Vrije Tribune

‘Jongeren hebben geen belang bij een hogere pensioenleeftijd’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De dertigers van nu zullen langer moeten bijdragen aan het pensioenstelsel om de huidige pensioenen te betalen. Daartegenover staat evenwel niet de garantie van een een even genereus pensioen, vreest Olivier Pintelon.

Verschillende commentatoren stelden gisteren dat een ‘verhoging van de pensioenleeftijd onverwacht komt’. Als prille dertige klinkt de boodschap mij nochtans bekend in de oren. Al jaren word ik overspoeld door allerlei rampscenario’s over de vergrijzing. De beslissing komt voor mij dan ook totaal niet onverwacht. Maar ik denk niet dat mijn generatie daar baat bij heeft.

‘Geen transfer van jong naar oud’

De pensioenen veiligstellen doe je vooral door – los van alle taboe’s – te werken aan een structurele herfinanciering van de sociale zekerheid. In Vlaanderen wordt het debat nu te éénzijdig gevoerd. Of zoals Ferdi De Ville het eerder al treffend verwoordde: ‘We weten allemaal dat we langer moeten werken. Of hebben we dat vooral genoeg gehoord?’

De jongeren hebben geen belang bij een hogere pensioenleeftijd. Pensioenen zijn geen zaak van intergenerationele rechtvaardigheid. Een andere kijk is nodig. We moeten denken in ‘cohorten’ – generaties laat ons zeggen.

Met een beetje geluk worden alle jonge werknemers ooit oud. We dragen nu bij tot de pensioenen van de ouderen in de hoop dat de volgende generatie hetzelfde doet. Dat is altijd de kern geweest van ons pensioenstelsel. Het is simplistisch om dat te zien als een transfer van jong naar oud. Het is eerder een impliciete herverdeling doorheen je leven. Op voorwaarde uiteraard dat tegenover sociale bijdragen dezelfde rechten staan en dat is nu net de politieke keuze.

De Zweedse coalitie kondigt aan om de pensioenleeftijd tegen 2025 op te trekken tot 66 jaar en uiteindelijk in 2030 tot 67 jaar. Laten we even doordenken. Tegen 2030 zijn alle babyboomers al lang op pensioen. Het is dus mijn generatie die tot zijn 67 zal moeten werken. Voor mij persoonlijk betekent dat nog 37 jaar. Concreet betekent het dat we langer zullen moeten bijdragen aan het pensioenstelsel om de huidige pensioenen te betalen, zonder evenwel garantie te hebben op een even genereus pensioen. De expertencommissie stelt immers voor om de pensioenbedragen automatisch te corrigeren in functie van de ‘referentieloopbaan’ en dus stijgende levensverwachting.

‘Pensioenen hoeven niet onbetaalbaar te zijn’

Dat brengt ons bij een andere veelgehoorde stelling: we leven met zijn allen langer, dus moeten we langer werken. Ook hierover moeten we leren om ‘out-of-the-box’ te denken. Uiteraard klopt de stelling niet noodzakelijk voor iedereen, de laaggeschoolden leven veel minder lang en ook minder lang in goede gezondheid. Maar dat is het punt niet.

Toen Bismarck eind 19e eeuw het pensioen uitvond, haalde niemand de leeftijd van 65 jaar. Ondertussen haalt een meerderheid van de mensen de leeftijd van 65 jaar. Dat is sociale vooruitgang en het is ook vooruitgang dat je een langere periode in goede gezondheid onafhankelijk bent van inkomsten uit de markt. Die ‘decommodificatie’ is altijd de kern geweest van de welvaartstaat.

Maar dat hoeft ook niet onbetaalbaar te zijn. We zijn met zijn allen nog nooit zo rijk geweest. Elk jaar worden we productiever. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn er – dankzij de vrouwen – nog nooit met zoveel mensen actief geweest op de arbeidsmarkt. Het is dus geen wet van meden en perzen.

‘Bijdrage van vermogens voor herfinanciering van de sociale zekerheid’

Er is een alternatief, al moet de politiek die willen zien. De vergrijzing kost ons op middellange termijn (2030) 4,1 % van het BBP. Schattingen van de Europese Commissie tonen aan dat een verhoging van de effectieve pensioenleeftijd richting de wettelijke pensioenleeftijd helpt, maar onvoldoende is. Het is daarenboven niet voor alle werknemers haalbaar. Wat vooral nodig is, zijn twee zaken. Allereerst dringt een structurele herfinanciering van de sociale zekerheid zich op. Vermogens moeten daarbij een substantiële bijdrage leveren. Ten tweede, moeten we het taboe over de ‘inefficiënte lastenverlagingen’ bespreekbaar maken. Deze regering kiest er weerom voor om de bedrijven minder te laten bijdragen aan de sociale zekerheid. Of dat jobs oplevert, is hoogst onzeker. Het failliet van de sociale zekerheid wordt ondertussen georkestreerd. Dat is niet de aanpak waar ik als prille dertiger voor kies.

Olivier Pintelon (30 jaar, en lid van denktank Poliargus)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content