De (s)preekstoel van Knack.be

‘Humanisme begint met een grote schoonmaak van de waanideeën die de mensheid teisteren’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Helaas is het moderne humanisme een humanisme met morele blinde vlekken’, schrijft Floris van den Berg in deze bijdrage voor ‘De (s)preekstoel van Knack.be’. In dit essay legt hij de link tussen humanisme en de ecologische crisis waar onze planeet momenteel mee te maken krijgt.

Afgelopen weekend werd de tweejaarlijkse Boekenprijs van deMens.nu uitgereikt aan Floris van den Berg voor zijn vuistdik pleidooi voor een modern en radicaal ecohumanisme Beter weten. Filosofie van het ecohumanisme, in 2015 gepubliceerd bij Houtekiet.

. Daarom laat de Humanistisch-Vrijzinnige Veweging (HVV) in deze bijdrage voor ‘De (s)preekstoel van Knack.be’ de auteur zelf aan het woord met het essay ‘De noodzaak van ecohumanisme. De morele cirkel van het humanisme’.

Humanisme is een door mensen gecreëerd mens- en universumbeeld waarbij het streven naar waarheid en de vrijheid van het individu centraal staan. Als humanisten streven naar de waarheid, hier is die dan: we zitten midden in een ecologische crisis. Elke dag verschijnen in de media kleine berichten over aspecten van deze crisis. Maar slechts weinig mensen voegen deze samen tot een coherent geheel. Echter, wie dat wel doet: het geheel voelt als een tsunami die over je gemoedsrust komt.

[

Rationaliteit en empathie

Het uitgangspunt van het humanisme is om te streven naar leven zonder anderen schade te berokkenen, daarom zijn humanisten veganisten. Net zoals humanisten vrijdenker, feminist, atheïst, scepticus, liberaal, secularist en voorstander van duurzame ontwikkeling en mensenrechten zijn. Humanisme is een levens- en universumbeschouwing die, in tegenstelling tot alle religieuze levensbeschouwingen die gebaseerd zijn op waanvoorstellingen en/of bedrog, een coherente set van kennis en idealen gebaseerd op rationaliteit en empathie is.

‘Humanisme begint met een grote schoonmaak van de waanideeën die de mensheid teisteren’

Net zoals een racistische humanist een oxymoron is, is een vleesetende humanist dat ook. Humanisme is, net als wetenschap, dynamisch en fallibilistisch: wanneer er argumenten zijn om het humanisme in het licht der rede te herzien, dan kan dat en dan moet dat. Het hedendaagse humanisme heeft blinde vlekken: dieren en toekomstige generaties. Het is daarom rationeel, redelijk en moreel noodzakelijk om het humanisme te herzien. Het klassieke humanisme wordt vanuit dit perspectief zelfs zo grondig herzien dat het beter is te spreken van ecohumanisme. Zullen humanisten flexibel genoeg zijn om hun levensbeschouwing te herzien of zullen ze zich dogmatisch verzetten?

Elfjes

Wat zijn de basale uitgangspunten van de humanistische ideologie? Er zijn twee grondprincipes. Ten eerste het rationaliteitsprincipe. Dat betekent dat degene die een stelling poneert daarvoor rationele argumenten moet aandragen. Stel dat ik beweer dat er elfjes in mijn tuin leven, dan ligt de bewijslast bij mij. Ik dien bewijs voor de elfjes aan te leveren. Vervolgens kan dat bewijs getoetst worden. Indien het bewijs goed genoeg is, dan is de claim redelijk en misschien zelfs waar. Hoe eenvoudig en simpel het rationaliteitsprincipe ook oogt, geen enkele religie voldoet aan deze vereiste. Het rationaliteitsprincipe ruimt een hele hoop puin op. Humanisme begint met een grote schoonmaak van de waanideeën die de mensheid teisteren. Vandaar dat atheïsme en scepticisme onderdeel uitmaken van humanisme en ecohumanisme.

‘Het consequent toepassen van het lijdenprincipe leidt tot de morele plicht van het veganisme.’

Het tweede grondprincipe is het lijdenprincipe. Dit houdt in dat het onnodig toebrengen van leed slecht is. Dit principe is een moreel uitgangspunt. Er zullen mensen zijn die dit verwerpen. Zij menen dat het helemaal niet erg is om anderen leed te berokkenen. Een fundering voor dit lijdenprincipe is het wederkerigheidsprincipe: kun je wisselen met het perspectief van het slachtoffer? Dit is wat ik in mijn theorie van universeel subjectivisme heb proberen aan te tonen: niemand zal vrijwillig met de positie van willekeurig welk slachtoffer willen ruilen.

Vrijdenken

Het lijdenprincipe en het rationaliteitsprincipe samen vormen het fundament van het ecohumanisme. Het consequent toepassen van deze beide principes noem ik: vrijdenken. Vrijdenken betekent het systematisch bekritiseren van ongefundeerde kennisclaims (van religie en pseudowetenschappen) en het aan de kaak stellen van immorele toestanden en immorele ideologieën met behulp van het lijdenprincipe.

Het lijdenprincipe heeft tot consequentie dat de morele cirkel van het humanisme uitgebreid moet worden van alleen mensen (antropocentrisme) naar alle wezens die kunnen lijden (sentientisme). Het niet uitbreiden van de morele cirkel tot levende wezens betekent immers het bewust buitensluiten en is een vorm van discriminatie die soortisme (speciesisme) genoemd wordt en die van eenzelfde orde is als racisme en seksisme. Voor veel humanisten zal dat een moeilijke stap zijn. Maar het is wel een moreel noodzakelijke stap. Humanist zijn betekent dat je een open levensbeschouwing hebt die open is voor kritiek.

Moreel verplicht veganisme

Het consequent toepassen van het lijdenprincipe leidt tot de morele plicht van veganisme. De argumentatie gaat als volgt. Het onnodig toebrengen of veroorzaken van leed is slecht (lijdenprincipe). Veel niet-menselijke dieren kunnen lijden. De (intensieve) veehouderij brengt dieren (en mensen) onnodig leed toe. Mensen kunnen prima gezond leven op een plantaardig dieet. Het eten van dierlijke producten uit de intensieve veehouderij veroorzaakt onnodig leed, aan dieren, aan toekomstige generaties. Ergo, veganisme is een morele plicht.

Veganisme is niet een hobby die welwillend getolereerd wordt binnen het humanisme; nee, zoals gezegd, veganisme hoort noodzakelijk bij humanisme. Sterker nog, veganisme is niet alleen een morele plicht voor humanisten, maar voor iedereen (tenminste iedereen in de westerse samenlevingen).

Apocalyps

We leven midden in een ecologische crisis. Alleen beseffen wij dat niet. Of niet altijd. Er is niet alleen sprake van een klimaatcrisis, maar van een veel omvangrijkere ecologische crisis waar het klimaat deel van uitmaakt. De wetenschappelijke rapporten maken in niet mis te verstane woorden en grafieken duidelijk dat er een mondiale ecologische crisis is en dat het punt van ineenstorting nabij is. Ja, dit is een apocalyptische boodschap.

‘Als iedereen op Aarde zou leven zoals de gemiddelde Belg, hadden we 4,3 Aardes nodig.’

Er is echter een groot verschil met de apocalyptische visioenen uit het verleden die gebaseerd waren op religie en irrationaliteit. Nu is het anders. Nu zijn het de wetenschap en de rede die op basis van feiten laten zien dat wij, als wij onze koers niet snel en drastisch wijzigen, ten onder zullen gaan. Doordat systeem Aarde een complex systeem is, is het onmogelijk om precies te voorspellen wanneer het ecologische systeem dramatisch verandert en hoe dat er dan zal uitzien.

Liftmetafoor

Laten we uitzoomen naar wat het fundamentele probleem is door een vergelijking met een lift te maken. Iedere lift heeft een bepaalde draagcapaciteit. In de liftcabine is doorgaans een bordje bevestigd waarop staat wat de maximale veilige draagcapaciteit van de lift is. Maar stel dat het bordje met deze informatie ontbreekt, betekent het dan dat er geen maximale draagkracht aan de lift zit? De draagcapaciteit staat voor de draagkracht van ecosysteem Aarde.

De Aarde als geheel is een veelheid van ecosystemen (en daarmee een groot ecosysteem) dat in een redelijke mate van stasis verkeerd, het Holoceen genaamd. Voor het eerst in de geschiedenis van de mens heeft de mens het ecosysteem van planeet Aarde, inclusief het klimaat, veranderd. Het Holoceen heeft plaatsgemaakt voor wat genoemd wordt het Antropoceen.

In de stasis van het klimaat, die de afgelopen tienduizenden jaren heeft plaatsgevonden, heeft de diersoort mens zich goed kunnen ontwikkelen. Zelfs zo goed dat sinds het begin van de industriële revolutie, toen mensen fossiele energiebronnen zoals kolen gingen gebruiken, de hoeveelheid mensen exponentieel toenam. Maar niet alleen het aantal mensen nam toe, ook de voetafdruk van mensen werd gemiddeld groter. Om dit naar de liftmetafoor te vertalen: tot 1850 stonden er heel weinig mensen in de lift, maar vanaf toen kwamen er steeds meer mensen bij en waren die mensen ook nog eens gemiddeld zwaarder. In 1972 publiceerde de Club van Rome het rapport ‘De grenzen aan de groei’.

‘Sinds we bewust zijn geworden van het feit dat er fysische en biologische grenzen zijn aan de draagkracht van planeet Aarde, is de mensheid als geheel zo gaan handelen dat de druk op het ecosysteem toeneemt.’

Hierin poneerden wetenschappers dat oneindige groei in een eindig systeem onmogelijk is en dat er zodoende grenzen aan de groei zitten. Vervolgens gingen zij met hun modellen aan de slag om te proberen uit te rekenen wanneer de draagkracht van systeem Aarde overschreden zou worden. Hierin faalden zij. Dat had te maken met de beperkte rekencapaciteit van de computers die zij toen ter beschikking hadden, maar ook met het feit dat het gaat om een complex systeem. Dat de concrete voorspellingen niet klopten betekent echter niet dat het onderliggende model niet klopt: oneindige groei in een eindig systeem is onmogelijk; dit is namelijk een fysische noodzakelijkheid. We weten dus dat planeet Aarde een maximale draagcapaciteit heeft en dat de mensheid als geheel een druk geeft op die draagcapaciteit.

De druk die de mensheid als geheel heeft hangt af van het aantal mensen en hun gemiddelde ecologische voetafdruk. Sinds het verschijnen van het ‘De grenzen aan de groei’-rapport is het aantal mensen exponentieel toegenomen en tegelijkertijd is de gemiddelde ecologische voetafdruk toegenomen. Dat is paradoxaal: sinds we bewust zijn geworden van het feit dat er fysische en biologische grenzen zijn aan de draagkracht van planeet Aarde, is de mensheid als geheel zo gaan handelen dat de druk op het ecosysteem toeneemt.

‘Wij plegen roofbouw op toekomstige generaties en mensen die het met heel veel minder moeten doen.’

Tegelijkertijd is men de term ‘duurzaamheid’ exponentieel vaak gaan gebruiken. Als duurzaamheid al iets betekent, dan zou het kunnen zijn: zo leven en handelen dat wij de draagkracht van systeem Aarde niet overschrijden. Of: zo’n levenswijze dat die tot in de relatieve oneindigheid te continueren is. Dat is met onze westerse levenswijze niet het geval. Als iedereen op Aarde een levensstijl zou hebben als de gemiddelde Nederlander, dan zouden er 3,7 Aardes nodig zijn en de Belgen maken het nog bonter met 4,3 Aardes. En, ter herinnering, er is maar één planeet Aarde. Dat betekent dat wij roofbouw plegen op toekomstige generaties en mensen die het met heel veel minder moeten doen.

Too little, too late

In december 2015 vond de zoveelste internationale klimaatflop plaats, deze keer in Parijs. Maar zelfs in het meest optimistische scenario, waarin de deelnemende landen zich houden aan hun eigen maatregelen om broeikasgasemissies te beperken, is dat niet genoeg om binnen de zogenaamde tweegradengrens te blijven. En het is zelfs maar de vraag of die tweegradengrens wel veilig is. Het is te laat. Het is te weinig.

Behalve het klimaatprobleem zijn er legio milieuproblemen, denk aan overbevissing op grote schaal, ontbossing, zoetwaterschaarste, ongekend snelle uitsterving van soorten, verwoesting, verzuring van de oceanen, de plastic soep in de zee, chemische verontreiniging, bevolkingsgroei, toename van consumptie. Maar ook een toenemende schaarste van natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, gas, fosfaat etc. Dit zijn allemaal eindige en niet-vernieuwbare hulpbronnen waar we tegelijkertijd meer van willen gebruiken.

‘De alarmbellen zijn een achtergrondruis geworden die nauwelijks nog opgemerkt wordt.’

‘Maar waarom merk ik dan niks van die ecologische crisis?’, zo kun je je afvragen. Dat komt omdat, om de liftmetafoor verder te vervolgen, zolang de liftkabel nog niet is geknapt, de lift nog functioneert. Zoals in een lift er doorgaans een alarm zit wanneer de maximale draagcapaciteit bijna is bereikt, zo rinkelen de alarmbellen over de milieucrisis sinds de jaren 1970. Het rinkelen is een achtergrondruis geworden die nauwelijks nog wordt opgemerkt.

Massa-extinctie

Humanisten hebben de afgelopen eeuwen op de bres gestaan voor tal van zaken van morele, wetenschappelijke en culturele verworvenheden, zoals kritisch denken, religiekritiek, democratie, mensenrechten, homohuwelijk, vrouwenrechten, secularisme, wetenschap, algemeen toegankelijk seculier onderwijs, recht op abortus en euthanasie, afschaffing van de doodstraf, afschaffing van lijfstraffen, vrijheid van expressie, recht op echtscheiding, seksuele ontplooiing.

Humanisten staan vandaag de dag voor een fundamentele keuze: willen zij bijdragen aan de oplossing van het probleem, of, door niets te doen, deel zijn van het probleem? We staan als mensheid voor het grootste probleem aller tijden, namelijk de door onszelf veroorzaakte massa-extinctie waar mogelijk Homo sapiens zelf slachtoffer van is. Veel mensen zullen bekend zijn met de moderne cynici die dingen opmerken als: ‘Alle soorten sterven eens uit.’ Of: ‘Het zal mijn tijd wel duren.’ Of: ‘Maar wat kan ik er dan aan doen? Het maakt toch geen moer uit wat ik doe. Ja, maar hij doet nog veel meer!’ Humanisten zijn zich terdege bewust van individuele verantwoordelijkheid. Ook al is iedereen om mij heen immoreel, dan is dat geen rechtvaardiging voor mij om dat ook te zijn.

‘Waarom echter zouden we alleen met mensen rekening houden, er zijn immers nog meer wezens die kunnen lijden?’

In het ecohumanisme staat de vrijheid van het individu centraal (liberalisme), maar met als voorwaarde het liberale niet-schadenprincipe: alles is geoorloofd zolang anderen geen schade wordt berokkend. Wie zijn echter die anderen? Humanisten interpreteren dat doorgaans als: mensen. Waarom echter zouden we alleen met mensen rekening houden, er zijn immers nog meer wezens die kunnen lijden? Ecohumanisme behelst het liberalisme, maar dan toegepast op alle wezens die kunnen lijden.

Dierenholocaust

Humanisme heeft als ideologie en als georganiseerd instituut de potentie om een enorm positieve bijdrage te leveren aan twee kolossale problemen van onze tijd. Ten eerste om de intensieve veehouderij die een ongekend grote omvang heeft te doen stoppen. Wanneer we inzien dat hier sprake is van een dierenholocaust, gaat het er niet om om deze langzaam af te bouwen, maar om er resoluut mee te stoppen. Door niet-menselijke dieren in de morele cirkel te sluiten, door het antropocentrisme te vervangen door sentientisme, wordt duidelijk dat we moeten streven naar een diervriendelijke samenleving, een plantaardige samenleving.

‘Humanisme is een morele levenshouding. Helaas is het moderne humanisme een humanisme met morele blinde vlekken.’

Ten tweede het probleem van de ecologische crisis. Onze huiselijke levensstijl is een roverssamenleving waarbij wij stelen van onze eigen kinderen en kleinkinderen, kortom van toekomstige generaties. We moeten onze ecologische voetafdruk terugbrengen tot maximaal het eerlijk aardeaandeel. Nee, dat zal niet makkelijk zijn. Onze levensstijl, onze economie, het inrichten van onze samenleving zal radicaal anders moeten. Humanisme is een morele levenshouding. Helaas is het moderne humanisme een humanisme met morele blinde vlekken. We moeten ons de schellen van de ogen trekken en het aandurven deze morele tekortkomingen weg te werken. Ook als dat betekent dat wat wij tot vandaag als normaal beschouwen – zeg vlees eten en vliegvakanties, onbeperkt aantal kinderen en autorijden – dan niet meer kan. Het kritisch doordenken van het humanisme leidt tot ecohumanisme. Dat is niet gemakkelijk. Dat is ongemakkelijk. Maar het is een morele noodzaak. Het is een zaak van levensbelang.

Partner Content