Vlinks

Is onze samenleving een opleidingskamp voor pestkoppen?

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘Is onze samenleving een opleidingskamp voor pestkoppen?’, vraagt Bram Mahieu van Vlinks zich af. ‘Onze hele samenleving is immers gebouwd rond populariteit, prestatie en beloning. Telkens opnieuw hebben we de neiging om een rangorde te bepalen.’

Begin dit jaar was het zover. Dé brief zat in de bus, een wake-up call voor ouders dat hun oogappel geen baby meer is, maar een peuter aan het worden is. Een mooie grote enveloppe met het sierlijke logo van stad Roeselare. De brief legde de procedure uit voor het kiezen van een school voor onze junior.

Wij, onervaren ouders, mochten de verschillende scholen in de buurt gaan bezoeken op hun open dag of infoavond. De belangrijkste criteria voor de schoolkeuze waren afstand en familie, grote broer of zus en indien mogelijk gewoon je voorkeursschool. Aangezien wij ons hebben voorgenomen een clubje van drie te vormen, was er eigenlijk enkel nog afstand en een goed gevoel waarmee we moesten rekening houden. We mochten drie scholen van voorkeur opgeven en nadien zou ons een school worden toegewezen.

Data van open dagen volgden al gauw in de brievenbus en al snel liepen we onwennig opnieuw door de schoolpoorten. Lieve juffen in kleurrijk versierde klassen met digitale snufjes deden hun uiterste best om ons te bekoren. Ik kreeg al zin om zelf weer naar school te gaan. Met aanstekelijk enthousiasme probeerde men ons warm te maken voor hun school. Een babbel, een drankje, een hapje, geen moeite werd gespaard.

Met het kritische oog van een bezorgde ouder namen wij elke school onder de loep. We kwamen immers niet zomaar een school kiezen, we kwamen de plaats kiezen waar onze uk zou her- en gevormd worden, waar hij zich zou ontplooien. Een plaats waar hem belangrijke waarden zouden worden bijgebracht. Een plaats waar hij zou leren oplossingen zoeken voor probleemstellingen van allerlei aard. Keuzes maken over welke zinsbouw hij zou gaan gebruiken om zijn bedoelingen kenbaar te maken. Hoeveel vingers hij zou moeten tonen om duidelijk te maken hoe jong hij wel is. Maar ook keuzes leren maken om gezond of ongezond te eten. Leren kiezen om goed te doen of kwaad te doen.

Is onze samenleving een opleidingskamp voor pestkoppen?

In de derde en laatste school sprong iets ons in het oog: het grote aantal posters voor de bewustmaking over pesten. De school zei ‘Nee tegen pesten’. Mooi geïllustreerde, kleurrijk opgemaakte posters op elk prikbord, op vele ramen, overal in de school. Het viel echt op. Het deed me terugdenken aan mijn zorgeloze tijd op het nog steeds vertrouwde dorpsschooltje. Voor mij was hij althans zorgeloos geweest. Ik kon mij niet voor de geest halen of ik zelf slachtoffer van pesterijen was geweest. Op wat plagerij na ben ik altijd gespaard gebleven van bijtende of gemene spot, fysiek lastigvallen, diefstal of zelfs geweld en agressie.

Maar was die tijd ook voor andere klas- of schoolgenootjes wel zo zorgeloos geweest? Nee! Ik kon mij dadelijk zo wel een paar namen en gezichten voor de geest halen van jongens en meisjes die er op geregelde basis uit werden gepikt. Ik was in die tijd volgens mijn ouders een pienter baasje, steeds bij de ‘besten’ van de klas, een van de beteren in de turnklas en zeker niet op mijn mondje gevallen. Mijn ouders hoorden bij de gegoede middenklasse. Waren dit dan de ingrediënten voor een zorgeloze jeugd? Als we de dynamieken van pesten in combinatie met onze samenleving iets kritischer benaderen, lijkt dit inderdaad wel een mix tot ‘succes’.

Pesterijen zijn vaak het gevolg van tegenstellingen. Een tegenstelling van hebben/niet-hebben, van kunnen/niet-kunnen en vooral van zijn/niet-zijn. Een van de belangrijkste factoren binnen het pestfenomeen is populariteit. Vreemd genoeg wordt de pester populairder naarmate het pestgedrag toeneemt. Pesten is dan ook een echt groepsevenement. Sommige onderzoekers durven zelfs te beweren dat pesten in feite groepscohesie versterkt, spijtig genoeg ten nadele van het slachtoffer.

Vaak hoor je dat pesters gevoelloze mensen zijn. Niets is minder waar. Om te pesten moet je immers heel goed kunnen aanvoelen waar het slachtoffer gevoelig voor is, waar diens zwaktes liggen. Pesters zijn meestal intelligente personen die natuurlijke leiderscapaciteiten in zich hebben. Dit verklaart het gekende fenomeen van de neutrale groep die op de hoogte is van het pestgedrag maar zich vooral afzijdig probeert te houden (vaak omstaanders) en zich braaf schaart achter deze leider. Eigenlijk zou een groot deel van de neutrale groep het liefst onzichtbaar zijn, om vooral zelf geen slachtoffer te worden.

Onze hele samenleving is gebouwd rond populariteit, prestatie en beloning

De neutrale groep speelt in het pestmechanisme de rol van brandstof voor de pester. Het slachtoffer is meestal iemand die om één of andere reden geïsoleerd is. Hij behoort tot een minderheid, hij is anders of hij gedraagt zich anders. Meestal heeft dit slachtoffer door zijn isolement heel weinig sociale bescherming, hij heeft weinig vrienden die bereid zijn hem te beschermen. Door het gebruik van expliciete macht tegen het slachtoffer verwerft de pester impliciete macht waardoor hij zich nog meer bevestigd en gesterkt voelt en het proces nog versterkt wordt.

Deze laatste vaststelling is nog de zorgwekkendste. Onze hele samenleving is immers gebouwd rond populariteit, prestatie en beloning. Als we de televisie aanschakelen, wordt ons non-stop ingelepeld dat superioriteit beloond wordt. We krijgen ideaalbeelden voorgeschoteld en ook al weten we dat die niet bestaan, toch creëren die een zeker verwachtingspatroon. Ook op sportief, muzikaal en zelfs cultureel vlak wordt er steeds gecategoriseerd. Iedereen krijgt steeds een label: jij bent maar provinciaal niveau en jij eerste klasse. Telkens opnieuw hebben we de neiging om een rangorde te bepalen. We houden wedstrijden om wie het best piano kan spelen, wie het best zingt. Iedereen bejubelt de winnaar. Soms krijg je zelfs uitlachtelevisie waar de verliezer of diegene die niet aan dat ideaalbeeld voldoet te kijk wordt gezet, bespot, verguisd, uitgesloten of zelfs bedreigd.

Het begint subtiel. Al van jongs af aan leren we onze kinderen te categoriseren op basis van hun kunnen. Leerling A zit in de leesgroep van de goede lezers, leerling B heeft het om diverse mogelijke redenen moeilijk en mag bij de kneusjes. De bedoeling is uiteraard nobel, maar het kwaad is geschied. Na verloop van tijd wordt dit netjes in cijfertjes uitgedrukt in een rapport. Heel mooi vergelijkbaar. Haal je minder dan 50% dan ben je gebuisd. Het professionele leven bouwt voort op deze mechanismen. Verloningsschalen op basis van scholingsgraad, bonussen voor extra prestaties.

De beeldspraak is duidelijk: je moet hogerop geraken in het leven, klimmen in de hiërarchie. Dat betekent dus dat je ervoor moet zorgen dat er ook altijd mensen ónder jou zijn

De beeldspraak is duidelijk: je moet hogerop geraken in het leven, klimmen in de hiërarchie. Dat betekent dus dat je ervoor moet zorgen dat er ook altijd mensen ónder jou zijn. Het mag dan ook geen wonder wezen dat pesterijen op de werkvloer schering en inslag zijn. Het geeft de pester aanzien, het toont dat hij of zij hoger staat op die ladder. Onze samenleving dus als het ware een georganiseerd opleidingskamp voor pestkoppen. Talenten of gaven worden gerangschikt in volgorden van belang. Van kleins af aan worden kinderen dan op die waarderingsschaal ingedeeld. Zij die beter scoren op de ‘goeie’ talenten krijgen een streepje voor, worden de hemel in geprezen, de andere worden weggezet als kneusjes en moeten vaak ‘bijgeschoold’ worden.

Het politieke gebash over en weer -het kibbelkabinet, weet u wel- is in feite niets meer dan gesublimeerd pestgedrag. Een manier om te tonen wie er nu hoger op de ladder staat dan de anderen.

Op grote dagen als 11 juli wordt het bijna gênant. Kopstukken van partijen en bewegingen van allerhande gezindte verdringen zich dan om om ter brutaalst uit te pakken. Geen cliché wordt gespaard, van geldtransfers tot werkloosheid. Geen bevolkingsgroep helaas ook, met ‘gênante Vlaamse symbolen’ en ‘spugen op stakers’ als trieste dieptepunten. Dit was geen verbindende feesttaal. Dat het zo niet bedoeld was, is een flauw excuus. Een doorwinterde politicus weet wat de mogelijke consequenties van zijn uitspraken zijn.

Sommigen proberen in dit spervuur van gescheld en pesterijen een lichtpuntje te wezen. Er is ook andere weg. Vlinks zegt net als de posters in die school ‘nee!’ tegen deze beschamende vorm van pesterijen. Tolerantie, actief pluralisme, transparantie in beslissingen en uitvoeringen, geestelijke rijkdom, een realistisch zelfbeeld, kritische burgerzin en sociale contacten dienen te allen tijde aangewakkerd te worden in het permanente proces van emancipatie en samenlevingsopbouw als alternatief voor hetgeen we nu voorgeschoteld krijgen. Vlinks wil mensen verzamelen en verenigen achter een positief Vlaams verhaal. Het gaat niet om het zich afzetten tegen, om omverwerpen of afbreken, maar wel om opbouwen, versterken en samenwerken. Niet tegen, maar voor. Niet ieder voor zich, maar samen. Niet volgens ranglijst of uitgestippelde carrièreplanning, maar elk op zijn eigen manier.

Bram Mahieu is kernlid van Vlinks

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content