‘In Antwerpen zijn de huizen te goedkoop’

Schrijver Doug Saunders adviseert Antwerpen 2060 – ‘het Noord’ – een voorbeeld te nemen aan de Tower Hamlets. Knack Extra volgde hem naar Londen.

‘De huizen in Antwerpen zijn te goedkoop’, zegt Doug Saunders. Pardon? ‘Toch. Een Marokkaan die het gemaakt heeft, kan het zich al snel permitteren een huis in een betere wijk te kopen. Hij verhuist van 2060 naar Borgerhout. In Londen kan zelfs de tweede of de derde generatie het zich niet veroorloven het ouderlijke huis te verlaten. Huren en kopen is er te duur. Daarom blijven ook mensen die succes hebben vaak in de Tower Hamlets (een arme wijk in Oost-Londen, nvdr.) wonen. Ze zorgen voor een sociale mix, ze dienen als voorbeeld voor de arme nieuwkomers die alles nog moeten opbouwen, en ze trekken tegelijk het niveau van de wijk en haar huizen op.’

Doug Saunders, chef van de Europaredactie van de Canadese krant The Globe and Mail, schreef een goed jaar geleden De trek naar de stad, zijn visie op de onstuitbare groei van de stad en de kansen die nieuwkomers er krijgen. Vooral beschrijft hij wat het is dat van de ene migrant een loser en van de andere een achiever maakt. Een derde van de wereldbevolking verhuist deze eeuw van het platteland naar de stad – alleen al in China zijn 150 à 200 miljoen mensen onderweg.

Altijd komen ze aan in dat deel van de stad waar het goedkoop wonen is en de huizen een beetje uitgeleefd zijn. Saunders claimt daarvoor de term arrival city. De nieuwkomers moeten er kunnen leven en werken, eten en slapen, ze moeten er een sociaal netwerk opbouwen dat hen in contact houdt met het dorp waar ze vandaan komen en hen in contact brengt met de nieuwe stad. Hun kinderen moeten er naar school kunnen gaan. De stadswijken die de ex-plattelander op die manier creëert, vertonen overal ter wereld frappante gelijkenissen.

Niet alleen de wijken waarin die plattelandsbevolking steeds weer terechtkomt, lijken op elkaar, ook de voorwaarden om van hun aankomst in een stad een succes te maken doen dat. Wat hielp de Londense probleemwijk Tower Hamlets erbovenop?
DOUG SAUNDERS: Als je deze buurt in de jaren tachtig en negentig had bezocht, had je iets aangetroffen wat lijkt op de Antwerpse wijk 2060 nu. Veel arme niet-geïntegreerde immigranten, grote families, veel steuntrekkers, armoede en ontbering, bedenkelijke woningkwaliteit – hoewel er in 2060 pareltjes van huizen staan. Brick Lane District (in Tower Hamlets, nvdr.) was de armste buurt van Engeland, met doorlopend gewelddadige conflicten tussen Pakistani’s en Bengalezen en witte skinheads, en veel drugs. Hier wilde je ’s avonds niet komen. In 1995 dreigde Banglatown onder zijn problemen te bezwijken. De arrival city werd gezien als een probleemgebied.

Wat migranten wereldwijd doet slagen, is de mogelijkheid om handel te drijven. In Banglatown waren het vooral de curryrestaurants die vanaf het midden van de jaren negentig goeie zaakjes begonnen te doen. Het was het begin van de curry’s, zoals de chicken tikka masala. Niemand in Bangladesh eet dat, maar hier werd het een populair en ’typisch’ Bengaals gerecht. De Bengalen kwamen aanvankelijk naar hier om het arbeiderstekort in de industrie weg te werken, maar één op de twintig van hen startte zelf een bedrijfje. Vaak is er niet meer nodig. Ze stellen een voorbeeld voor anderen, ze creëren een markt, ze trekken mensen van buiten de wijk aan.

In Engeland kan trouwens iedereen van zijn huis een handelszaak maken, in België is dat veel moeilijker – de paperasserij en de verplichte opleidingen houden heel wat ondernemende migranten tegen. Daarbij komt dat de Britse overheid een aantal intelligente maatregelen nam. Dat begon al onder Margaret Thatcher – zij was het die het in de jaren tachtig mogelijk maakte dat veel mensen in die arme wijken huiseigenaars werden -, maar kreeg echt vorm tijdens het premierschap van Tony Blair, vanaf 1997. Er werd volop geïnvesteerd in buurten als deze, heel specifiek erop gericht Aziatische jongeren in het onderwijs te houden. Nog altijd haken dubbel zoveel Bengaalse als wit-Britse kinderen vroegtijdig af, maar tegelijkertijd beginnen ze in verhouding dubbel zo vaak aan een universitaire opleiding. Een duidelijke polarisatie.

Doet het Antwerpse onderwijs het slechter? SAUNDERS: Het Belgische onderwijssysteem moedigt jongeren aan om te kappen met de school, door degenen die het moeilijk hebben hun jaar te laten overdoen. In de meeste landen, ook in het Verenigd Koninkrijk, bestaat dat niet. Jongeren gaan naar het volgende leerjaar, wat hun punten ook zijn, omdat er in een en dezelfde klas op verschillende niveaus lesgegeven wordt. Belgische kinderen die een of meerdere keren moeten blijven zitten, raken gedemotiveerd, zijn ouder dan hun klasgenoten, komen los uit hun sociale weefsel. Net de kinderen die gemotiveerd moeten worden, krijgen de boodschap eruit te stappen.

Maar u vindt ook dat de kwaliteit van de scholen beter moet?
SAUNDERS: Gedeeltelijk is het falende onderwijs verbonden met de manier waarop integratie werkt. Het onderwijssucces van de eerste generatie migranten in 2060 heeft geleid tot het falen van de tweede generatie. Zij konden hun kinderen in een andere buurt naar school sturen. Degenen die nu nog in 2060 naar school gaan, weten niet hoe ze het systeem kunnen omzeilen. De betere migrantenkindjes en de kinderen van de witte middenklasse die er zijn komen wonen, gaan niet in 2060 naar school. En dat is een ramp. Het enige antwoord daarop is de beste school van Antwerpen in die wijk te zetten. De school met het meeste aanzien en de beste leerkrachten moet in die buurt gelegen zijn. Met wachtlijsten: het moet absoluut moeilijk zijn om er binnen te raken. Succes gegarandeerd.

Mensen moeten het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van iets waardevols en groots?
SAUNDERS: Uiteraard. Vroeger spraken we over Tower Hamlets, Spitalfields en Whitechapel, allemaal namen met een nare bijklank voor Londenaars. Nu is het een hele eer om in Brick Lane District te wonen. Het is er hip, dankzij de sociale mix met artiesten en middenklassegezinnen. Het is een plaats geworden die iedereen bezoekt. Londenaars, ook die uit de City, gaan er eten, toeristen komen er wandelen. Maar toen de straatnamen naast het Engels ook in het Bengaals op de bordjes verschenen, was het kot te klein.

The Daily Mail had het over ’the great Muslim take-over’. Dat zie je vaak, en het is de basis van alle Eurabia-literatuur, dat dubbele negatieve idee over migranten. Enerzijds wordt het beeld gecreëerd van de hulpeloze parasiet die zonder overheidssteun nooit iets zal bereiken. Anderzijds moeten we geloven dat het sluwe religieuze diehards zijn die de macht hebben de hele samenleving omver te werpen.

Over straatnaambordjes, over de symboliek van een plaats kan Antwerpen nog iets van Brick Lane leren. Er is in 2060 al veel veranderd. Antwerpen heeft er geïnvesteerd en heel wat landmarks gecreëerd. Met wisselend succes. Park Spoor Noord is een absolute voltreffer. Er gebeurt altijd iets, en de aangrenzende straten profiteren daar mee van. De waarde van de huizen is aanzienlijk gestegen, er zijn meer handelszaken, cafés en restaurants, er wordt meer gerenoveerd. Ook de verhuizing van de stadsbibliotheek naar het De Coninckplein is een goede zaak, het designcenter dat jonge kunstenaars moest lokken, slaat dan weer minder aan dan gehoopt.

Maar wat 2060 nog altijd nodig heeft, is een reden om de wijk binnen te gaan, een doel. Waarom gaan mensen die uit het station komen wel naar de spuuglelijke Diamantwijk en zetten ze geen voet in 2060? Ook Antwerpenaren komen er niet. Het zijn alleen Nederlanders die de visspeciaalzaakjes in de Handelsstraat bezoeken.

Wat 2060 nodig heeft, is een bord dat aankondigt: ‘U betreedt de wijk Handelsstraat-2060’? SAUNDERS: Dat zou helpen. Maar er zijn natuurlijk ook fundamenteler zaken die moeten worden aangepakt. Naast het gebrekkige onderwijssysteem is er de drugshandel. Een historisch probleem – er werd op het De Coninckplein ook gedeald toen er alleen Belgen woonden – dat is toegenomen door de verschuiving van de drugshandel van Rotterdam naar Antwerpen. Het grootste probleem is het gebrek aan een sociale mix. Er zijn te weinig succesvolle mensen, er ontbreekt een lage middenklasse.

Het kost geen moeite om Marokkanen en Turken te vinden die het in de wijk gemaakt hebben, dankzij hun handelszaken of door onderwijs en betaalde jobs. Wat ze, buiten hun armoedige afkomst, gemeen hebben, is het feit dat ze de wijk verlaten hebben. En dat hun plaats te veel wordt ingenomen door doelloos rondhangende drugsdealende jeugd.

Vaak gaat het daarbij om mannen die alleen de tocht naar Antwerpen hebben gemaakt. Ze hebben geen sociaal netwerk, en meestal ook niet de bedoeling om hun familie te laten overkomen – wat er in vele arrival cities niet eenvoudiger op is geworden door de vele restricties op gezinshereniging. Die eenzame mannen zijn veel kwetsbaarder voor criminaliteit en vaker afhankelijk van sociale bijstand. De stad kan hier ook aan werken.

De twee uiteindes van de Handelsstraat vragen erom door drugsdealers bezet te worden: klassiek stedelijk niemandsland waar je niets anders kunt doen dan rondhangen.

2060 heeft ook een korte geschiedenis van geweld, hoewel die sterk overdreven wordt. Na de verhalen die ik gehoord had, verwachtte ik de Bronx aan te treffen. Toch kun je 2060 bezwaarlijk the hood noemen. In 2011 waren er achtereenvolgens relletjes na een voetbalmatch, straatgevechten toen de handelaars de drugsdealers uit hun straat weg wilden en opnieuw gevechten tussen Anatolische en Koerdische jeugd na een voetbalwedstrijd. Raciale en religieuze onenigheid bestaan, maar zijn toch eerder de uitzondering.

Zijn het niet vooral de migranten onderling die racistisch zijn?
SAUNDERS: Het fenomeen herhaalt zich overal en altijd: elke immigrant denkt dat hij de laatste goeie was. De moslims hebben van de Handelstraat een levendige wijk met veel winkeltjes en restaurants gemaakt. Toen ik een Belgische vrouw aansprak over de problemen in de wijk, verzekerde ze me dat alle Turken en Marokkanen en Bengalen perfect geïntegreerd waren, ze zaten samen in een breigroepje, problemen had ze met de Polen, die zijn niet geïntegreerd.

Net zoals in het Verenigd Koninkrijk zijn de moslims in Antwerpen ontzettend loyaal tegenover hun stad en land van aankomst. In 2011 bleek uit een onderzoek van de Soros Foundation dat de grote meerderheid van de Antwerpse moslims – bijna 70 procent – zich in de eerste plaats Belg voelt.

In het Verenigd Koninkrijk zijn de Pakistani’s de interessantste groep. Geen andere moslimpopulatie in Europa is zo loyaal aan haar nieuwe land dan zij. Britse Pakistani’s steunen de overheid en de algemenen cultuur in het land. Zelfs al blijft Britishness ongedefinieerd, niemand beantwoordt er beter aan dan die Pakistaanse Britten. En toch maken ze nauwelijks vooruitgang op het vlak van sociale integratie. Nul procent van de Pakistaanse Britten vindt homoseksualiteit oké, en ook over de rechten van vrouwen, geboortebeperking en alcoholgebruik hebben ze een sterk afwijkende mening.

Nochtans blijkt dat vrouwenemancipatie en geboortebeperking overal de sleutels zijn tot welvaart.
SAUNDERS: Zodra vrouwen toegang krijgen tot het onderwijs gaan de geboortecijfers omlaag. Dat brengt me tot mijn overtuiging dat de arrival cities, in tegenstelling tot wat velen denken, de bevolkingsgroei niet doen toenemen, maar juist het tegendeel: arrival cities maken een einde aan de bevolkingsgroei. Vanaf het moment dat rurale bevolkingsgroepen naar de stad trekken, neemt de grootte van hun families af. Vrouwen zijn daarvan de motor, en overal ter wereld blijken ze het in het onderwijs beter te doen dan mannen. Vraag me niet waarom.

Tanja Vanhoecke

Knack Extra 4: De vlucht naar de stad is een bijlage van Knack 7, van woensdag 15 februari.

Doug Saunders, De trek naar de stad, De Bezige Bij, 416 blz.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content