Kamer start bespreking gegarandeerde dienstverlening, op een week van actiedag bij openbare diensten

Aangekondigde vertragingen bij een spoorwegstaking. © BELGA

De Kamercommissie Infrastructuur vat woensdag de bespreking aan van het wetsontwerp op de continuïteit van de dienstverlening bij het spoor. De tekst voert één van de meest controversiële beloftes in van de federale regering, namelijk de gegarandeerde dienstverlening.

De bespreking start op minder dan een week van de nationale actiedag bij de openbare diensten tegen het beleid van de regering-Michel.

De minimale – of gegarandeerde – dienstverlening stond in het regeerakkoord. De directie van het spoorbedrijf en de vakbonden raakten het na maanden onderhandelen niet eens over de modaliteiten, waarop minister van Mobiliteit François Bellot (MR) het heft in eigen handen nam. De vakbonden zijn fors gekant tegen het ontwerp. Ze zien er een regelrechte aanslag op het stakingsrecht in.

In zijn eerste voorontwerp voorzag Bellot het 8-4-1-principe. De stakingsaanzegging moest ten laatste acht dagen op voorhand gebeuren en vier dagen voor de staking moest elk personeelslid aangeven of het aan de actie deelnam of niet. Wie dat niet doet, riskeert een sanctie. Bedoeling is dat de NMBS een dag voor de staking een alternatief vervoersplan kan bekendmaken aan de reizigers.

De tekst stuitte bij de Raad van State op kritiek. Werknemers vier dagen op voorhand al laten beslissen of ze al dan niet mee staken, waarna ze niet meer van idee kunnen veranderen, kan voor de Raad van State niet. Die termijn moest korter.

Minister Bellot paste het voorontwerp aan de opmerkingen aan. Als de staking maar één dag duurt, moeten de werknemers ten laatste 72 uur op voorhand aangeven of ze mee staken. Als er meerdere dagen gestaakt wordt, geldt dat ook, maar de werknemers zijn dan niet verplicht zich daar de hele stakingsperiode aan te houden. Wie eerst beslist had niet te staken, maar dit vanaf een bepaalde dag wel wil doen, moet dat 72 uur op voorhand aangeven. Wie het werk tijdens de staking weer wil hernemen, krijgt 48 uur de tijd om dat aan de directie mee te delen.

De Raad van State stelt ook dat het verbod op stakingsposten, in combinatie met andere bepalingen, problemen doet rijzen. Het spreekt volgens het rechtscollege voor zich dat een staking een deel van zijn zin en impact verliest indien geen enkele actie – al was het maar ter sensibilisering – kan worden aangewend door de stakers ten opzichte van de niet-stakers en zelfs de reizigers om de gegrondheid van de staking te duiden.

Partner Content