‘Ik volg de regels, vooral uit respect en met nog grotere bewondering voor de mensen in de zorg’

‘Alleen samen kunnen we dit virus een halt toeroepen’, schrijft Pascal Kerkhove. ‘Ik doe mijn deel, laat ons dat nu allemaal doen.’

Wie niet meer kan ademen, gaat dood. Ik adem diep en leun even achterover, in het volle besef dat het nog kan én de blijdschap over een openingszin waarvan iedereen erkent dat ze klopt. Bij de ene mens duurt het wat langer dan bij de andere, maar niemand kan leven zonder adem. Ze zijn erg zeldzaam geworden, de zinnen waarover iedereen het eens is. Is die gezonde tegenspraak in normale tijden even wenselijk als noodzakelijk, dan lijkt ze vandaag verworden tot een soort nationale sport. We kunnen stilaan beter tegenspreken, dan voetballen. Covid 19 verovert in ijltempo huis na huis, straat na straat, dorp na dorp, stad na stad, regio na regio, land na land en komt bij iedereen angstwekkend dichtbij.

Ik volg de regels, vooral uit respect en met nog grotere bewondering voor de mensen in de zorg.

En wij, wij maken ruzie. Elke maatregel botst op onbegrip en roept van de weeromstuit luide kreten om meer of minder op. Iedereen wijst naar de andere, niemand kijkt naar zichzelf. En ja, er is de voorbije maanden veel fout gelopen bij de aanpak van deze crisis. De vraag naar verantwoordelijkheid voor deze situatie is terecht en moet beantwoord worden, maar niet nu. Vandaag is het aan jou en mij, vandaag is het aan ons. Ieder van ons. En alleen samen kunnen we dit virus een halt toeroepen. Onze cijfers zijn bijzonder slecht, maar ik ben niet beschaamd om Belg te zijn. Nog minder voel ik de nood om de schuld hiervoor in de schoenen van mijn buurman, mijn burgemeester, de Brusselaars, de Walen of onze regering te stoppen. Ik doe mijn deel, laat ons dat nu allemaal doen. En ik kijk vooral met nog meer bewondering naar de vele tienduizenden werknemers in onze woon-zorgcentra en ziekenhuizen.

Ik kijk met bewondering naar mijn vrouw, één van hen.

Op 24 november 2016 veroverde de Witte Woede de straten van Brussel en schreef ik over hun penibele werkomstandigheden een column in De Morgen:

Mijn vrouw is boos en gelijk heeft ze. Tienduizenden van haar collega’s zijn boos en gelijk hebben ze. ’s Avonds als ze thuiskomt na het werk ergens tussen 22 en 23 uur, stop ik met lezen, surfen of tv kijken. Dan luister ik naar die authentieke verhalen over Pol, Julia of meneer Jan. Veel dichter bij rauwe pijn kan schoonheid niet komen. Ze vertelt zo vaak over de tijd die er niet is om tijd te geven. En hoe pijnlijk jammer zij en haar collega’s dat vinden voor de bewoners van het woon-zorgcentrum. Maar ze gaan door, altijd door. Ze rennen, ze vliegen, ze vallen, ze staan op en gaan weer door. Uit liefde, voor mensen. Veel geld verdienen ze niet, ieders respect des te meer.’

Mijn woorden werden graag gelezen, hun boodschap werd helaas niet gehoord. Mijn vrouw werkt nog steeds in dat woon-zorgcentrum. Ze is niet langer boos, maar vooral moe en soms ook een beetje bang. De verhalen bij haar thuiskomst gaan niet meer exclusief over Pol, Julia of meneer Jan en hoe die als bewoners omgaan met hun kwetsbaarheid. In de woordenstroom sluipt nu ook de eigen angst en die van haar collega’s, net als de cocktail van onderlinge spanningen, blijdschap en voldoening, klein geluk en de nog stijgende werkdruk. Als de limiet niet is bereikt, dan is hij in zicht. Hoorbaar. Voelbaar. Ze vallen almaar meer en vaker, maar ze gaan door. Ook nu weer, net als hun tienduizenden collega’s in woon-zorgcentra en ziekenhuizen over heel het land. Ze gaan altijd door. Uit liefde, voor mensen. Voor mijn en jouw mama, papa, vriend, zoon, kennis, dochter, opa, oma of collega. Voor ons.

Waarom hebben wij dan een nieuwe lockdown nodig om in ons kot te blijven?

Waarom hebben wij dan een nog strengere regering nodig om de basisregels te volgen?

Ik doe het. Uit liefde voor mijn vrouw, uit respect voor haar collega’s en uit die knagende nood om straks mijn collega’s weer te zien en de hand te schudden. Om straks mijn vrienden weer een kus te geven. Om straks mijn kinderen, mijn mama en mijn vroegere leven weer te omarmen.

Straks. Vandaag ben ik blij te kunnen ademen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content