem van de mentoruren in veel middelbare scholen wordt afgeschaft. Sommige scholen die vroeger op eigen initiatief mentors aanstelden, zijn daar nu van afgestapt, omdat ze verwachten dat de overheid dat doet.
Hoe wilt u het beroep aantrekkelijker maken voor hen?
Lesaffer: We moeten zoveel mogelijk talentvolle jonge leraren aan boord houden. Wij willen dat er vanuit de schoolcultuur een open omgeving wordt gecreëerd voor de jonge lesgevers. Op dit ogenblik worden beginnende leraren te veel ingezet als manusjes-van-alles. We moeten hen meer gaan zien als frisse krachten die nieuwe expertise en inzichten meebrengen.
Wat moet er veranderen aan ons onderwijssysteem?
Lesaffer: Het onderwijs moet weer een aantrekkelijke werkgever worden, die jonge lesgevers de kans geeft om door te groeien en zich te ontplooien. Alleen op die manier creëren we een omgeving waarin jonge leerkrachten zich weer gewaardeerd voelen. (YD)
