Evita Willaert (Groen)

‘Is België ziek? We proberen patiënt van vandaag te genezen met de medicijnen van gisteren’

Evita Willaert (Groen) Schepen van Onderwijs, Opvoeding, en Gezinsbeleid in Gent

‘Zolang we het aantal langdurig zieken proberen naar beneden te halen met achterhaalde recepten, gaan we er niet geraken’, meent Kamerlid Evita Willaert (Groen).

De loopbanen – en levens – van vandaag verschillen fundamenteel van die van een generatie geleden. Maar ons beleid loopt nog wel een generatie achter. Groen pleit daarom voor het uitwerken van een nieuw loopbaanmodel, aangepast aan de realiteit van de 21e eeuw.

EconoomIve Marx schreef deze week een opiniestuk voor De Standaard over het nog steeds stijgend aantal langdurig zieken. Hij vergelijkt ons land met Nederland, waar werkgevers 2 jaar de uitkering moeten betalen van een zieke werknemer met vast contract. In België betaalt de werkgever vandaag 1 maand. Marx’ pleit voor een responsabilisering van alle betrokken partijen.

Ive Marx heeft natuurlijk een punt. Ook wat betreft de laksheid van de bevoegde ministers. Ik kreeg het zelf onlangs nog te horen, toen ik vroeg waarom zo weinig werknemers na langdurige ziekte weer bij hun oude werkgever aan de slag gaan. Noch Minister De Block, noch Minister Peeters zien daar blijkbaar veel graten in, en ‘dat dat toch niet evident is, zeker na burn-out’, aldus Minister Peeters. Waarom dat niet evident zou kunnen worden, vraag ik me dan af?

Is België ziek? We proberen patiënt van vandaag te genezen met de medicijnen van gisteren

Ter illustratie: vorige week had ik een lang gesprek met Els, die na een burn-out niet liever wilde dan de job die ze zo graag deed hervatten. Kleine werkaanpassingen waren echter onbespreekbaar. ‘Wij gaan ons toch niet aanpassen aan individuele vragen, dan is het hek van de dam’, was de redenering van de werkgever. En dus volgde uiteindelijk ontslag. Natuurlijk is dit verhaal evenmin statistisch bewijs. Maar dit soort signalen zijn tekenend voor de bedrijfscultuur die er heerst rond langdurige ziekte in België.

In een interview met De Tijd vorig jaar verwoordde de directrice van het Nederlandse reïntegratiebedrijf Acture het zeer treffend: ‘Wat mij opvalt in België is dat jullie niet veel aan reïntegratie doen. Het lijkt alles of niets te zijn. Ofwel werk je 100 procent, ofwel niet. Jullie kijken enkel medisch naar een langdurig zieke, niet naar zijn mogelijkheden.’ Maar blijkbaar blijven dus ook de politiek verantwoordelijken, die de mond vol hebben van re-integratie en van kijken naar wat iemand wel nog kan, in datzelfde bedje ziek. Dus ja, ik begrijp waarom Ive Marx Nederland aanhaalt in vergelijking met België.

De noodkreet is meer dan ooit nodig. Het slap beleid van de afgelopen jaren heeft immers geen enkele impact gehad. Dat is misschien ten dele toe te schrijven aan de beperkte financiële responsabilisering in België. Maar ook de menselijke responsabilisering kan een stuk beter. Zo kan een werkgever nog steeds vrij eenvoudig aangeven dat een aangepaste werkhervatting praktisch te moeilijk ligt. Werknemers die na ziekte deeltijds de job terug willen opnemen kunnen nog steeds het antwoord krijgen dat ze beter nog even voltijds thuis kunnen blijven.

Een gezondheidsbeleid moet er in de eerste plaats voor zorgen dat minder mensen ziek worden, en pas in tweede instantie nadenken hoe je zieke mensen terug gezond krijgt.

Maar het gaat om veel meer dan dat. Wanneer we enkel blijven kijken naar reïntegratie van zieke werknemers dweilen we met de kraan open. Een gezondheidsbeleid moet er in de eerste plaats voor zorgen dat minder mensen ziek worden, en pas in tweede instantie nadenken hoe je zieke mensen terug gezond krijgt. Mensen terug aan het werk krijgen kan ervoor zorgen dat de kosten voor de sociale zekerheid niet verder oplopen, mensen gezond houden zorgt dat er géén kosten voor de sociale zekerheid moeten gemaakt worden.

De loopbanen van vandaag zijn niet meer die van een aantal decennia geleden. De tijd dat mensen op hun 20e begonnen te werken in 1 soort job, en op hun 65e met pensioen gingen, zonder veel beweging daartussen, is voorbij. We hebben nu voltijdse, deeltijdse en flexijobs. We hebben tijdskrediet en zorgverlof. We kunnen werken als werknemer, zelfstandige, freelancer, of een combinatie daarvan. Daarnaast is ook ons gezinsleven fundamenteel veranderd. Vandaag ‘het kerngezin’ als norm nemen, is voorbijgaan aan de realiteit. Dat ‘het leven ingewikkelder is geworden’ is niet iets dat we in het beleid terzijde moeten schuiven als individuele verantwoordelijkheid, maar mee moeten nemen in het uittekenen van een nieuw loopbaanmodel.

Een fundamenteel probleem in het loopbaandebat in België is dat het vertrekt van een te star, onveranderlijk beeld van hoe een job en een loopbaan er uitziet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop het pensioendebat gevoerd wordt. Experten hebben al verschillende factoren aangestipt die ervoor zorgen dat een loopbaan kan worden volgehouden tot en met de pensioenleeftijd. Een ‘slopende job’, fysiek zware arbeid, nachtwerk, ongezonde werkomgevingen, emotionele en mentale belasting of jobonzekerheid verhogen de kans dat iemand tijdens de loopbaan moet afhaken.

Het debat moet eigenlijk niet gaan over de vraag of kleuterleider nu en tot het einde der dagen een ‘zwaar beroep’ is of niet, het moet gaan over hoe je de job van kleuterleider kan organiseren zodat die minder of niet meer zwaar is.

Daarom proberen sociale partners en deze regering op basis van deze kenmerken punten op jobs te kleven en zo te bepalen in welke jobs je vroeger op pensioen kan. Alsof deze jobs niet kunnen verlost worden van deze loopbaanverkortende kenmerken. Het debat moet eigenlijk niet gaan over de vraag of kleuterleider nu en tot het einde der dagen een ‘zwaar beroep’ is of niet, het moet gaan over hoe je de job van kleuterleider kan organiseren zodat die minder of niet meer zwaar is.

We moeten werkgevers ook stimuleren om in te zetten op een werkorganisatie die lange loopbanen mogelijk maakt. Daarom moeten werkgevers die duurzame, ‘loopbaanverlengende’ banen aanbieden een voordeel hebben. Voor werkgever die jobs aanbieden die niet haalbaar zijn tot het einde van de loopbaan geldt het omgekeerde. Zij zijn er immers mee voor verantwoordelijk dat ‘hun’ werknemers de pensioenleeftijd niet halen. Een beetje naar analogie met ‘de vervuiler betaalt’ zouden werkgevers die duurzame banen aanbieden minder moeten bijdragen aan de financiering van de voortijdige uitval op de arbeidsmarkt.

Groen pleit al van bij het aantreden van Michel I tevergeefs om een loopbaancommissie aan het werk te zetten. In zo’n commissie zou Ive Marx samen met andere experten de krijtlijnen uittekenen van de loopbaan(organisatie) in de 21e eeuw. Dat zou er alvast toe kunnen leiden dat beleidsmakers het loopbaandebat niet langer voeren zoals vandaag, met al te weinig kennis van hoe loopbanen in de 21e eeuw er (kunnen) uitzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content