Sara De Mulder

‘Het Vlaamse onderwijs behoudt en versterkt de sociale ongelijkheid’

Sara De Mulder Lid van denktank Liberales

Leerplichtverlaging is niet aan de orde, zegt Sara De Mulder van denktank Liberales. ‘Ouderschapsondersteuning wel. In welke taal dat dan precies gebeurt, is op termijn volkomen irrelevant.’

Het huidige corpus aan wetenschappelijke kennis is het resultaat van 10.000 jaar menselijke ervaring en onderzoek, gekenmerkt door hoge pieken, diepe dalen en twee snelheden.

Het gevolg van dit tempoverschil is dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek vaak verkeerd worden geïnterpreteerd en misbruikt. Darwins evolutietheorie leidde ongewild tot rassenclassificatie. IQ-tests werden massaal verkeerd ingezet om soldaten te rekruteren.

Ook nu wordt zorgvuldig gevoerd onderzoek vaak vereenvoudigd tot een simplistische politieke richtlijn, die de mensheid veeleer schade toebrengt dan ten goede komt.

In 2000 kreeg James Heckman de Nobelprijs voor Economie voor zijn baanbrekend onderzoek. Hij bewees dat investeringen in de ontwikkeling van jonge kinderen het meeste rendement oplevert voor het kind en de samenleving. Ook hier echter dreigt het constante gevaar van misinterpretatie.

Met de regelmaat van de klok wordt Vlaanderen door de OESO op de vingers getikt omwille van de abominabele arbeidskansen van minderheden en de grote kloof qua slaagkansen in het onderwijs tussen kinderen met hoge en lage sociaal-economische status (SES). Meestal volgt daarop een voorstel tot een leerplicht vanaf 2,5. Dit om de (cognitieve) achterstand bij kansarme en allochtone kinderen weg te werken. De huidige kloof in het onderwijs zou immers een rechtstreeks gevolg zijn van de lage participatiegraad van allochtone en kansarme kinderen aan het kleuteronderwijs. Ook hun taalachterstand zou perfect weg te werken zijn, als kleutertjes maar vroeg genoeg naar school gaan. Steevast haalt men vervolgens het onderzoek van Heckman aan om deze ‘vroege investering’ te rechtvaardigen.

Een leerplichtverlaging is echter pas zinvol, wanneer de huidige situatie aan twee voorwaarden voldoet. Ten eerste moet een significant aantal kinderen (leeftijd 2,5) met een lage SES en/of allochtone afkomst niet naar school gaan. Ik sloeg er daarom de cijfers van het Departement Onderwijs (pdf) even op na. De kleuterparticipatie in Vlaanderen is bij de hoogste ter wereld, maar liefst 94 procent. Dat is ook logisch, in geen enkel ander land wordt er op zo’n jonge leeftijd al niet meer voorzien in kinderopvang. In de groep kinderen van allochtone afkomst is de participatiegraad echter ook uitzonderlijk hoog, met name 90 procent. Kortom, de vooronderstelde lage participatiegraad is eigenlijk hoog.

Ten tweede moeten de slaagkansen van de kinderen uit de doelgroep die wèl naar school gaan, deze van meer gegoede kinderen evenaren. In deze groep moet de sociale mobiliteit dus ook groot zijn.

Het Vlaamse onderwijs behoudt en versterkt de sociale ongelijkheid.

Helaas, ik trek absoluut niet in twijfel dat onderwijs gelijke kansen en sociale mobiliteit kán bevorderen. We zien dit overvloedig gebeuren in andere landen. Het Vlaamse onderwijs doet dat echter niet. Integendeel, het behoudt en versterkt de sociale ongelijkheid.

Heeft James Heckman zich dan vergist? Neen, natuurlijk niet.

Heckman’s onderzoek reikt wel degelijk handvatten aan om het schrijnende probleem van sociale onrechtvaardigheid en een gebrekkige sociale mobiliteit aan te pakken. De gewenste interventie waarover sprake in het geciteerde onderzoek is echter geen leerplichtverlaging maar wel een zeer intensieve gepersonaliseerde begeleiding van kansarme gezinnen, opgedeeld in twee fasen en ik citeer;

‘The intervention consisted of a two-stage treatment targeted two different segments of child life cycles; an early childhood stage (from birth through age 5) and a subsequent school-age stage (from age 6 through 8). The First stage of the intervention involved periods of cognitive and social stimulation interspersed with caregiving and supervised play throughout a full 8-hour day for the first 5 years. The stimulation component was based on a curriculum that emphasized development of language, emotional regulation, and cognitive skills.The second stage of the intervention focused on improving early math and reading skills through having “homeschool resource teachters’ customize learning activities based on materials bein covered at school and then deliver these materials to the parents at home.’

'Het Vlaamse onderwijs behoudt en versterkt de sociale ongelijkheid'
© /

De ondertussen wereldberoemde grafiek is glashelder. Dat deze zo onzorgvuldig wordt gelezen is daarom des te beklagenswaardiger.

De grafiek toont immers dat het rendement van voorschoolse interventie – en daar bedoelt Heckman wel degelijk investeringen mee die vóór de schoolleeftijd moeten gebeuren – tweemaal zo hoog ligt als het rendement van maatregelen die genomen worden op 2,5 jarige leeftijd. U ziet de rode lijn bijna loodrecht dalen gedurende de eerste twee levensjaren, wat impliceert dat net daar bij het prille begin, de investeringen het meeste renderen.

Is onderwijs dan helemaal geen adequaat middel tot verhoging van de sociale mobiliteit? Toch wel, alleen niet in Vlaanderen. De belangrijkste voorwaarde voor het voorspelde rendement is immers de kwaliteit van het kleuteronderwijs. Dit kwaliteitsvol kleuteronderwijs heeft een aantal gezamenlijke kenmerken: een vroege start, de nadruk op de taalontwikkeling, een uitgeschreven pedagogische methode, kleine klassen met voldoende leerkrachten en een aanpak die niet alleen gericht is op het kind, maar ook op de ouders. (Lees meer, pdf)

Wat dan met die taal- en cognitieve achterstand, hoe pak je dat aan? Vooreerst moet men taalachterstand onderscheiden van kennis van de Nederlandse taal. Taalachterstand hangt immers ontegensprekelijk samen met de taalvaardigheid van de zorgdragers, niet met de specifieke taal die men spreekt. Anderstalige kinderen met taalvaardige ouders zijn dus even taalvaardig als hun Nederlandstalige leeftijdsgenootjes. Internationaal onderzoek toont aan dat taalvaardigheid bevorderd kan worden, echter niet op school maar door middel van voorleesprogramma’s die starten van bij de geboorte. Een cognitieve achterstand hangt nauw samen met de kwaliteit van de zorg en de scholingsgraad van de primaire zorgdrager. Opnieuw moet er indien nodig reeds geremedieerd worden, lang voor het kind de schoolrijpe leeftijd heeft bereikt. Deze onderzoeksresultaten en aanbevelingen liggen volkomen in lijn met wat James Heckman’s onderzoek ons leert. Deze aanbevelingen worden dan ook gevolgd in landen waar de sociale mobiliteit wel hoog is.

Een oud Joods spreekwoord zegt: ‘Ik ben te arm om mij slechte kwaliteit te kunnen veroorloven.’ In een ideale wereld voorziet een overheid gewoon in alle mogelijke maatregelen die de ontwikkelingskansen van kinderen maximaliseren. Kan men dit niet, ga dan tenminste voor investeringen met het hoogste rendement. Een leerplichtverlaging is in dat geval niet aan de orde, ouderschapsondersteuning wel. In welke taal dat dan precies gebeurt, is op termijn volkomen irrelevant.

Sara De Mulder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content