Vrije Tribune

‘Huidige leerplannen smaken naar water, de opstellers verbergen zich achter een schrik voor inhoud’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Waarom zou literatuur ouderwets moeten zijn? Wat is er zo verwerpelijk aan een rijke woordenschat of een vlotte taalbeheersing?’ vraagt leerkracht Nederlands-Engels Dominique Biebau.

Laat u niets wijsmaken als het over taalonderwijs gaat. Pedagogen mogen dan al zwaaien met kleurrijke tabellen, grafiekjes en – God forbid – mindmaps, ze mogen de ene leermethode al efficiënter verklaren dan de andere, maar uiteindelijk draait het allemaal om iets heel erg subjectiefs: ideologie en het daarmee samenhangende mensbeeld.

Een vraag staat daarbij centraal. Hoe zien wij onze leerlingen functioneren in onze maatschappij? Wat moeten ze kunnen? Moeten ze in staat zijn vlot een pint te bestellen in het Frans, Engels of Duits? De weg vragen naar een Bahnhof, een Musée of tube station? Een sollicitatiebrief schrijven, een aanrijdingsformulier invullen? Of zien we hen liever wegdromen bij de verzen van Mallarmé, Blake of Celan? Zien we in hen misschien de toekomstige schrijvers en dichters die hun generatie ooit een eigen stem zullen geven?

‘Huidige leerplannen smaken naar water, de opstellers verbergen zich achter een schrik voor inhoud’

Onze beleidsmakers lijken alvast richting Bahnhof en pint te neigen. Vaardigheden nemen zowel voor Nederlands als alle andere moderne vreemde talen veruit de meeste ruimte in op het leerplan. Eerder deze week schreef leerkracht Jirka Claessens in een opiniestuk in De Standaard dat kennisoverdracht een vloek is geworden.

Literatuur en taalbeschouwing (woordenschat en grammatica) krijgen veel minder aandacht en, als ze dat doen, doen ze dat zelden op eigen kracht. Nergens in het leerplan Engels derde graad wordt de naam Shakespeare vermeld. In het leerplan Nederlands voor diezelfde derde graad zal u vruchteloos zoeken naar de namen Claus, Mulisch, Bordewijk en Elsschot. Meer nog: u zal er geen enkele auteur terugvinden.

Wat u er wel vindt: het nieuws dat elke les een oriëntatiefase moet bevatten (waarom lezen we deze tekst?), een voorbereiding (wat weet je al over deze tekst?), een uitvoeringsfase (lezen die handel!) en een reflectie (wat heb je nu eigenlijk gelezen?) of dat leerlingen bereid moeten zijn naar de leerkracht te luisteren, te schrijven of te reflecteren over van alles en nog wat .

Bovendien wordt voor een vak als Engels min of meer expliciet gemeld dat er in de derde graad geen nieuwe grammaticaonderdelen meer moeten worden aangesneden. Na de derde graad is een B1-niveau (volgens het Europees Referentiekader) namelijk voldoende, een niveau dat de meeste leerlingen al na de tweede graad halen. In Nederland liggen de streefniveaus trouwens een stuk hoger: daar worden leerlingen verwacht niveaus B2 en C1 te halen. Weg uitdaging.

Flauw talenonderwijs

Deze aanpak levert een flauw talenonderwijs op. Vaardigheden zijn in alle talen namelijk dezelfde. Leerlingen schrijven nu sollicitatiebrieven, geven Powerpoint-presentaties, boeken virtuele vakanties… in het Nederlands, Frans en Engels. Drie keer exact hetzelfde maar dan met andere woorden. Geen wonder dat mijn zesdejaars met hun ogen rollen bij de zoveelste discussieopdracht. En dat terwijl er zoveel opwindende verhalen op hen liggen te wachten…

Wie kritiek geeft op het vaardighedenonderwijs wordt al snel weggezet als een dinosaurus, een conservatieveling die terug wil naar de spruitjeslucht van Gezelle en konsoorten. Ook dit is ideologie. Waarom zou literatuur ouderwets moeten zijn? Wat is er zo verwerpelijk aan een rijke woordenschat of een vlotte taalbeheersing? Literatuur is nog steeds de krachtigste manier om door vreemde ogen de realiteit waar te nemen. Een uitgebreide woordenschat is de sleutel tot een genuanceerde kijk op de wereld – wars van alle newspeak die onze actualiteit teistert. Ook literatuur is een vaardigheid.

De huidige leerplannen smaken naar water. Hun opstellers verbergen zich achter een loze neutraliteit, een schrik voor inhoud, die ik niet kan en wil begrijpen. De tijd is aangebroken om onze taal terug te eisen, om haar los te wrikken uit de klauwen der pedagogen en ze terug te geven aan diegenen die er echt om geven: de schrijvers en de dichters, de liefhebbers, de leerkrachten. Zij die zonder grafiekjes zijn.

Dominique Biebau is leerkracht Nederlands-Engels. Deze tekst verscheen eerder op zijn blog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content