Leo Neels

‘Journalisten moeten rechters niet honen en blameren omdat zij niet gevoelsmatig vonnissen’

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

In zaken die grote emoties meebrengen, schrijft Leo Neels, komt rechtspraak niét altijd tegemoet aan het volks en algemeen oordeel over zulke feiten. ‘Het is dan allicht verleidelijk om die emotiegolf van de sociale media naar de één van de krant te slepen en naar het editoriaal. Dat is een journalistieke keuze, maar de verkeerde.’

Recht bestaat niet zonder rechters: zij spreken recht. Ze doen dat op basis van fenomenaal uitgebreide (en steeds vaker slechte) wetgeving en met behulp van bewijsvoering en wetenschap, kennis en inzicht. In zaken die emoties oproepen gaat journalistiek daar steeds emotioneler op reageren. We merkten het nog pas, naar aanleiding van het Kortrijks vonnis in een verkrachtingszaak. De hele journalistieke cavalerie reed over de rechter heen, elke talkshow voerde lieden op die het beter wisten, en de minister van Justitie bestelde alvast een verbrekend arrest bij het Hof van Beroep. Zoals gebruikelijk ging de aandacht weer direct liggen toen de mediabrand was gesticht. De schuldig verklaarde dader en het slachtoffer bleken dan te berusten in de rechterlijke uitspraak. Dat was een belangrijke aanwijzing van de omstandigheid dat de Rechtbank van eerste aanleg van Kortrijk wel degelijk recht had gesproken, in de serene betekenis van die woorden. Dàt zou nu eens media-aandacht verdiend hebben, maar die was er toen nog nauwelijks. Alle beterwetersalvo’s waren afgevuurd, en dat volstond. Enige nederige buiging vanwege de experten en het mediagilde? Vergeet het.

‘Journalisten moeten niet rechters individueel honen en blameren omdat zij niet gevoelsmatig vonnissen’

Dat is bezwaarlijk, omdat rechters moeten oordelen op basis van een dossier, op basis van het wettelijk kader en met een schriftelijke motivering die hun oordeel onderbouwt. Kritiek is goed, maar moet wel oog hebben voor die elementen. Bezwaarlijk ook omdat rechters nooit kunnen en mogen antwoorden op journalistieke kritiek: zij spraken recht in hun vonnis, in de uitgeschreven motivering, en zijn daarmee, letterlijk, uitgesproken. Mogelijk kan een persrechter, die niét bij de beoordeling betrokken was, toelichting verschaffen en dat is een gelukkige omstandigheid – nog vaak onderbenut en onderschat door de Rechtbankvoorzitters.

Recente gerechtsverslaggeving viseert nu de individuele rechter. Dat was zo in de verkrachtingszaak, en ook weer recent. Op 2 maart voorpaginanieuws bij HLN: ‘Baby zwaar mishandeld, Ouders gaan vrijuit’, met de foto en de naam van de Kamervoorzitster. De vernietigende boodschap is duidelijk, ook deze rechter heeft er niets van begrepen, de krant wel. Gelukkig wordt het woord verleend aan de persrechter, die wijst op het belang van het bewijs. Een strafvordering van het Openbaar Ministerie is één zaak, de rechterlijke beoordeling is een àndere, en is – uiteraard – niet gebonden door de vordering. Dat is de essentie van rechtspraak.

’s Anderendaags titelt HLN ‘Opnieuw onbegrijpelijk vonnis na kindermishandeling. Baby gefolterd met sigaretten, ouders weer vrijuit.’ Ditmaal gaat het over een zaak in Gent, wat niet rechtvaardigt dat men opnieuw de foto van de Kortrijkse voorzitster afdrukt bij dit stuk, een schande. En opnieuw haalt de krant uit naar de omstandigheid dat een rechtbank moet oordelen op basis van feiten en bewijs, en ditmaal zowel in de krant als in het editoriaal. Dat voert aan dat het nieuws van de vrijspraak van de ouders er “bij velen zwaar inhakt”. Rechtspraak, zo gaat het editoriaal voort, wordt donker en kil als ze enkel nog onderbouwd wordt met juridische spitstechnologie. Onze heilige rechtsprincipes vereisen van magistraten dat ze soms oogkleppen moéten opzetten (…) omdat ze de schuld niet met een precisieweegschaal kunnen individualiseren. En er wordt aangeklaagd dat ons rechtssysteem de zwijgers en de leugenaars beloont, hetgeen “diep in ons rechtvaardigheidsgevoel snijdt”. De oplossing wordt ook aangereikt: het gezond boerenverstand dat zegt dat beide ouders solidair dienen veroordeeld, op basis van een innerlijke overtuiging die je als rechter verder niet moet verklaren – zoals vroeger in assisenzaken waarin jury’s, toen zonder motivering, in gemoede konden beslissen.

In zaken die grote emoties meebrengen, komt rechtspraak niét altijd tegemoet aan het volks en algemeen oordeel over zulke feiten.

Hier wordt alleen met emotionaliteit gereageerd, de overheersende journalistieke stijl. Agumenten zijn dan overbodig. Het argument is nochtans dat magistraten één van de moeilijkse functies hebben in de samenleving. Ze zijn verplicht om recht te spreken. Ze zijn verplicht dat binnen het wettelijk kader te doen. En ze zijn verplicht hun uitspraak omstandig en volledig schriftelijk te motiveren. Met argumenten, niet met gevoelens, op grond van bewijs, niet op grond van vermoedens.

In zaken die grote emoties meebrengen, komt rechtspraak niét altijd tegemoet aan het volks en algemeen oordeel over zulke feiten. Algemeen volksoordeel is emotioneel, streng en wraakzuchtig. Het is dan allicht verleidelijk om die emotiegolf van de zgn. sociale media naar de één van de krant te slepen en naar het editoriaal. Dat is een journalistieke keuze, maar de verkeerde.

Klaarblijkelijk willen sommige gerechtsjournalisten de nieuwe weg inslaan van het noemen, tonen van de afbeeelding en te schande zetten van magistraten die gevoelsmatig verkeerde vonnissen durven uit te spreken. Ik roep hen op om niét in die richting verder te gaan. Journalisten – de beroepsgroep die van de grootste juridische privileges in ons rechtssysteem geniet – hebben niet de taak om rechters individueel te honen en te blameren omdat zij niet gevoelsmatig vonnissen, volgens de mediocriteit van journalistiek en sociale media.

Indien rechters het recht verlaten, rest slechts willekeur: is het dat wat de editorialist van HLN wil? Dat rechtspraak buiksprekerij wordt van populistische gevoelens? Dat rechtspraak middelmatig oordeelt en niet meer motiveert? Dat aanvoelen bewijs gaat vervangen? Dat men in gemoede gaat schuldig verklaren naargelang de barometer op Twitter?

De schandpaal die dit soort van journalisitek aan met naam genoemde en afgebeelde rechters aanreikt is een verkeerde journalistieke keuze. Het is moeilijker om de rechterlijke functie uit te leggen en om het gevoelskader te overstijgen met argumenten. De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pjeijffer rukte al in 2013 uit tegen de dictatuur van het gevoel (DM, 26 december 2013). ‘Het belang van emoties wordt schromelijk overschat in deze tijden. Sinds de psychologie zichzelf heeft uitgevonden, moeten we gevoelens opeens serieus nemen, zelfs wanneer ze aantoonbaar onjuist, ongegrond of onzinnig zijn. Tegen gevoelens valt niet op te redeneren. Ze zijn autonoom en woekeren in een andere dimensie,waar argumenten illegaal zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content