Kazachgate: Reynders had contact met advocate Chodiev

Didier Reynders © Belga

Minister Reynders is de laatste minister die de revue passeert in de onderzoekscommissie Kazachgate.

Vicepremier Didier Reynders (MR) heeft in 2012 Armand De Decker en Catherine Degoul ontmoet. Dat had niets te maken met het dossier rond de Oezbeeks-Belgische miljardair Patokh Chodiev, voor wie ze als advocaat optraden, maar in verband met de eventuele voorlopige vrijlating van de Congolese politicus Jean-Pierre Bemba. Dat heeft de liberale minister vrijdag verklaard in de onderzoekscommissie Kazachgate.

De onderzoekscommissie buigt zich over de vraag of er ongeoorloofde inmenging te pas kwam aan de totstandkoming en toepassing van de wet op de verruimde minnelijke schikking in 2011.

Chodiev en twee Oost-Europese zakenpartners konden kort nadien een schikking treffen waardoor ze vervolging in een fraudezaak ontliepen. Daarbij wordt richting het Elysée gekeken. Het was Parijs immers ter ore gekomen dat een oplossing van de gerechtelijke problemen van Chodiev en co in ons land een commerciële deal met Kazachstan zou kunnen smeren. Kringen rond het Elysée stelden daarop een team advocaten samen, onder leiding van Catherine Degoul, waar ook oud-Senaatsvoorzitter De Decker deel van uitmaakte. Beiden gingen bij toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck langs met de vraag of hij in het dossier kon tussenkomen.

Reynders verklaarde vrijdag dat hij niet op de hoogte was van de rol van De Decker in het dossier. ‘Ik ben daar niet over ingelicht door De Clerck’, luidde het. Ook was hij niet op de hoogte van de Franse task force. In eerste instantie zei Reynders zijn mening over dat initiatief voor later te bewaren. Nadien trad hij toenmalig premier Yves Leterme bij. Die noemde de Franse démarche ‘verwerpelijk’ en had Parijs daarover aangesproken mocht hij ervan op de hoogte zijn geweest. Wat De Decker betreft, die heeft volgens Reynders zelf conclusies getrokken door ontslag te nemen als burgemeester van Ukkel en af te zien van zijn loon. ‘Voor de rest doet Justitie zijn werk. Voor zover ik weet, is Armand De Decker nog niet in verdenking gesteld’, aldus Reynders.

Ontmoeting met Reynders in agenda

De naam van Reynders dook tweemaal op in het dossier-Chodiev. Een eerste keer omdat een brief waarin Degoul zich bekloeg over de betaling van haar honoraria door Chodiev, ook aan de MR-politicus zou zijn verstuurd. Een tweede keer vermeldt diezelfde Degoul een ontmoeting met ADD en DR – met andere woorden: Armand De Decker en Didier Reynders – in haar agenda. Reynders zei kennis te hebben genomen van de brief via de media, maar heeft die naar eigen zeggen nooit ontvangen en hij kwam nooit aan op het departement. De ontmoeting met De Decker en Degoul vond effectief plaats op 2 februari 2012. Op vraag van

De Decker ontmoette Reynders de Franse advocate die dag in de Senaat in de marge van de plenaire vergadering. Degoul stelde zich toen voor als adviseur van de Congolese politicus Bemba. Reynders kreeg toen een enveloppe in verband met zijn eventuele voorlopige vrijlating. ‘Ik heb die toen overgemaakt aan de administratie en nadien op hun advies aan de minister van Justitie. Over het vervolg heb ik geen nieuws meer gehoord van Annemie Turtelboom‘, de toenmalige minister.

De goedkeuring van de verruimde minnelijke schikking gebeurde via een koppeling aan de versoepeling van het bankgeheim. Voor die koppeling wordt richting de MR en het kabinet-Reynders gekeken. Maar voor Reynders zijn beide dossiers altijd met elkaar verbonden geweest. De koppeling was ‘één van de politieke compromissen die je elke dag ziet’, aldus de MR-vicepremier, die toegaf altijd voorstander te zijn geweest van de minnelijke schikking.

Partner Content