In de 17e eeuw zagen Vlamingen de hele wereld als hun eigen land

Filips II © iStock
Ewald Pironet

In de Noordelijke Nederlanden geldt de zeventiende eeuw toch nog altijd als hun Gouden Eeuw. Het zelfbeeld in het Zuiden is totaal anders. Bij ons staat diezelfde eeuw bekend als een ‘rampeeuw’, met oorlogen, invasies vanuit de Republiek en vooral Frankrijk, de sluiting van de Schelde en industriële stagnatie. Merkwaardig, maar destijds keken de Zuid-Nederlanders zelf veel rooskleuriger naar het leven.

De alternatieve canon: terwijl de regering-Jambon een Vlaamse canon voorbereidt, kijkt Knack weg van de alom bekende ankerpunten. Welke feiten en gebeurtenissen zijn onbekend maar onontbeerlijk voor wie de geschiedenis van Vlaanderen écht wil kennen?

Voorgesteld door: Johan Verberckmoes

Waarom? In de tijd van De Bie zagen Vlamingen de hele wereld als hun eigen land.

Net als in politiek wordt de ‘werkelijkheid’ in de geschiedschrijving vaak bepaald door de indruk die men van een tijdvak heeft. In de zeventiende eeuw was die een stuk beter dan tot nu toe wordt aangenomen, zegt Johan Verberckmoes. Hij verwijst naar het boek Faams weergalm van de poëzie, dat de zwierige Lierse rederijker Cornelis de Bie in 1670 publiceerde. Verberckmoes: ‘Daarin schrijft De Bie een anekdote over de Spaanse aartshertogin Isabella. Die zou hartelijk hebben moeten lachen toen ze las hoe een Spaanse dichter haar in een droom bevruchtte, zodat ze een troonopvolger kon baren.’

Dat was een behoorlijk onwaarschijnlijke droom. Bij de verloving van deze Isabella, de dochter van de Spaanse koning Filips II, met Oostenrijkse aartshertog Albrecht (ze waren trouwens neef en nicht) heeft de koning in 1598 de Akte van Afstand ondertekend. Daarin schonk hij de Zuidelijke Nederlanden aan het toekomstige echtpaar, op voorwaarde dat hun huwelijk niet kinderloos bleef. Anders ging het terug naar de Spaanse kroon. Helaas, toen Albrecht in 1621 stierf, waren er geen erfgenamen. Vandaar dat de Zuidelijke Nederlanden in de tijd van rederijker De Bie, veertig jaar later, opnieuw een onderdeel waren van het Spaans-Habsburgse rijk. Verberckmoes: ‘Met een ondeugende knipoog naar de literaire droomvisioenen van zijn Spaanse, barokke collega Quevedo beaamde De Bie in de pointe van zijn verhaal dat iedereen die in de Spaanse staat leefde, zo gelukkig was een droombestaan te mogen leiden.’

Hoewel er vele redenen zijn om die zeventiende eeuw in het Zuiden niet als een hoogtepunt te beschouwen, kijkt Cornelis de Bie vanuit een tegengesteld perspectief naar zijn tijd en zijn land.

En waarom niet? In 1670 behoorden de Habsburgtrouwe Nederlanden nog altijd tot Spanje en lagen zelfs Franstalige gebieden zoals Kamerijk binnen hun territorium. Als een noordelijke deelstaat van het uitgestrekte Spaanse wereldrijk vormden de Zuidelijke, Habsburgse Nederlanden inderdaad een relatief kleine regio met een slabakkende oorlogseconomie en veel stagnatie. Maar tegelijk gingen die Habsburgse Nederlanden wel prat op hun autonome provinciale bestuur en verdedigden de ambachten, abten en adel van het Zuiden het land tegen invallen uit Frankrijk en het Noorden. Verberckmoes: ‘Hoewel er vele redenen zijn om die zeventiende eeuw in het Zuiden niet als een hoogtepunt te beschouwen, kijkt Cornelis de Bie vanuit een tegengesteld perspectief naar zijn tijd en zijn land. En waarom niet? Als deel van het Habsburgse wereldrijk strekte het “binnenland” van de Vlaamse en Waalse gewesten zich over de hele aardoppervlak uit. De Zuidelijke – dus Spaanse – Nederlanders hadden “thuislanden” in alle windrichtingen.’

Textiel- en kunsthandelaars stichtten filialen op het Iberische schiereiland, zodat hun netwerk zich tot in Buenos Aires, Manilla en Puebla vertakte. Gewone kleermakers gingen hen achterna. Of we het nu vandaag graag horen of niet, katholieke kloosterlingen en begijnen waren er toen in groten getale. Uitgerekend die religieuzen hadden een wereldbeeld waarbij landsgrenzen zo goed als irrelevant waren. De zwarte Rosa van Lima was ook in Vlaanderen een populaire heilige, en hele generaties jongens in de jezuïetencolleges speelden de Japanner Takayama Ukon, die verbannen was voor zijn christelijke geloof. De Gentse missionaris Pieter Thomas Van Hamme leerde van de Tarahumara in het noorden van Mexico hoe rundvlees in repen van een duim dik te snijden om het vervolgens in de zon te laten drogen voor consumptie, en hij prees toen al het drinken van chocolade. Kapucijnen leerden in Congo Bantoetalen zoals het Kikongo.

Verberckmoes: ‘De Bie zag het als een utopie, dat Spaanse wereldburgerschap. Maar wat een fantastische droom was dat niet, en wellicht ook een halve realiteit voor een klein land in volle crisistijd. Wellicht wordt die kant van de zeventiende-eeuwse werkelijkheid nog altijd veel te weinig belicht.’

Johan Verberckmoes is hoofd van de onderzoeksgroep Geschiedenis van de Nieuwe Tijd (KU Leuven), die in het perspectief van de wereldwijd actieve Habsburgse monarchieën wil nagaan hoe culturele, politieke en religieuze vernieuwing zich doorzette in de vroegmoderne periode.

De alternatieve canon

Partner Content