Hij is de eerste hoogleraar ter wereld in de alternatieve geneeskunde. Over de resultaten van zijn werk heeft hij nu een boeiend boek geschreven. Edzard Ernst over werkzame kruiden, gevaarlijke nonsens en zijn ruzie met prins Charles.

Al bijna twintig jaar is het zijn missie in dit leven: alle mogelijke vormen van alternatieve geneeskunde testen en onderzoeken, om na te gaan of ze werken en of ze veilig zijn. Daarom staat hij bekend als de allereerste hoogleraar complementaire geneeskunde ter wereld.

Helaas zal zijn departement aan de universiteit van het Britse Exeter op het einde van dit academiejaar de deuren moeten sluiten. Het geld is op. En zijn universiteit wil hem niet langer steunen in de zoektocht naar nieuwe financiering. De reden? Edzard Ernst heeft in het Verenigd Koninkrijk een nogal machtige vijand: prins Charles. ‘Ik kan het natuurlijk niet bewijzen’, vertelt hij. ‘Maar sinds ik de prins in nogal scherpe bewoordingen heb bekritiseerd, zijn alle financieringsbronnen plotseling opgedroogd. Nu goed, ik ben 62, dus ik ga sowieso bijna met pen-sioen. Maar het is wel jammer dat mijn onderzoek nu niet wordt verdergezet.’

Kroonprins Charles is een bekend aanhanger van alternatieve geneeskunde. Een tijd geleden bestelde hij een rapport over de werkzaamheid en veiligheid van alternatieve methodes. Uiteraard werd Ernst bij dat onderzoek betrokken. ‘Maar ik kwam er vrij snel achter dat de conclusies van tevoren al vaststonden’, zegt hij. ‘Dat heb ik dan ook gezegd in een interview met The Times, toen ik besloot om mij terug te trekken. Dat is mij niet in dank afgenomen.’

Nu is Ernst qua tegenwerking en haatmail wel een en ander gewoon. Er zijn behoorlijk wat alternatieve therapeuten die zijn bloed wel kunnen drinken. Zeker sinds Trick or Treatment verscheen, het boek dat hij samen met wetenschapsauteur Simon Singh schreef over de alternatieve geneeskunde. Deze week verschijnt dat boek in een Nederlandse vertaling: Bekocht of behandeld: de feiten over alternatieve geneeswijzen. ‘Het eerlijkste en meest accurate onderzoek ter wereld’, noemen de auteurs het zelf. En terecht. Aan homeopathie, acupunctuur, chiropractische therapie en kruidengeneeskunde besteden ze telkens een volledig hoofdstuk, waarin ze alles samenvatten wat we er tot dusver over weten. Daarnaast overlopen ze kort nog een heleboel andere alternatieven, van alternatieve diëten tot reflexologie.

Ernst kwam pas zeventien jaar geleden naar het Verenigd Koninkrijks. Hij werd geboren en getogen in Duitsland, waar hij opgroeide in de overtuiging dat alternatieve geneeskunde heel normaal is. ‘Ik heb het lange tijd volstrekt logisch gevonden dat dokters homeo-pathische middelen voorschrijven’, vertelt hij. ‘Ik kom uit een familie van dokters, mijn vader had veel belangstelling voor homeopathie en ook onze huisarts was een prominente homeopaat. Als kind stel je je daar natuurlijk geen vragen bij. Je weet immers niet dat homeopathie wetenschappelijk gesproken niet kan werken. Maar soms word je beter na zo’n behandeling en dan beschouw je dat als een bevestiging dat die behandeling werkte.’

Hij begon eind jaren zestig geneeskunde te studeren. ‘Toen was het ook heel normaal dat je belangstelling had voor alternatieve geneeskunde’, herinnert Ernst zich. ‘Ik behoorde tot de generatie die protesteerde tegen alles, dus ook tegen het medische establishment. Als studenten organiseerden wij zelf cursussen acupunctuur, bijvoorbeeld, net om onze professoren uit te dagen en te provoceren. Toen ik afstudeerde, was er een overschot aan dokters in Duitsland. En dus vond ik geen baan. Tot die huisarts van onze familie een goed woordje voor mij deed in een homeopathisch ziekenhuis in München. Daar heb ik een half jaar gewerkt.’

Wanneer begon u te beseffen dat homeopathische middelen helemaal geen werkzame stoffen bevatten en dus in het beste geval alleen maar een placebo-effect hebben?

Edzard Ernst: Oh, maar daar werd openlijk over gediscussieerd in dat ziekenhuis, hoor. Wij hadden het voortdurend over de vraag waarom mensen precies beter werden. Dat kan alleen maar aan het placebo-effect te danken zijn. Homeopathische middelen zijn immers zo verdund dat er zelfs geen molecule van de werkzame stof overblijft. Meer dan een placebo-effect kúnnen ze niet hebben.

Gewoon wat waterdruppeltjes of suikerpilletjes zouden even goed helpen.

Ernst: Precies. Daarvan was ik mij toen ook al bewust. En het is precies dat wat mij zo fascineert. Voor ik hier in Exeter met mijn onderzoek begon, heb ik als wetenschapper gewerkt, in een laboratorium. Dus ik heb geleerd om te denken als een dokter en als een wetenschapper. Dat zijn als het ware twee zielen in mijn borst. En die spreken elkaar vaak tegen. De wetenschapper doet onderzoek en ziet dat homeopathische middelen geen enkele werkzame molecule bevatten. De dokter, daarentegen, is in de eerste plaats geïnteresseerd in de vraag of zijn patiënten beter worden of niet. Worden ze beter, dan maakt het hem niet uit hoe dat precies in zijn werk is gegaan, het belangrijkste is dat de patiënt genezen is. Die spanning tussen wetenschapper en dokter voel ik nog altijd.

De vraag is natuurlijk: als een dokter weet dat de patiënt baat kan hebben bij een suikerpilletje, mag hij dat dan tóch niet voorschrijven? Is de patiënt helpen niet belangrijker dan altijd de waarheid vertellen?

Ernst: Zo ben ik opgeleid, tot in de jaren zeventig vonden dokters inderdaad dat je dat mag doen. Maar sindsdien is de medische ethiek veranderd. Vandaag vinden wij dat een dokter altijd de waarheid moet vertellen tegen zijn patiënt.

Ook als het een oud vrouwtje is met slaapproblemen, die met een suikerpilletje als placebo misschien al geholpen zou zijn?

Ernst: Ook dan zou het strikt genomen onethisch zijn, ja. Al is het natuurlijk een beetje gemeen om net met zo’n voorbeeld uit te pakken, je kunt altijd wel scenario’s construeren waarin de medische ethiek een beetje belachelijk overkomt. Het oude dametje helpen is natuurlijk belangrijker dan het dienen van welk medisch dogma dan ook. Maar het is gemakkelijk om te begrijpen dat een dokter die in homeopathie gelooft helemaal niet ethisch bezig is. Wie in homeo-pathie gelooft, is niet mee met de huidige medische wetenschap. En niet op de hoogte zijn van de medische wetenschap is voor een dokter een doodzonde. Kortom, patiënten homeopathische middelen voorschrijven is sowieso verkeerd.

Hoe is het eigenlijk mogelijk dat zoveel dokters in homeopathie geloven? Als je een medische opleiding hebt genoten, ken je toch genoeg scheikunde om te weten dat er bij extreme verdunning helemaal niets meer overblijft?

Ernst: Ik zal u vertellen hoe dat mogelijk is. Ik heb het namelijk zelf meegemaakt, toen ik als jonge arts in dat ziekenhuis werkte. De hoofdgeneesheer vertelt je wat je moet voorschrijven bij welke symptomen. Mensen die genezen, komen later bij je terug en zijn dankbaar. De mensen die niet beter zijn geworden, of patiënten die homeopathie onzin vinden, die zie je niet meer terug. Je ervaring is met andere woorden selectief: alleen de successen vallen op. En zo begin je steeds harder te geloven in wat je doet. Zo hard dat je op den duur bereid bent om op de vuist te gaan met iemand zoals ik vandaag, die zegt dat jouw middeltjes niet werken.

Slaagt u er weleens in om iemand te overtuigen van uw gelijk?

Ernst: Dat is niet eenvoudig. Zeker niet tijdens publieke discussies. Het publiek zal de wetenschapper altijd beschouwen als een kille, harteloze scepticus die de zegeningen van de alternatieve geneeskunde weigert te aanvaarden. De homeopaten komen altijd over als de empathische, bezorgde, warme dokters met een hart voor de patiënt. Het publiek kiest bijna altijd de kant van de homeopaat. Gelukkig is geneeskunde geen democratisch proces.

Een argument dat je heel vaak hoort, luidt: baat het niet, dan schaadt het niet.

Ernst: Daar ga ik niet mee akkoord. Een homeopatisch middel kan misschien ongevaarlijk zijn, maar dan is de vraag: is de homeopaat zelf wel ongevaarlijk? En daarop is het antwoord nee. Iemand die homeopathie voorschrijft, kan niet ongevaarlijk zijn. Er zijn immers twee mogelijkheden. Ofwel ben je helemaal niet ziek en heb je geen medicatie nodig, en dan is die homeopathie een aanslag op je portefeuille. Ofwel ben je wel ziek en heb je wel iets nodig, maar dan wel bij voorkeur een effectieve behandeling. Het niet opstarten van een echte, effectieve behandeling kan je het leven kosten. Ik heb het meegemaakt met een van de vrouwen die ooit onderzoek deed aan mijn departement. Toen ze op haar arm een vlekje ontdekte, behandelde ze dat met homeo-pathie. Een tijd later moest ik haar vervangen, om de eenvoudige reden dat ze gestorven was aan huidkanker. Kijk, als homeo-paten zoiets zichzelf aandoen, dan huiver ik bij de gedachte aan wat ze hun patiënten allemaal aandoen. Vergeet niet dat homeo-paten ook actie voeren tegen vaccinatie, wat velen een van de grootste doorbraken in de moderne geneeskunde zullen noemen.

In uw boek hebt u het over ‘alternatieve geneeskunde’, uw departement bestudeert ‘complementaire geneeskunde’. Welke term verkiest u zelf?

Ernst: Dat maakt niet veel uit, het onderscheid is vooral kunstmatig. Strikt genomen is er een verschil: alternatieve geneeskunde suggereert dat de klassieke geneeskunde buitenspel wordt gezet, terwijl complementaire geneeskunde suggereert dat de twee elkaar kunnen aanvullen. De nieuwste uitvinding is de term geïntegreerde geneeskunde, maar die slaat helemaal nergens op. Het uitgangspunt is namelijk dat je het beste uit beide werelden combineert. Maar hoe bepaal je wat het beste is? Door alles wetenschappelijk te onderzoeken. De beste behandeling is de behandeling waarvoor het beste bewijs bestaat. En dat is nu net het hele punt van ons boek: voor de meeste alternatieve behandelingen bestaat helemaal geen bewijs. Met andere woorden: alternatieve, complementaire, geïntegreerde geneeskunde – het is allemaal één pot nat. De echte vraag is niet welke term we gebruiken. De echte vraag moet zijn: wat werkt, wat niet, wat is veilig, wat niet?

Van welke alternatieve behandelingen kunt u zeggen dat ze wél werken?

Ernst: Van een aantal kruiden is aangetoond dat ze werken. Zo is sint-janskruid een effectief antidepressivum. Bij een lichte tot milde depressie werkt het zelfs beter dan de huidige antidepressiva, die eigenlijk alleen moeten worden voorgeschreven bij een zware depressie. Sint-janskruid heeft ook minder neveneffecten dan de bekende pillen. Alleen moet je heel goed weten wat je doet, want het kan wel sterk reageren op andere medicatie, dus je moet heel voorzichtig zijn waarmee je dat sint-janskruid combineert.

Antidepressiva zoals Prozac werken niet bij lichte tot milde depressie, zegt u. Toch worden ze massaal voorgeschreven, ook aan mensen die helemaal geen zware depressie hebben.

Ernst: Dat klopt, er is overconsumptie. En daar hebben de belangen van de farmaceutische industrie alles mee te maken. Ook die industrie verzwijgt soms de negatieve resultaten van bepaalde proeven. Daar zou je ook een boek over kunnen schrijven. Maar goed, ons boek gaat nu over alternatieve geneeskunde. Ik ben er natuurlijk al meerdere keren van beschuldigd dat ik in de zak van de farmaceutische industrie zit. Maar dat is niet het geval. Mocht ik mijn onderzoek niet hebben toegespitst op alternatieve behandelingen, dan zou ik waarschijnlijk ten strijde zijn getrokken tegen Big Farma.

Het is ook niet omdat de farmaceutische industrie niet deugt, dat de alternatieve genezers wel deugen.

Ernst: Nee, het ene kun je niet afleiden uit het andere. Toch doen veel mensen dat.

Laten we nog een paar behandelingen overlopen. Van acupunctuur schrijft u dat het eventueel kan helpen bij pijn en misselijkheid.

Ernst: Ja, zeker voor wat misselijkheid betreft zijn de gegevens vrij overtuigend. Dat komt doordat de behandeling endorfines vrijmaakt in de hersenen. Patiënten die bijvoorbeeld een zware chemotherapie ondergaan, kunnen daar hun voordeel mee doen. Niet dat het probleem volledig wordt opgelost, maar het helpt zeker, en het werkt beter dan een placebo. Ook wat bepaalde vormen van pijn betreft, lijkt acupunctuur echt te helpen. Lijkt, want daarvoor zijn de gegevens nog niet allemaal even overtuigend.

Daaruit zouden mensen kunnen besluiten: als het werkt tegen pijn, dan zal het voor andere aandoeningen ook wel helpen.

Ernst: Dat zouden sommige mensen kunnen denken, ja. Maar dat zou dom zijn. Vergelijk het met aspirine. Iedereen zal het erover eens zijn dat aspirine een goede pijnstiller is. Maar dat wil nog niet zeggen dat het ook een goed haargroeimiddel is. Acupunctuur wordt gepresenteerd als een behandeling die voor bijna alles werkt. En dat is aantoonbaar fout.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft ooit een tamelijk positief rapport over acupunctuur vrijgegeven. Hoe kon dat gebeuren?

Ernst: Dat was echt verschrikkelijk. Het panel dat het rapport samenstelde, bestond grotendeels uit Chinezen die ervan overtuigd zijn dat acupunctuur werkt. Dat is alsof je een panel van de paus met zijn kardinalen een kritisch rapport over het katholicisme zou laten schrijven. Let wel, de Wereldgezondheidsorganisatie is een respectabel instituut dat heel goed werk doet. Maar dat rapport over acupunctuur was geen wetenschappelijk maar een politiek rapport. In China zijn geen proeven met acupunctuur bekend waarvan de resultaten negatief zijn. Dat kan twee dingen betekenen. Ofwel is acupunctuur een wonderbehandeling die altijd werkt, voor bijna alle diagnoses. Ofwel deugt er iets niet met die resultaten of met de onderzoeken. Het is dus dat laatste, uiteraard.

Heeft de WHO ooit nog andere bloedfouten gemaakt?

Ernst: Een paar jaar geleden was het weer bijna zover met een rapport over homeopathie. Er circuleerde een ontwerpdocument waarin homeopathie werd aangeraden voor kinderen met diarree. Gelukkig heb ik dat rapport kunnen laten uitlekken en was de verontwaardiging groot. Mochten alle dokters ter wereld dat advies hebben gevolgd, dan zouden er elk jaar een miljoen kinderen hebben kunnen sterven.

Een pittig detail in verband met homeopathie is dat de nazi’s er nogal weg van waren, schrijft u.

Ernst: De nazi’s hadden het grootste onderzoeksprogramma over homeopathie dat ooit is opgezet. Groter dan elk onderzoek dat sindsdien is gebeurd. Ze deden allerlei experimenten, ook met mensen in concentratiekampen. Ze wilden weten of homeopathie echt werkt. Omdat het een typisch Duitse vorm van geneeskunde is, uitgevonden door Samuel Hahnemann in de negentiende eeuw. Maar de resultaten van dat nazi-onderzoek zijn helaas verloren gegaan, vermoedelijk omdat ze negatief waren en de homeo-paten ze hebben laten verdwijnen.

Hoe zit het met de chiropractische therapie van de zogenaamde ‘krakers’?

Ernst: Bij rugpijn helpt het een beetje. Dus als je een optimist bent, kun je zeggen: bij rugpijn werkt het even goed als fysiotherapie of massagetherapie. Als je een pessimist bent, kun je zeggen: bij rugpijn werkt het even slecht als de andere behandelingen. Maar goed, het lijkt effect te hebben. Al ben ik niet onder de indruk van die resultaten en zou ik een patiënt nooit aanraden om naar een chiropractor te gaan.

Omdat het niet ongevaarlijk is?

Ernst: Dat is een heel belangrijk punt, ja. Bij de manipulatie van de rug en de nek gaat een chiropractor eigenlijk net een beetje te ver, en zo kan hij schade aanrichten. Niet alleen aan de wervels, maar ook aan de slagaders in de nek. Er zijn honderden gevallen bekend van mensen die een beroerte hebben gekregen nadat een chiropractor hun nek had gemanipuleerd. Als je dan toch een alternatieve behandeling van je rug wil, dan kun je beter naar de osteopaat dan naar de chiropractor gaan. Een osteopaat is zachter.

Maar osteopaten beweren bijvoorbeeld ook dat ze de kwaliteit van je darmflora kunnen onderzoeken door hun handen op je buik te leggen.

Ernst: En dat is natuurlijk nonsens. Al die diagnostische technieken zijn helemaal niet gevalideerd. De schedel betasten, de buik betasten, in de ogen kijken – dat zijn allemaal gevaarlijke fantasieën, want als een patiënt echt ziek is, zal de osteopaat daar niets van merken. Sterker nog: het zou best kunnen dat hij denkt dat er niets aan de hand is, terwijl je bijvoorbeeld darmkanker hebt. Het lijkt misschien onschuldige nonsens, maar het is in feite heel erg gevaarlijke nonsens. Net zoals homeopathie gevaarlijke nonsens is.

Ook als er niets mis is met de patiënt? Nog even terug naar dat dametje dat slecht slaapt. Veel artsen zouden haar meteen een slaapmiddel geven, en dat is toch niet altijd het beste?

Ernst: Natuurlijk niet. Het eerste wat een dokter moet doen, is proberen te achterhalen waaróm die dame slecht slaapt. Goede geneeskunde is altijd holistisch: je moet de hele patiënt erbij betrekken, ook zijn sociale leven, zijn voeding, noem maar op. Ik weet wel dat alternatieve genezers het concept ‘holistisch’ hebben gekaapt, maar dat is onterecht. Ook een echte dokter moet holistisch te werk gaan.

Maar dat doen veel artsen dus niet. Ze nemen om te beginnen maar weinig tijd voor hun patiënten.

Ernst: Dat klopt, maar dat probleem los je niet op door nepmiddeltjes voor te schrijven. Alternatieve genezers nemen veel meer tijd voor hun patiënten, en daarom zijn ze ook beter in wat wij niet-specifieke effecten noemen: je tijd nemen, goed luisteren naar de patiënt, empathie betonen – dat speelt allemaal een belangrijke rol.

De klassieke artsen moeten dus eerst eens kritisch naar zichzelf kijken als ze het succes van de alternatieve geneeskunde willen verklaren?

Ernst: Precies. De klassieke artsen kunnen veel leren van hun alternatieve collega’s. Over aandacht besteden aan de patiënt, over empathie, over luisteren… Mocht ik dat oude dametje behandelen, ik zou proberen te achterhalen waarover ze zich zorgen maakt. Misschien wel over haar kat, omdat ze geen geld heeft om naar de dierenarts te gaan, bijvoorbeeld. In dat geval zou ik een dierenarts bellen om te vragen of hij haar niet wil helpen. En als ze dan nog altijd slecht slaapt, zou ik haar eerst wat valeriaan voorschrijven, misschien wat rustgevende thee. En pas als dat allemaal niet werkt, zou ik slaappillen overwegen.

Veel dokters zullen na tien minuten al slaappillen voorschrijven.

Ernst: En dat is dan slechte geneeskunde. En ik zal altijd de eerste zijn om slechte geneeskunde te bekritiseren. Maar het is niet omdat sommige dokters niet goed zijn, dat alternatieve genezers dat wel zijn. Het is ook geen keuze tussen vriendelijk zijn tegen een patiënt en hem een placebo voorschrijven, en onvriendelijk zijn en hem meteen kalmeerpillen voorschrijven.

In België heeft een bekende politica terminale kanker. Ze stort zich nu in de armen van de alternatieve behandelaars, en ze schreeuwt dat van de daken. Wat vindt u daarvan?

Ernst: Dat zij het slechte voorbeeld geeft. Niet alle alternatieve behandelingen zijn nutteloos, natuurlijk: een massagetherapie of een aromatherapie kan helpen om je beter te voelen, om je te ontspannen. Maar als ze het een of andere dieet volgt met de bedoeling om alsnog te genezen, dan kan ze zich de moeite beter besparen. En haar zou ik het nog willen vergeven, maar alternatieve behandelaars die aan kankerpatiënten het Moerman-dieet of een andere behandeling voorschrijven, vind ik ronduit crimineel. En dat meen ik.

Hoezo? Als het toch al hopeloos is, kun je toch geen kwaad meer doen?

Ernst: Toch wel. Wat al die zogenaamde kankerdiëten gemeen hebben, is dat ze het laatste beetje levenskwaliteit van de kankerpatiënt wegnemen. Ik hou bijvoorbeeld erg veel van pasta met een glaasje rode wijn. Als ik terminale kanker had en het Moermandieet zou volgen, dan zou ik daarvan niet meer mogen genieten, dan zou ik wortelsap moeten drinken en bieten moeten eten. Dat is onverantwoord. Als ik toch moet sterven, kan ik beter nog een beetje genieten van mijn laatste maanden. Zulke diëten helpen toch niet. Integendeel zelfs, vaak ga je net daardoor nog sneller dood.

EDZARD ERNST EN SIMON SINGH, BEKOCHT OF BEHANDELD: DE FEITEN OVER ALTERNATIEVE GENEESWIJZEN, ARBEIDERSPERS, 360 BLZ., 25 EURO, ISBN 9789029573139.

DOOR JOëL DE CEULAER

‘Er zijn honderden gevallen bekend van mensen die een beroerte hebben gekregen nadat een chiropractor hun nek had gemanipuleerd.’

‘Van een aantal kruiden is aangetoond dat ze werken. Zo is sint-janskruid een effectief antidepressivum.’

‘Wat al die kankerdiëten gemeen hebben, is dat ze het laatste beetje levenskwaliteit van de patiënt wegnemen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content