Is pensioensparen nog een slim idee? En wat met bitcoins? 20 vragen over sparen en beleggen
Is sparen vandaag nog interessant? Wat met de 21,9 miljard van de staatsbon? En is vastgoed nog een goede investering? We leven in financieel onzekere tijden, maar professor financiële economie Hans Degryse (KU Leuven) geeft tips om slim met uw geld om te springen.
1. Is sparen vandaag nog een interessante keuze?
Hans Degryse: De spaarboekjes van de Belgische banken bieden rentevoeten tussen de 1 en 3 procent. De inflatie zit in Europa rond de 2,9 procent en in eigen land nog iets lager. Dus op dit moment word je vergoed voor de inflatie door te sparen op een spaarboekje. Er zijn andere tijden geweest, toen spaarboekjes eerder ‘verliesboekjes’ waren. Het is dus een optie, maar rijk zul je er niet mee worden.
Wanneer je een spaarboekje kiest, moet je uiteraard niet alleen naar de basisrente kijken, maar ook naar de getrouwheidspremie. Tenminste wanneer je je geld minimaal één jaar kunt missen. Die getrouwheidspremie staat nu wel onder druk, er gaan zelfs stemmen op om ze af te schaffen. Of tenminste om ze niet meer te verplichten. Dat zou op zich een goede zaak zijn, omdat spaarders dan veel makkelijker banken onderling zouden kunnen vergelijken, puur door naar de basisrentes te kijken.
Maar je kunt die hele discussie niet los zien van de roerende voorheffing. Op de rente op spaarboekjes geldt een roerende voorheffing van 15 procent, maar er is wel een vrijstelling van 1020 euro per jaar, per persoon. Op andere financiële producten, zoals termijnrekeningen en obligaties, is de roerende voorheffing op rente-inkomsten 30 procent, zonder vrijstelling. Van elke euro die je uitbetaald krijgt, moet je dus 30 eurocent doorstorten aan de overheid. Het zou een goed idee zijn om dat te herzien: onderwerp alle rente-inkomsten aan een roerende voorheffing van 30 procent, maar laat spaarders via de belastingaangifte roerende voorheffing op een bedrag van 1020 euro per jaar recupereren, ongeacht of die rentes van spaarboekjes, termijnrekeningen of obligaties komen. Dan zouden mensen minder ‘gevangen’ zitten in het spaarboekje en zouden de banken hun spaarproducten misschien ook aanlokkelijker moeten maken.
2. Hoe groot zou onze spaarreserve moeten zijn?
Degryse: Het is moeilijk om daar een vast bedrag op te kleven. Vaak wordt gezegd dat je vijf tot zes maandlonen opzij moet zetten op een spaar- of zichtrekening. Zo kom je bij een negatieve schok – je auto die het begeeft, bijvoorbeeld – niet in de problemen. Als je die reserve bij elkaar hebt gespaard, kun je beginnen te kijken naar andere financiële producten, zoals aandelen of obligaties. Maar veel hangt ook af van je persoonlijke situatie en je beleggingsprofiel: heb je bijvoorbeeld een eigen huis of niet? En toon je graag durf, of ben je eerder risico-avers?
3. Wat als je maar een beperkt bedrag aan de kant kunt zetten, 100 euro per maand bijvoorbeeld?
Degryse: Op dit ogenblik zijn er wel enkele banken die spaarboekjes aanbieden met relatief aantrekkelijke rentevoeten, tot 3 procent, op voorwaarde dat je onder een bepaald spaarbedrag per maand blijft, 500 euro bijvoorbeeld. Voor mensen die beperkt willen sparen, kan dat een goede keuze zijn. Maar als je dat bedrag langer kunt missen, vijf tot tien jaar bijvoorbeeld, kan het nog interessanter zijn om zo’n beperkt bedrag per maand te investeren in aandelen, eventueel via exchange traded funds (ETF’s). Op lange termijn zal dat normaal meer opleveren dan een spaarboekje. Veel mensen beginnen pas op iets latere leeftijd met beleggen, maar hoe jonger hoe beter. Het langetermijnperspectief is namelijk cruciaal. Dus zodra je wat geld hebt dat je kunt missen, kun je ermee starten.
4. Exchange traded funds of ‘trackers’ zijn populair. Wat zijn dat precies?
Degryse: Een ETF is een fonds dat je op de beurs kunt kopen. Het volgt (‘track’ in het Engels) een index en heeft ook een rendement dat ongeveer overeenkomt met het rendement van die index. Dat kan bijvoorbeeld een wereldindex zijn, maar ook een vastgoedindex of een geldmarkt-index. Vooral in de Verenigde Staten zijn die laatste heel populair. Ik vergelijk zo’n ETF altijd met iemand die een supermarkt binnenstapt zonder te weten wat hij graag wil eten. Die zegt daar tegen een robot: geef me maar wat van alles. Zeker voor beginners is passief beleggen in ETF’s een goede strategie. Maar ook voor mensen die weinig kennen van de beurs en zich daar liever niet te veel in verdiepen, zou ik dat aanbevelen. Het potentiële nadeel is dat als iedereen passief begint te beleggen, bepaalde aandelen veel te hoog geprijsd raken. Dan koop je in die supermarkt op automatische piloot twee liter melk, zelfs al kost die 1000 euro per liter. Passief beleggen wint aan populariteit, dus mogelijk is dat een risico voor de toekomst. Maar voorlopig hoeven beleggers daar niet te veel van wakker te liggen.
5. Even terug naar sparen. Moet je je geld verdelen over verschillende spaarboekjes?
Degryse: Voor spaarboekjes geldt een deposito-verzekering van 100.000 euro per persoon, per bank. Mocht een bank failliet gaan, dan krijg je dat bedrag zeker terug. Als je daarboven zit en op veilig wilt spelen, kun je overwegen om te spreiden over twee of meerdere banken. Daarnaast zijn er ook mensen die terughoudend zijn om hun hele portefeuille aan één bank te geven en daarom liever spreiden. Bedenk wel dat banken hun optimalisatieadviezen zo goed mogelijk proberen af te stemmen op individuele klanten en hun vermogen. Als de bank niet weet over hoeveel middelen je beschikt, loop je dat advies soms mis.
Op dit moment word je vergoed voor de inflatie door te sparen op een spaarboekje.
6. Maken banken het spaarders te moeilijk om hoge rentes te krijgen?
Degryse: Het is zeker zo dat banken – maar ook andere dienstverleners – aan een soort ‘prijsdiscriminatie’ doen, in verschillende vormen. Trouwe of ‘slapende’ klanten krijgen soms minder goede voorwaarden dan actieve spaarders die bij hun bank én de concurrentie op de deur gaan kloppen. Ook vermogende klanten krijgen soms aantrekkelijkere voorstellen dan ‘kleine’ spaarders. Banken maken het vaak ook nodeloos complex, door talloze producten aan te bieden met allemaal andere basisrentes en getrouwheidspremies. Het loont om je daar wat in te verdiepen, al zou het zeker transparanter mogen. We zien nu wel dat banken kleine spaarders wat prikkels beginnen te geven om hun gedrag aan te passen, door spaarboekjes met hogere rentes aan te bieden voor beperkte bedragen per maand.
7. Veel ouders willen sparen voor hun kinderen. Hoe pakken ze dat het best aan?
Degryse: Heel wat mensen worden verleid om dat via klassieke spaarboekjes te doen. Banken proberen zulke klanten soms ook te lokken door tijdelijk wat hogere rentes te geven. Maar omdat dit over lange termijnen gaat – tot wel 18 jaar – lijkt het me toch verstandiger om te kiezen voor ETF’s of beleggingsfondsen die gericht zijn op aandelen. We weten dat aandelen op langere termijn meer renderen dan obligaties of een spaarboekje. Bovendien is de meerwaarde op aandelen fiscaal vrijgesteld. Tenminste: in de huidige fiscale wetgeving. Of dat over 18 jaar nog zo zal zijn, is een andere vraag. Maar als je voor je kinderen investeert in een obligatiefonds, betaal je op de meerwaarde de zogenaamde Reynders-tax: 30 procent roerende voorheffing.
8. Is pensioensparen nog steeds een slim idee?
Degryse: Op dit moment is dat fiscaal nog altijd interessant, dit jaar is het aftrekbaar tot 1020 euro. Wie wat geld op overschot heeft, zou dat als eerste optie kunnen overwegen. Al moet je natuurlijk wel beseffen dat je dat geld dan moet kunnen missen tot aan je pensioenleeftijd. Als je het toch eerder terug wilt, zijn daar een serieuze fiscale kosten aan gekoppeld. Er zijn twee types van pensioensparen: via een spaarverzekering of via een beleggingsfonds dat in aandelen investeert. Ik zou voor die tweede optie kiezen, omdat die op de lange termijn meer zal opbrengen. Al vind ik wel dat de fiscale wetgever dat systeem zou moeten herbekijken. Nu is dit een erg winstgevende markt voor de banken, die relatief hoge commissies opstrijken. Mocht het mogelijk zijn om ook in ETF’s te investeren in het kader van pensioensparen, dan zou dat veel toegankelijker worden. Nu legt de wetgeving ook heel wat beperkingen op. Zo moeten die fondsen bijvoorbeeld een bepaalde fractie Belgische aandelen bevatten, waardoor internationale spelers de Belgische markt links laten liggen en de concurrentie beperkt blijft. Het is op dit moment dus een fiscaal voordeel dat deels wordt opgesoupeerd door de bankensector.
9. In september werd 21,9 miljard euro belegd in de staatsbon. Een goede zaak?
Degryse: Over het algemeen zou ik dat wel positief evalueren, ja. Voor de spaarders was het interessant: ze kregen een nettorente van 2,8 procent. Bovendien werden ze ertoe aangezet om eens te reflecteren over alternatieven voor het spaarboekje. Ook voor de overheid was het een goede zaak: zij heeft een iets voordeligere financiering gekregen dan op de internationale markten. Het heeft ook wel wat beweging gebracht in de spaarmarkt, al blijft de vraag of er een causaal verband is tussen de twee. In andere landen, waar geen voordelige staatsbons zijn uitgegeven, zijn de rentes op spaarboekjes ook omhooggegaan. Voor de banken was het wel een stresstest: er vloeide 21,9 miljard weg, vooral van zicht- en spaarrekeningen. De meeste banken hebben dat vlot doorstaan, al is de vraag of dit voor herhaling vatbaar is. De overheid zou het dan misschien iets voorzichtiger moeten aanpakken, door het bedrag bijvoorbeeld wat te beperken.
10. Wat moet je doen wanneer je geld van de staatsbon dit najaar wordt vrijgegeven?
Degryse: Het is mogelijk dat de overheid op dat moment een aanbod doet aan de spaarders om hun obligaties met één jaar te verlengen. Dat kan voor spaarders interessant zijn, als er opnieuw een aantrekkelijke roerende voorheffing aan vasthangt. Maar dat valt voorlopig af te wachten. Er zijn natuurlijk ook verkiezingen in juni. In principe is het Federaal Agentschap van de Schuld, dat de staatsbons uitgeeft, onafhankelijk. Het valt dan ook te hopen dat die staatsbon geen instrument wordt waarmee bepaalde politieke partijen stemmen proberen te ronselen. Als de overheid in september besluit om het geld gewoon vrij te geven, vloeit er 22 miljard terug naar de financiële sector. Ook dan kunnen het interessante tijden worden voor spaarders, omdat er wel wat activiteit te verwachten valt bij de banken. Tijdelijk interessante rentes op spaarboekjes zijn dan zeker iets om in de gaten te houden.
11. Vandaag is het heel makkelijk om via online beleggingsplatformen zelf je aandelen uit te kiezen.
Degryse: Het probleem is dat er veel onbewuste gedragspatronen zijn waarin beleggers dreigen te vervallen. Te snel je stijgende aandelen verkopen bijvoorbeeld. Of verliezende aandelen bijkopen. Als je dit delegeert aan een bank, die met beleggingsfondsen werkt, mag je hopen dat professionele beleggers minder last hebben van dat soort gedrag. Maar diversificatie is sowieso een goed idee. Door ETF’s te kopen die de wereldindex volgen, zit je ook al een stuk veiliger.
12. Beleg je het best elke maand een vast bedrag? Of wacht je op een gunstig moment om in één keer veel aandelen te kopen?
Degryse: In principe is de slimste keuze om je aankopen te spreiden in de tijd, één keer per maand bijvoorbeeld. De ene maand zul je dan aandelen kopen als ze duur zijn, maar de andere maand wanneer ze goedkoop zijn. Als je zit te wachten op het ‘perfecte’ moment, hol je vaak achter de feiten aan. Het enige nadeel aan die strategie is dat er altijd kosten verbonden zijn aan beleggen. Sommige beleggingsplatformen maken het relatief voordeliger om grotere bedragen te investeren. Je zou er dus ook voor kunnen kiezen om één keer per kwartaal of per halfjaar 2.500 euro te beleggen, bijvoorbeeld.
13. Is het nog slim om in Belgische aandelen te beleggen?
Degryse: De Bel-20 doet het de laatste jaren zeker niet goed. Dat heeft veel te maken met de compositie van die index: er zitten redelijk wat vastgoedaandelen in die door de rentestijging fors gedaald zijn. Je hoeft de Belgische markt zeker niet uit te sluiten – denk maar aan de topprestaties van Lotus – maar ik zou ook durven te kijken naar internationale aandelen. Al is het soms gevaarlijk om zelf op goed geluk aandelen te selecteren. We zijn steeds meer geëvolueerd naar een economie van ‘the winner takes it all’, met toppers als Meta en Tesla bijvoorbeeld. Als je die topbedrijven kunt selecteren, ben je goed bezig. Door te kiezen voor ETF’s die de wereldindex volgen, ben je zeker dat ook die topaandelen in je portefeuille zitten.
14. Zijn bedrijfsobligaties interessant om als particulier aan te kopen?
Degryse: Dat valt zeker te overwegen. Al is het altijd belangrijk om te diversifiëren. En bij bedrijfsobligaties moet je vaak een bepaald minimumbedrag investeren, 10.000 euro bijvoorbeeld. Als je middelen eerder beperkt zijn, wordt het dus moeilijk om je geld over verschillende bedrijven te spreiden. Ook hier zijn ETF’s een optie, want er zijn ook ETF’s die zich enkel toeleggen op bedrijfsobligaties. Als je zo’n ETF neemt met 500 bedrijven in zijn portefeuille, is je risico veel beter gespreid. Overheidsobligaties zijn ook een mogelijkheid en daar is het risico beperkt. Tenminste als je niet voor landen als Turkije kiest.
In september vloeit er mogelijk 22 miljard terug naar de financiële sector. Ook dan kunnen het interessante tijden worden voor spaarders.
15. De Belg heeft een baksteen in de maag. Blijft vastgoed een verstandige investering?
Degryse: Investeren in een eigen woning is zelden verkeerd, zeker als je geen te zware hypothecaire lening hoeft aan te gaan, omdat je wat eigen inbreng bijeen hebt kunnen sparen. De vastgoedprijzen in België zijn relatief stabiel: zelfs bij crisissen blijven de prijsdalingen beperkt. Al is het verleden nooit een garantie voor de toekomst, niemand heeft een glazen bol. Wat nu wel een héél grote rol begint te spelen, zijn de EPC-scores (energieprestatiecertificaat, red). Mensen die jaren geleden geïnvesteerd hebben in huizen die nu een E- of F-score krijgen, zien dat de waarde van hun huis bijna is gezakt tot de waarde van de grond. Wie nu een woning koopt, moet daar dus goed op letten.
16. En is het slim om vastgoed te kopen om te verhuren?
Degryse: Fiscaal is dat nog steeds aantrekkelijk, maar je moet er toch wat mee opletten. Mensen worden soms verblind door de ogenblikkelijke huurinkomsten, en de eerste jaren is dat zeker terecht: je krijgt huurgeld binnen en je hebt amper onkosten. Vergelijk het met de wittebroodsweken in een huwelijk. Maar na verloop van tijd komen er bij zo’n woning toch andere kosten naar boven, iets waar je best vooraf rekening mee houdt. Daarnaast kun je ook investeren in vastgoedbedrijven, op de Brusselse beurs heb je bijvoorbeeld Cofinimmo. Tot enkele jaren geleden dachten mensen nog dat die aandelen nooit in waarde zouden dalen, maar het laatste jaar zijn die toch zwaar onder druk gekomen door de hoge rentes. Al is de grote ‘renteshock’ nu vermoedelijk voorbij en zullen de rentes op hypothecaire leningen stilaan wel weer dalen.
17. Vaak wordt gezegd dat goud de beste belegging is in crisistijd. Klopt dat?
Degryse: Goud wordt inderdaad soms beschouwd als een verzekering tegen onzekere situaties. Dat kan zeker een onderdeel zijn van je portefeuille, maar voor de economie en de maatschappij biedt dat weinig toegevoegde waarde, vind ik persoonlijk. Al is dat natuurlijk iets wat iedereen voor zichzelf moet uitmaken. Je kunt ook andere alternatieve beleggingen overwegen, zoals whisky of wijn. Al lijkt me dat niet iets om als beginnende belegger mee aan de slag gegaan. Persoonlijk zou ik daar toch niet mijn eerste euro’s in investeren.
18. Hoe staat u tegenover beleggen in cryptomunten, zoals bitcoin?
Degryse: Persoonlijk vind ik bitcoin en al die andere alternatieve munten waardeloos, of vermoed ik toch dat ze dat op een bepaald moment zullen worden. Zogenaamde ‘crypto-believers’ poneren altijd dat ze waarde hebben omdat hun aantal gelimiteerd is. Dat klopt, maar die waarde is er enkel zolang voldoende mensen die munten willen kopen. Dat kan ook plots ineenstorten. Je belastingen kun je met bitcoins alvast niet betalen. Voor wie er toch mee wil experimenteren, maar afgeschrikt wordt door het technische aspect, is er goed nieuws. De Amerikaanse beursregulator heeft onlangs ETF’s toegelaten voor bitcoin. Je koopt dus gewoon zo’n ‘tracker’ die voor jou investeert in bitcoin en je hoeft niet bang te zijn dat je bijvoorbeeld je wachtwoord zult verliezen. Maar persoonlijk ben ik dus geen fan. Toegegeven: er zijn al mensen stinkend rijk geworden met bitcoins. Maar voor anderen werd het een financieel fiasco. En het sociale nut is ook beperkt, er wordt vooral zeer veel energie mee geconsumeerd.
19. Onlangs was er opschudding omdat Payconic had geweigerd diensten te verlenen aan Forza Ninove. Is het verstandig om ook altijd wat cash te houden?
Degryse: Wat mij betreft blijft een cashloze maatschappij toch het ideaal. Al snap ik dat mensen om allerlei redenen toch cash op zak willen houden. De centrale banken zijn trouwens volop bezig met het ontwikkelen van ‘central bank digital currencies’, digitaal geld waarmee je kunt betalen, ook al ben je offline. Dat zou een goed alternatief voor cash kunnen worden.
20. We leven in onzekere tijden, met crisissen en oorlogen allerhande. Zullen we de komende jaren massaal verarmen?
Degryse: We hebben al veel crisissen overwonnen, denk maar aan covid en de energiecrisis. Dus ik denk niet dat we in pessimisme moeten vervallen. Dan riskeer je dat niemand nog iets durft te kopen, waardoor een self-fulfilling prophecy ontstaat. Europa gaat landen zoals België nu weer een beetje in een keurslijf duwen, om onze hoge staatsschuld af te bouwen. Op zich doen we het qua economische groei niet zo slecht, al hebben we natuurlijk wel wat problemen voor ons uitgeduwd, denk bijvoorbeeld aan de betaalbaarheid van de pensioenen en onze competitiviteit. We moeten zeker waakzaam zijn, maar ik zie de toekomst toch niet al te donker tegemoet.