Louis Ide (N-VA)

‘Hulpverleners op missie zijn nooit gewone burgers’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

‘NGO’s zouden zich meer dan wie dan ook moeten bewust zijn van de ongelijke machtsrelaties tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’, tussen zij die hebben en zij die overleven’, schrijft Louis Ide, die vroeger ook meewerkte aan vaccinatiecampagnes in Afrika.

17 jaar terug was ik als jonge arts voor een vaccinatiecampagne in de hoofdstad van Tjsaad, Ndjamena. Ik herinner me nog goed hoe de duizenden Franse militairen bij het ochtendgloren de straalmotoren van hun vliegtuigen lieten draaien om het zand eruit te blazen. Of dat hielp weet ik niet, maar het herinnerde iedereen in de stad wel aan hun aanwezigheid. Om de paar weken werden die mannen ook op de stad losgelaten. Je kon er je klok op gelijk stellen. Wanneer de Kameroense prostituees – volledig met hakken, zwarte legging en spannend kleurrijk topje – in het straatbeeld begonnen te verschijnen werden de Fransen uit hun kazernes gelaten.

Hulpverleners op missie zijn nooit gewone burgers

Na enkele weken ronken op de luchtmachtbasis was het voor sommige militairen blijkbaar zo dringend dat ze zonder feesthoedje moesten vieren, wat geheid tot een kater leidde. Zeker zes weken wachten was dan de boodschap, wat toen de periode was om valabel op HIV te testen. Het had zo uit Gangreen van Jef Geraerts kunnen komen.

Geschokt was ik toen al lang niet meer. Waarom zou ik? Toen ik pas aankwam in Ndjamena werd ik gehuisvest bij een sympathieke uit de kluiten gewassen Bruxellois die me op passende wijze wilde verwelkomen. Twee lokale meisjes van plezier zaten me op te wachten in zijn woonkamer. Ik heb beleefd geweigerd en ben – alleen – een pint gaan drinken. Welkom in NGO-land.

Soldaten, zou je kunnen zeggen, tot daar nog aan toe. Zover kan ik Dirk Draulans nog wel volgen. Alhoewel. Ik heb nog in Zuid-Soedan gewerkt, waar de verhalen die Dirk Draulans in zijn column aanhaalt – in Lokichogio over de Belgische militairen – jaren later nog nazinderden…

Maar hulpverleners? Goed, we zijn niet allemaal Moeder Theresa of Pater Damiaan. Maar we zijn ook geen toeristen. We zijn daar om te helpen. Dat veronderstelt een tekort, een behoefte. Wij hebben vaccins, zij niet. Wij hebben voedsel, zij niet. Wij hebben kleren, zij…

We beseffen het ook vaak niet, maar hulp accepteren is verschrikkelijk moeilijk, veel moeilijker dan hulp geven. Je wilt altijd liever iets terugdoen. En ja, dan gebeurt het weleens dat ze ons, in de woorden van Dirk Draulans, zien als ‘wandelende geldautomaten’. Gewone burgers zijn we alvast nooit. Noch zijn we militairen. Een T-shirt van Artsen Zonder Grenzen is geen kogelvrij vest.

NGO’s komen op voor de zwakkeren, de armen en behoeftigen. Ze gaan naar rampgebieden, waar mensen al wat ze hebben net kwijtgeraakt zijn door een storm of aardbeving. NGO’s zouden zich meer dan wie dan ook moeten bewust zijn van de ongelijke machtsrelaties tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’, tussen zij die hebben en zij die overleven.

Toch doen ze dat niet altijd. Wat enkele weken terug begon met de onthulling van seksfeestjes in Haïti in 2010 is langzaam een eindeloze stroom van schandalen aan het worden en het beperkt zich blijkbaar niet tot Oxfam alleen.

Zo werd recent bekend dat er Oxfam-medewerkers zijn die vrouwen dwingen tot ‘seks in ruil voor hulp’, als ik The Independent mag geloven. Een rapport uit 2008 meldt grootschalig misbruik tijdens 23 hulp-, vredes- en veiligheidsoperaties in Haïti, Ivoorkust en het toenmalige zuidelijk Soedan. Het zou gaan om “elke vorm van seksueel kindermisbruik dat voorstelbaar is”, waaronder verkrachting, prostitutie, pornografie, seksuele slavernij en mensenhandel. De kinderen deden geen aangifte, omdat ze niet wisten waar ze heen konden of omdat ze de autoriteiten wantrouwden.

Ontwijkingsgedrag

Het viel de mensen die aan het rapport meewerkten op hoe wijdverspreid het misbruik wel niet was, bij élke hulporganisatie, wat ze ook leverden.

Een steeds terugkerende naam is die van Roland Van Hauwermeiren, de Belgische medewerker van Oxfam UK. Die was in Haïti niet aan zijn proefstuk toe, in 2004 al werd hij in het West-Afrikaanse Liberia ontslagen. Twee jaar later ging hij aan de slag in Tsjaad, waar hij dezelfde orgieën zou georganiseerd hebben als later in Haïti. Misschien wel met een van de vele jonge meisjes die ik heb gevaccineerd enkele jaren daarvoor… Hij ontkent dat er ooit sprake was van misbruik of minderjarigheid. Maar iedereen die ooit een rampgebied van dichtbij gezien heeft weet dat een ‘seksfeestje’ er nooit onschuldig kan zijn.

Je zou verwachten dat eenmaal het schandaal losbarst, men mea culpa slaat, alles in het openbaar gooit en op z’n minst alles gaat uitspitten. Het tegendeel is echter waar. “We hebben toch geen baby’s vermoord?” liet Mark Goldring, de grote baas van Oxfam optekenen. Qua pathologisch ontwijkingsgedrag kan dat tellen.

In Nederland liet directeur van Oxfam Novib, Farah Karimi een ander geluid horen. Ze wist al veel langer van dit misbruik, maar ze moest haar mond houden. Wel deelde ze het interne rapport van Oxfam met het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Rekenkamer. Stefaan Declercq, sinds meer dan 15 jaar secretaris generaal bij Oxfam liet echter doodleuk aan MO magazine weten dat hij het rapport waar Karimi naar verwees nog niet eens gelezen had. Waarom zou hij ook? De ‘details van het verleden zijn veel minder belangrijk dan de lessen voor de toekomst’.

Ik kan me de reactie niet inbeelden mocht kardinaal Godfried Danneels zoiets over het seksueel misbruik in de kerk durven beweren. Els Keytsman – niet toevallig ex-oxfam – haastte zich om Declerq te steunen. Vreemd voor iemand die anders zo snel de mond vol heeft van misbruik in machtsrelaties. Waar blijft de oproep tot het straffen van de daders?

Recht op antwoorden

Ondertussen heeft Declercq volgens berichtgeving van De Standaard blijkbaar de tijd gevonden om het interne rapport wél te lezen. Er komt overleg met de Vlaamse regering. Geert Bourgeois heeft alvast Oxfam opgeroepen de daders op de strengst mogelijke manier aan te pakken. Dat kan ik alleen maar bijtreden. Al die duizenden vrijwilligers die zich voor het goede doel hebben ingezet hebben recht op antwoorden. Ondertussen heeft ook Alexander De Croo namens de federale regering een externe audit aangekondigd naar de integriteitsprocedures. Ik ben benieuwd wie die audit zal uitvoeren, en met welk geld. Ook vraag ik me af waarom enkel de integriteitsprocedures worden onderzocht? Waarom geen onderzoek naar alle feiten?

In afwachting daarvan hebben verschillende landen zoals Groot-Brittannië en Zwitserland hun subsidiekraan dichtgedraaid en eisen een ‘complete opheldering van gebeurtenissen’. Tegelijkertijd hebben tienduizenden burgers hun stortingen al stopgezet.

Dit verhaal is nog lang niet afgelopen. Ik kan alleen maar hopen dat men bij de NGO’s beseft dat de steun die ze bij de bevolking hebben met elk schandaal dat bovenkomt verder wegslinkt. Liefdadigheid is een prachtige zaak, en we hebben er meer van nodig. Maar dat kan nooit betekenen dat men de wet overschrijdt. Niemand – ook de NGO-activist niet – staat boven de wet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content