Els Van Hoof (CD&V)

‘Is er nood aan een partij voor alleenstaanden? Met deze 5 maatregelen raken we al een eind’

Els Van Hoof (CD&V) Kamerlid voor CD&V

Kamerlid Els Van Hoof (CD&V) formuleert vijf speerpunten voor een beleid dat alleenstaanden niet langer achterstelt.

Naar aanleiding van recente cijfers van Statbel over het aantal alleenstaanden in ons land, wordt her en der geopperd dat er nood is aan een partij voor alleenstaanden in ons land. Toch beweegt er iets op het politieke toneel, om ook deze steeds grotere groep niet in de kou te laten staan. De Kamerresolutie die op 19 januari werd aangenomen, geeft alvast een voorzet.

Uit recente cijfers van Statbel die dit weekend naar buiten werden bracht, blijkt dat alleenwonenden (huishoudens bestaande uit slechts een persoon) in maar liefst negen op de tien Belgische gemeentes de grootste groep vormen. Dat vijftien jaar geleden – in 2007 – in zes op de tien Belgische gemeentes gehuwde koppels met kinderen de grootste groep vormden, toont aan hoe snel het aandeel alleenwonenden in België toeneemt.

In 2022 bestond 36 procent van de huishoudens uit alleenwonenden. Als daar het aantal alleenstaande ouders wordt bijgeteld (10 procent van de huishoudens), kunnen we concluderen dat in 2022 zo’n 46 procent van de Belgische huishoudens bestaat uit alleenstaanden. Bijna de helft van de huishoudens dus.

Deze cijfers zijn geen verrassing. Omwille van die tendens nam de Kamer op mijn initiatief begin dit jaar al unaniem een resolutie aan die oproept om werk te maken van een allesomvattend beleid op maat van alleenstaanden.

Want het is duidelijk dat alleenstaanden – of het nu gaat om alleenwonenden of alleenstaande ouders – het niet gemakkelijk hebben. Eerdere cijfers van Statbel gaven aan dat zij een hoger risico op armoede en sociale uitbuiting liepen (30,01 procent voor alleenwonenden en 44,6 procent voor alleenstaande ouders) dan de gemiddelde bevolking (18,9 procent).

Volgens de GREG wordt maar liefst 20 tot 30 procent van de alleenwonenden en 40 tot 50 procent van de alleenstaande ouders geconfronteerd met energiearmoede. 46 procent van de vraag aan sociale woningen kwam in 2018 van alleenwonenden en alleenstaande ouders.

Het moge duidelijk zijn: actie is nodig. Want onverwachte uitgaven doen, een week vakantie per jaar buitenshuis te nemen, versleten meubels vervangen, regelmatig deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten of minstens eenmaal per week afspreken met vrienden en familie om iets te eten/drinken zit er voor een grote groep alleenstaanden niet in.

We zijn geen welvaartstaat voor iedereen, als we de helft van onze huishoudens in de kou laten staan.

Met de Kamerresolutie zetten we alvast een eerste stap richting een allesomvattende aanpak van deze problematiek in vijf domeinen.

Leefvorm-neutraal beleid

We roepen ten eerste op om te streven naar een leefvorm-neutraal beleid door de overheid, waarbij een singlereflex en/of een eenouderreflex wordt gehanteerd in toekomstig beleid. Bedoeling is dat nieuwe beleidsmaatregelen, alvorens ze worden goedgekeurd, systematisch worden gecontroleerd op onevenredige negatieve gevolgen voor alleenwonenden of alleenstaande ouders.

Neem statuut samenwonende onder de loep

In een tweede grote lijn focussen we op de armoedeproblematiek bij alleenstaande ouders en alleenwonenden. Een goed voorbeeld is de werkgroep van de FOD Sociale Zekerheid die het statuut van de samenwonende onder de loep neemt.

Vandaag zorgt dat statuut ervoor dat uitkeringen zoals een leefloon, werkloosheidsuitkering of invaliditeitsuitkering lager zijn voor samenwonenden dan voor alleenstaanden. Dat zorgt ervoor dat meerdere alleenstaanden eerder geneigd zijn om alleen te blijven wonen, terwijl nieuwe woonvormen als co-housing wel degelijk interessant kunnen zijn voor alleenstaanden, bijvoorbeeld om vaste kosten te kunnen delen.

Fiscale hervorming moet leefvorm-neutraal zijn

Ten derde focussen we op het leefvorm-neutraler maken van sociale en fiscale regelgeving. We willen dat de inactiviteits- en promotieval voor alleenstaanden en eenoudergezinnen op de arbeidsmarkt wordt weggewerkt. Wie meer werkt, mag niet netto worden afgestraft door het verlies van allerlei voordelen op vlak van energietarieven, gezondheidsfacturen of kinderopvangprijzen.

De toekomstige fiscale hervorming moet leefvorm-neutraler zijn. Alleenstaanden worden onevenredig hoog belast vandaag. Dat moet anders.

Aandacht voor verhouding werk-privé

We vragen ten vierde ook een bijzondere aandacht voor de verhouding tussen werk en privéleven, een balans die voor alleenstaanden vaak nog moeilijker te maken is dan voor niet-alleenstaanden. Onvoorziene gebeurtenissen zoals de ziekte van een kind leggen bij alleenstaanden een zwaardere hypotheek op dat evenwicht dan bij klassieke gezinnen.

De resolutie vraagt dat de deelstaten een beleid uitwerken voor de arbeidsbemiddelingsdiensten dat voldoende rekening houdt met de concrete noden van eenoudergezinnen. De Nationale Arbeidsraad wordt dan weer gevraagd concrete maatregelen te bespreken om een beter evenwicht tussen werk- en privéleven te bevorderen voor eenoudergezinnen, bijvoorbeeld via glijdende werktijden, telewerk, schoolbelcontracten (deeltijdse contracten die de werkuren afstemmen op de schooluren, nvdr.) of co-ouderschapscontracten.

Optreden tegen discriminatie op woon-, energie- en zorgmarkt

Vijf. Een laatste grote lijn doorheen de resolutie heeft betrekking op wonen, energie en gezondheidszorg. We vragen de deelstaten om op te treden tegen de discriminatie van alleenstaanden op de huurmarkt, die helaas nog te veel voorkomt.

Uit een onderzoek van Testaankoop bleek dat ongeveer 25 procent van het inkomen van eenoudergezinnen naar gezondheidszorg gaat. Het gemiddelde in België ligt slechts op 12 procent. Uit de hoorzittingen in de Kamer blijkt bovendien dat alleenstaanden vaker medische zorgen uitstellen om financiële redenen.

De resolutie roept daarom op om de toekenningsvoorwaarden van de verhoogde tegemoetkoming te verfijnen, zodat die effectief wordt opgenomen door wie er recht op heeft, en om te onderzoeken of bij zorgverleners die de derdebetalersregeling toepassen, het remgeld kan wegvallen voor patiënten die het remgeldplafond voor de maximumfactuur bereikt hebben.

Tot slot nog dit. Maar liefst 40 procent van de alleenwonenden zijn 65-plussers. Dat is niet verwonderlijk door de stijgende levensverwachting en de tendens om zo lang mogelijk thuis te willen blijven wonen. Het zou dan ook fout zijn om een beleid gericht op alleenstaanden los te koppelen van beleidsmaatregelen gericht op ouderen. Een allesomvattende politiek is nodig, zowel voor ouderen als alleenstaanden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content