‘Kan kunst de wereld en onze kinderen redden?’

Op vraag van ‘Neen tegen nog minder’, de actiegroep tegen het afkalven van artistieke vakken in het middelbaar onderwijs, schreef kunstenares Gerda Dendooven een visietekst. ‘Spruiten leer je eten, cultuur leer je smaken. Maar hoe pakken we het aan?’

Kan kunst de wereld en onze kinderen redden?

Misschien wel, misschien niet, de wereld gaat om zeep met of zonder kunst.

Het is een zinloze vraag.

Maar kan kunst de wereld en onze kinderen naar de verdoemenis helpen?

Voor zover ik weet, ook niet.

Er zijn veel dingen die dat wel doen, maar niet de kunsten.

Integendeel, het is geweten dat scheppen of ‘creëren’, gelukkiger maakt, al is het in de winter een sjaal breien. Of een gedicht schrijven. Zelfs een taart bakken.

Daarom alleen al, moet men ze koesteren, de ‘kunsten’.

En niet alleen de kookkunsten- daar hebben we stilaan onze buik van vol- ik heb het over de 9 kunsten.

U kent ze wel, maar weet u ook dat men lang geleden onder de vrije kunsten vooral de meetkunde en de retorica rekende, ‘de kunst van het abstract denken’ dus. Het maken van een ‘artefact’ daarentegen werd als ‘vak’ beschouwd.

En toch zijn vooral kunstwerken de sprekende bewijzen van een beschaving.

Een kleine test.

Weet u nog wie het Colosseum in Rome liet bouwen? Neen?

Ik heb het opgezocht, het was Vespasianus in 72 na Ch. Maar dat doet er eigenlijk niet toe, wat telt is dat het gebouw er nog staat. En dat het ons veel meer leert over de condition humaine dan de keizer die toen de dienst uitmaakte. Dit akelige mastodont staat voor een visie, een samenleving.

Kan kunst de wereld en onze kinderen redden?

Met andere woorden, niet zozeer de politiek dan wel de culturele producten tekenen de geschiedenis van een land. Om die reden proberen dictators kunstenaars aan banden te leggen, in de hoop zo de historie te manipuleren.

Architectuur, schilderkunst, muziek of theater… zijn het levende geheugen van een samenleving. Niet de leiders, die gaan dood.

Precies daarom is investeren in ‘cultuur’ en ‘kunst’ zo belangrijk.

Via kunst en cultuur heb ik schoonheid ontdekt, heb ik het anders zijn leren omarmen, heb ik Nederlands en Latijn en Frans beter leren kennen en met groter plezier gestudeerd. Via de kunsten heb ik mijn manier van communiceren gevonden.

Uit onderzoek blijkt trouwens dat onze taalbeheersing en zelfs ons wereldbeeld erop achteruit gaat als we niet genoeg ‘cultureel’ worden geprikkeld. Onze woordenschat krimpt, we denken kortzichtiger, blijven sudderen in onze dagelijkse soep, zijn minder kritisch waardoor we een makkelijke prooi worden voor extremisme.

Genoeg redenen dus om onze kinderen ‘cultuur’ te leren smaken, hen ermee ‘groot’ te brengen. Bovendien staat vast dat hoe jonger we eraan beginnen, hoe meer deugd we ervan hebben. Want wat je jong leert, leer je voor het leven.

Hoe onze kinderen straks met cultuur omgaan hangt af van wat ze vandaag te smikkelen krijgen. Vandaag heeft invloed op volgend jaar.

Spruiten leer je eten, cultuur leer je smaken. Maar hoe pakken we het aan?

Heel eenvoudig, we starten bij de brooddoos van onze kindertjes. We steken er een boterham met kaas in (of hesp voor de vleeseters) en wat groenten voor het gezonde lijf. Een zoethoudertje als beloning en een hapje cultuur voor de kop. Food for thoughts dus, ‘voedsel voor de geest’, waarbij high en low culture voor een gezond evenwicht zorgen.

Als we dit nu elke dag doen, hapje voor hapje en we beginnen met iets dat makkelijk te verteren is, dan wordt ‘ cultuur proeven’ vanzelfsprekend.

Niet omdat het moet, maar omdat het een evidentie wordt, zoals ademen en bewegen.

Het hoeft zelfs niet eens zoveel te kosten, je moet er alleen de noodzaak van willen inzien.

Iedereen is het eens over het recht op licht en lucht, goede voeding, een dak boven het hoofd, en andere zaken die ten behoeve van kinderen in 1989 werden vastgelegd. Maar helaas, denkt men er zelden aan om ook een zakje cultuur in dat overlevingspakket te stoppen.

Honderd jaar geleden dachten de socialisten er gelukkig wel aan.

In de theaterzaal van de cultuurtempel Voo?uit hangt nog steeds het bewijs van hun missie: Kunst veredelt.

Ze vochten niet alleen voor brood of vakantiedagen, ze wilden ‘de kleine mens’ ook opvoeden. Hem een boeiender leven geven, hem via het theater troost en vermaak brengen. Inzicht in de wereld.

Mutualiteiten deden hetzelfde. In de slaap- en eetzalen van de vakantiekolonies hingen goedgemaakte reproducties van schilderijen aan de muren. Maar ook de architectuur van de gebouwen was weldoordacht. Licht, lucht, ruimte. En daar bovenop gezonde voeding, beweging èn cultuur. Omdat een mens – en kinderen zijn ook mensen – recht heeft op meer dan brood en spelen alleen.

Volksverheffing, het kan vandaag de dag- dankzij televisie en internet- zelfs zoveel makkelijker dan vroeger. Maar toch wordt de financiering ervan met een apothekersweegschaal afgewogen.

En daar knelt dus het schoentje. Beleidsmakers zien ‘cultuur’ nog te vaak als een luxeartikel voor enkelingen, of als een paradepaardje voor hun beleid en te weinig als een onmisbaar goed voor een samenleving, laat staan een opvoeding.

Liever maken ze ‘bedrijfseconomie’ tot een verplicht vak, want economisch inzicht zal het land beslist redden. Kinderen moeten over bank- en beursgebeuren leren, ze krijgen autorijles op school, moeten aan sport doen- natuurlijk want gezond voor het lijf- maar culturele opvoeding…ach. Zolang ze maar kunnen rekenen, lezen en schrijven want dat brengt later brood op de plank.

Gelukkig dacht Darwin daar anders over, anders had hij wellicht nooit zijn baanbrekend boek On the origin of species geschreven. En wat te zeggen van Herman Van Rompuy die zijn tijd ‘verdoet’ met het neerpennen van zinloze haiku’s.

Een samenleving zonder kunst en cultuur, is een dode samenleving.

En al valt het belang ervan inderdaad moeilijk te becijferen toch is het even noodzakelijk voor de ontwikkeling van een kind als rekenen en schrijven. Kunst en cultuur leren proeven en de smaak ervan doorgeven aan je eigen kroost zou vanzelfsprekend moeten zijn.

En als de ouders het niet kunnen, is er gelukkig nog de leraar.

De ‘leermeester’ van wie je die dingen leert, die meer zijn dan de eindtermen voor een vak. Je leert van wie je bewondert, maar helaas dus ook van de grootste idioten. Daarom is een leraar van een niet te onderschatten waarde, zelfs in de kleuterschool.

Een goede leraar doet meer dan alleen kennis overdragen.

Hij of zij leert een kind dat een boek meer is dan lettertjes op een rij. Een schilderij iets anders dan lichtreclame. Hij of zij overtuigt een kind dat het niet bang moet zijn in een museum of een theaterzaal, dat daar iets moois kan gebeuren. Maar dan moet hij of zij er zelf het belang van inzien. Waar zijn hart van vol is, loopt zijn mond van over. Een goede leraar is vooral een goede verteller, bijna een performer en een joy forever.

Helaas, zit er bij sommige niet zoveel meer in dat hart dan het halen van de eindtermen en het einde van de werkdag.

Toegegeven, het is tegenwoordig niet makkelijk om leraar te zijn, maar precies daarom moet de lat hoger liggen. En de verloning ook.

Waarom verdient een onderwijzer slechts de helft van een professor terwijl hij zoveel betekent in de ontwikkeling van een kind?

Tot dat besef is men hier nog niet gekomen. Integendeel.

De instroom van gepassioneerde, gedreven leraars wordt misschien mede daarom steeds zeldzamer.

Helaas.

Op onderwijs mag nooit bespaard worden, hoe erg het er economisch ook aan toegaat. Integendeel, een regering zou- vooral in crisistijden- moeten investeren in onderwijs. Het belang van ‘roepingen’ stimuleren, het leraarschap opwaarderen. En fuck zeggen tegen onderwijs in de zin van ‘kennisvreten’ en ‘punten scoren’.

Leraren moeten het plezier van het leren doorgeven. De eeuwige nieuwsgierigheid en de honger naar kennis- ook culturele kennis- stimuleren. Het is een plicht om ‘kunst’ aan te bieden aan kinderen, omdat dit een niet te meten overdracht van intellectueel kapitaal is.

Dus, al kan kunst de wereld misschien niet redden, het onderwijs kan dit beslist wel.

Investeer in onderwijs, investeer in verbeelding, verwondering voor schoonheid en het ongewone wat niet in cijfers is uit te drukken. Via de kunst en de kunsten vinden kinderen soms de taal, hun taal waar ze ze anders geen woorden voor vinden.

Investeer in de volledige mens, en de rest zal volgen.

Gerda Dendooven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content