Robert Cliquet

‘Het VN-migratiepact is een hoogst onvolledig en onevenwichtig document’

Robert Cliquet Ere-algemeen directeur van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies

Voormalig VN-topman Robert Cliquet over het VN-migratiepact, dat het einde van de Zweedse coalitie in België betekende: ‘Het is beter om de huidige tekst op een laag pitje te zetten en verder uit te werken dan om de onmiddellijke goedkeuring ervan aan te moedigen.’

Terwijl een VN-migratiepact in principe noodzakelijk is en zeer welkom zou zijn, is de huidige versie die binnenkort door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal worden aangenomen, niet voldoende ontwikkeld en evenwichtig. Het is beter om de huidige tekst op een laag pitje te zetten en verder uit te werken dan om de onmiddellijke goedkeuring ervan aan te moedigen.

Het VN-migratiepact is een hoogst onvolledig en onevenwichtig document.

De Verenigde Naties hebben sinds haar oprichting een reeks belangrijke charters geproduceerd die belangrijke beleidsrichtlijnen omvatten over hoe de uitdagingen waarmee de mensheid geconfronteerd wordt, moeten worden aangepakt.

Er is niet alleen de Universele Verklaring van de Rechten van de mens (1948), maar er zijn ook de vele themaspecifieke charters, bijvoorbeeld over bevolking en ontwikkeling (het Wereldbevolkingsactieplan uit 1974; het ICPD-Actieplan uit 1994), vrouwen (Verklaring en Actieprogramma van Beijing uit 1995), klimaat (Conventie over Klimaatverandering uit 1992) en milieu (Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling uit 1992).

Die documenten hebben, zelfs indien wordt bepaald dat het aan de soevereiniteit van de lidstaten wordt overgelaten om de beginselen en aanbevelingen van die charters toe te passen – nota bene een van de grote zwakheden van zulke charters – toch een hoog moreel en politiek aanzien en kunnen een belangrijke impact hebben.

Thans is er het VN-migratiepact dat, in tegenstelling tot de vroegere charters, in een aantal ontwikkelde landen, zelfs in België, een bron van controverse is.

Wat opvalt in de recente discussies die in het Belgische politieke milieu en de massamedia gevoerd worden, is dat de betwistingen slechts in beperkte mate over de inhoud van het pact handelen, maar vooral over de Belgische politieke onenigheden. Hoogst verbazingwekkend is dat – noch van rechterzijde, noch van linkerzijde – gewezen wordt op de meer fundamentele lacunes van het pact.

Terechte zorg voor het welzijn van migranten

Het pact omvat tal van goed gefundeerde, zij het niet originele beleidsvoorstellen. Het pact herneemt, met wat meer detail, de basisbeginselen en voorstellen die reeds waren opgenomen in vroegere VN-bevolkingsbeleidsdocumenten, zoals het ICPD Actieplan dat voortvloeide uit de derde VN-Wereldbevolkingsconferentie die in 1994 in Caïro werd gehouden.

Het is uiteraard volkomen terecht dat er in het pact uitvoerig aandacht wordt besteed aan de noodzaak om mensenrechten ook op migranten toe te passen, hen te helpen bij de integratie in het gastland of de terugkeer naar hun land van oorsprong, hen te beschermen tegen het in alle samenlevingen diep ingewortelde in-group syndroom met zijn uitwassen in racisme, culturisme en xenofobie. Het pact beveelt ook terecht aan smokkel van migranten te voorkomen, tegen te gaan en te bestraffen.

Onvolledig en onevenwichtig

Maar het VN-migratiepact is in verscheidene opzichten hoogst onvolledig en onevenwichtig. Vooreerst, het pact handelt niet over migratieproblematiek in zijn geheel, maar overwegend alleen over migranten. Wat in doelstelling twee (over het minimaliseren van de nadelige factoren en structurele factoren die mensen dwingen te vertrekken vanuit hun land van herkomst) bijvoorbeeld ontbreekt, is enige aandacht voor de bevolkingsdynamiek als onderliggende oorzaak van migratie en de noodzakelijke beleidsmaatregelen om die te beheersen. Het pact is ook eenzijdig in zijn stellingen over de voordelen van migratie. Tot slot besteedt het pact eenzijdig aandacht aan de migranten en nauwelijks of niet aan de ingezeten bevolkingen van de immigratielanden.

Bekende fundamentele oorzaken van onvrijwillige migratie zijn (1) sterke bevolkingsdruk of -toename door een falend bevolkingsbeleid en in het bijzonder een gebrekkig geboortebeperkingsbeleid, (2) godsdienstige en/of politiek gedreven interne conflicten, (3) onderontwikkeling en armoede ten gevolge van een inadequaat overgangsbeleid naar modernisering en/of de kapitalistische uitbuiting door de eigen elites, vaak ondersteund door belangen van Westerse bedrijven of regeringen, (4) ecologische ontaarding of rampen. Verscheidene van die fundamentele oorzaken komen vaak samen voor en sommige ervan accelereren zelfs ingevolge hun interactie.

Sommige van die oorzaken worden in het pact aangesneden, zij het in beperkte mate – – twee bladzijden in een document van 34 bladzijden – en in de traditionele, politiek correcte en diplomatiek verdoezelende terminologie eigen aan VN-documenten. Terecht is er een sectie over de effecten van ecologische rampen, maar over de godsdienstige of politiek gedreven interne conflicten wordt er zedig gezwegen. De bevolkingsdynamiek wordt zelfs volledig buiten beschouwing gelaten.

Bevolkingsdruk en -groei

De afwezigheid van de vermelding of behandeling van de bevolkingsfactor in een document over migratie dat toch een van de belangrijke componenten van bevolkingsontwikkeling vormt, is bijzonder opvallend. Dit is echter geen unicum, want de bevolkingsfactor is ook afwezig in de lijst van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen van het in 2015 goedgekeurde VN charter ‘Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development’.

Ofschoon de vruchtbaarheid in de meeste ontwikkelingslanden daalt, is die daling te laat ingezet of is ze nog veel te zwak.

Ofschoon de vruchtbaarheid in de meeste ontwikkelingslanden daalt, is die daling te laat ingezet of is ze nog veel te zwak. De bevolkingsvooruitzichten van de Bevolkingsafdeling van de Verenigde Naties vermeldt dat de vruchtbaarheid – het gemiddeld aantal kinderen per vrouw – in Sub-Sahara Afrika nog ongeveer vijf bedraagt wat, in combinatie met hun overige demografische parameters, resulteert in een verdubbeling van de bevolking in 26 jaar. In de Arabische landen met hun reeds huidige overbevolking en kwetsbaar ecologisch en economisch milieu bedraagt het gemiddelde kindertal nog drie, resulterend in een bevolkingsverdubbeling binnen 37 jaar.

Gegeven de aspiraties van alle ontwikkelingslanden om snel zo welvarend te worden als het Westen, zoals door hun regeringen vertolkt op alle VN-vergaderingen over bevolking en/of ontwikkeling, en de onmogelijkheid om met zo’n snelle bevolkingstoename en andere maatschappelijke en milieu-uitdagingen de ontwikkelingsverzuchtingen te realiseren, kan men zich in Europa, bij ongewijzigd beleid, aan een aanhoudend hoge immigratiedruk verwachten.

Zoals het geval is met verscheidene andere recente VN-beleidsdocumenten, wordt in het pact een essentieel aspect van het migratievraagstuk, namelijk de hoge bevolkingsdruk en aanhoudende sterke bevolkingsgroei in bepaalde gebieden van de wereld als dieperliggende oorzaak van migratie, verdoezeld. Vele hedendaagse beleidvoerders kunnen zich niet van het historisch traditionele kwantitatieve bevolkingsgroeimodel afzetten.

Voor- en nadelen van migratie

Het pact is ook eenzijdig in zijn stellingen over de voor- en nadelen van migratie. Hier vindt men een klassiek voorbeeld van de weliswaar goedbedoelde en diplomatisch begrijpelijke halve waarheden die wel vaker voorkomen in VN-documenten.

Waar het ongetwijfeld juist is dat migratie een bron van welvaart, innovatie en duurzame ontwikkeling kan zijn in onze geglobaliseerde wereld, en dat die positieve effecten kunnen worden geoptimaliseerd door een veilige en ordelijke migratie, zwijgt het pact over de negatieve aspecten van migratie, voor de emigratie- zowel als de immigratielanden en bevolkingen. Voor de emigratielanden is er bijvoorbeeld het belangrijke en pijnlijke vraagstuk van de ‘brain drain’ – in het pact wordt daar één zin aan gewijd – waardoor zij waardevolle landgenoten verliezen in wier opvoeding en vorming zij enorm veel hebben geïnvesteerd, maar waarvan de vruchten dan geplukt worden door de meestal reeds welvarende immigratielanden.

De VN heeft duidelijk minder rekening gehouden of gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat de meeste mensen eigenlijk niet willen migreren, maar dat doen omdat ze ertoe verplicht worden omdat hun levenskwaliteit te wensen overlaat of hun levensvooruitzichten niet aan hun verwachtingen voldoen.

Belangen van de ingezetenen van gastlanden

Het pact is ook heel summier over de mogelijke effecten van immigratie op de immigratielanden en hun ingezeten bevolking. Bijzonder problematisch zijn de aanbevelingen in het pact waarbij aangedrongen wordt op ‘wederzijds respect voor de culturen, tradities en gebruiken van de gemeenschappen van bestemming en van migranten’. De opstellers van het pact hebben in dit opzicht weinig rekening gehouden met bevolkingsonderzoekingen die aantonen dat de ingezetenen van immigratielanden vooral willen dat immigranten zich aan de waarden, normen en gebruiken van het gastland aanpassen.

In het bijzonder moet worden onderstreept dat de aanbevelingen over wederzijds respect een uiting zijn van de onterechte stelling over de gelijkwaardigheid van alle culturen. Migranten komen in vele gevallen van landen of gebieden die zich nog aan het ontworstelen zijn van de agrarische cultuurfase in de menselijke geschiedenis, waar ze nog geïndoctrineerd werden in het voorbijgestreefde waarden- en normensysteem dat opvattingen van ongelovigen en andersgelovigen verwerpt en poogt oligarchische en patriarchale gebruiken in stand te houden, met als uitlopers vrouwendiscriminatie, genitale mutilatie, eermoorden, sociale uitsluiting van atheïsten, verwerping van de evolutieleer, blasfemiewetten… In de moderne wetenschappelijk-industriële cultuurfase zijn dergelijke culturele waarden en normen niet langer aanvaardbaar, laat staan respectabel. In een VN-migratiepact moet duidelijk gemaakt worden dat zulke attitudes en praktijken onverenigbaar zijn met de waarden en normen van een volwassen democratie.

Het zou beter zijn de huidige versie verder uit te werken tot een volwaardig charter.

Rechten en plichten van migranten

Inzake de migranten zelf lijken de opstellers van het pact zich vooral te hebben toegespitst op de rechten van migranten – het woord rechten wordt 113 maal vermeld in het document. Zoals wel vaker het geval is in VN-beleidsdocumenten zijn verwijzingen naar plichten en verantwoordelijkheden veel minder aan de orde – het woord verplichting met betrekking tot migranten komt slechts zeven maal voor.

Een gemiste kans

Het VN-migratiepact zal in zijn huidige vorm vrijwel zeker bij consensus in New York worden aangenomen, maar het is te betreuren dat dit pact het migratievraagstuk als bevolkingsvraagstuk in verschillende opzichten onevenwichtig en onvolledig behandelt.

Een belangrijk VN-document zoals het pact zou dat onderwerp op een allesomvattende wijze moeten benaderen en behandelen, rekening houdend met alle aspecten – in de eerste plaats het algemeen belang, voorts de uitdagingen voor de belangrijkste belanghebbenden, emigratielanden en immigratielanden en ten slotte de gastlandbevolkingen en uiteraard, maar niet alleen, de migranten zelf.

Het zou derhalve beter zijn de huidige versie verder uit te werken tot een volwaardig charter.

Prof. em. Dr. Robert Cliquet is ere-algemeen directeur van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies, was gedurende vele jaren vertegenwoordiger van België in de Bevolkingscommissie van de Raad van Europa en van de Bevolkings- en Ontwikkelingscommissie van de Verenigde Naties, en was als wetenschappelijk adviseur van de Belgische regeringsdelegatie actief betrokken bij de voorbereiding en werking van de VN Wereldbevolkingsconferenties van Boekarest (1974), Mexico Stad (1984), en Caïro (1994). Op de laatste PREPCOM van de Caïroconferentie fungeerde hij als woordvoerder van de Europese Unie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content