De (s)preekstoel van Knack.be

‘Het verlangen naar vrede is universeel, maar tegelijk lijkt een wereld zonder strijd een utopie’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

Op 11 november kijkt Don Zeeman van de Evangelische Alliantie Vlaanderen (EAV) naar de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek, en prijst de samenwerking tussen vertegenwoordigers van verschillende religies om samen te werken aan vrede in het land.

Bevorderen godsdiensten vrede of wakkeren ze juist het geweld aan? Of, anders gesteld, veroorzaken religies oorlog of helpen ze conflicten te stoppen? Geen onlogische vragen in de periode dat we de wapenstilstand aan het einde van de Eerste Wereldoorlog herdenken – onlosmakelijk verbonden met het motto ‘nooit meer oorlog’. Het verlangen naar vrede is universeel, maar tegelijk lijkt een wereld zonder strijd een utopie.

‘Het verlangen naar vrede is universeel, maar tegelijk lijkt een wereld zonder strijd een utopie’

Bestaat er zoiets als een ‘godsdienstoorlog’? Dat geloofsovertuigingen een belangrijke rol hebben gespeeld in tal van conflicten, valt niet te ontkennen. Tegelijk kan de vraag gesteld worden in hoeverre het religieuze aspect de doorslag gaf bij al het geweld. Een voorbeeld dat dikwijls gegeven wordt, is dat van de Kruistochten. Een bloederige episode uit de geschiedenis die honderdduizenden in beweging bracht onder het motto ‘God wil het’. Strijders uit het christelijke westen verdreven moslimlegers uit Palestina omdat ze de toegang tot de ‘heilige plaatsen’ blokkeerden – zo zouden we het geweld dat twee eeuwen lang het Midden-Oosten teisterde samen kunnen vatten. Het is onmogelijk te becijferen hoeveel slachtoffers er toen vielen, maar het is duidelijk dat een onvoorstelbare hoeveelheid lijken van ‘kruisridders’ achterbleven op de weg naar het ‘Heilige Land’. De meeste van hen bereikten immers het slagveld rond Jeruzalem niet eens. Maar ook toen waren wellicht geloofsmotieven niet de enige.

Oorlog rechtvaardigen op grond van de Bijbel

Wie een oorlog wil rechtvaardigen op grond van de Bijbel kan daar de nodige passages voor vinden. Wie stelt dat vrede de ultieme boodschap van Gods Woord is, vindt daarvoor ook bewijs. Het hangt er van af aan welke Bijbelverzen je prioriteit geeft. Wie kennismaakt met de wereld van het Oude Testament, ziet een maatschappij die van tijd tot tijd zeer gewelddadig overkomt. Al kan men terecht de bedenking maken dat we er in onze tijd ook wat van kunnen. De gruwelen van vandaag doen vaak niet onder voor wat we uit de oudheid overgeleverd kregen. De middelen zijn anders, de intentie bleef hetzelfde.

Er valt in de Bijbel een progressie waar te nemen: ook al zijn Oude en Nieuwe Testament onlosmakelijk aan elkaar verbonden, in dat laatste ligt het accent anders. De komst van de Messias -ook aangeduid als de Vredevorst – maakt het verschil. De in onze ogen vaak onbegrijpelijke oproepen tot de oorlog maken plaats voor een boodschap van vrede en verzoening.

In zijn belangrijkste toespraak, die bekend staat als de ‘Bergrede’, verklaart Jezus de vredestichters zalig. De mensen die alles inzetten om de vrede te bereiken, worden door Hem ‘kinderen van God’ genoemd. Een andere passage in de evangeliën laat zien dat Jezus zijn discipel Petrus aanmaant om zijn zwaard weg te steken op het moment dat deze probeert zijn meester te verdedigen tegen de soldaten die Hem willen arresteren. “Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen” hield Christus daarbij zijn volgelingen voor.

Situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Het is maar welke insteek je wilt gebruiken als het op godsdienst en geweld aankomt. Een treffend voorbeeld uit de hedendaagse realiteit vinden we in de Centraal-Afrikaanse Republiek, afgekort CAR. Zoals de naam het al suggereert, ligt het land, dat in 1960 na ruim 70 jaar Franse overheersing onafhankelijk werd, midden in Afrika. Het grenst aan zes andere landen en heeft ongewild uit de buurlanden verschillende conflicten geïmporteerd. Zo hielden rebellen uit Tsjaad en Soedan zich in het land op en verbleven naar alle waarschijnlijkheid ook strijders van het ‘Leger van de Heer’ van de gewelddadige Joseph Kony in het land – allemaal mensen die je niet graag binnen je grenzen wilt hebben.

Omdat het min of meer op de scheidslijn van het door de islam overheerste Noorden van Afrika en het eerder christelijke Zuiden ligt, is het niet vreemd dat de religieuze tegenstellingen in het land voor onrust zorgen. Ook de alom aanwezige corruptie roept de nodige spanningen op. Voeg daarbij nog het feit dat – om het wat cynisch te stellen – de armoede niet eerlijk verdeeld is, en de nodige ingrediënten voor een conflict zijn aanwezig. In de periode 2012-2013 ontstond er dan ook een bloedige strijd. Het is niet eenvoudig om de ‘schuldige’ aan te wijzen of zelfs het conflict maar te doorgronden. MO*-magazine deed in 2014 een verdienstelijke poging om de nodige duiding te voorzien, maar moest ook toegeven dat de situatie in CAR gewelddadiger en complexer was dan ooit. Tony Lakouetene van de hulporganisatie Jupedec verklaarde: “Een slecht beleid is de oorzaak van de burgeroorlog, niets meer of niets minder. Momenteel lijkt het alsof christenen tegen moslims vechten en omgekeerd, maar deze twee groepen zijn creaties van de overheid. Er is wel spanning tussen de twee gemeenschappen, maar dat heeft niets met ras of geloof te maken”.

‘Hoopgevende is het feit dat in die situatie van een falende overheid juist de godsdiensten in de CAR hun verantwoordelijkheid opnamen en gezamenlijk het conflict begonnen te bestrijden.’

Nu, spanning is wellicht een understatement, want beide bevolkingsgroepen bestreden elkaar te vuur en te zwaard. MO* beschrijft hoe de rebellengroepering Séléka met geweren, kalashnikovs en zelfs raketten vochten. “Christenen hadden dat allemaal niet, zij hadden machetes en traditionele wapens en konden zich dus niet verdedigen”. Toch deed de christelijke bevolkingsgroep alles om niet uitgeroeid te worden en ook zij schuwde het geweld niet. Waar ze in de meerderheid waren, probeerden christenen de moslims te verdrijven, wat Amnesty International dan weer aanzette om hen te beschuldigen van etnische zuivering.

Het zal duidelijk zijn dat de Centraal Afrikaanse Republiek terecht het etiket ‘failed state’ opgeplakt kreeg. Maar het opvallende en tegelijk hoopgevende is het feit dat in die situatie van een falende overheid juist de godsdiensten in de CAR hun verantwoordelijkheid opnamen en gezamenlijk het conflict begonnen te bestrijden. De voorzitter van de Centraal Afrikaanse Islamitische Gemeenschap, imam Oumar Kobine Layama, aartsbisschop Diedonné Nzapalainga en de voorzitter van de Evangelische Alliantie van de CAR, Nicolas Guerekoyma-Gbangou sloegen de handen ineen in een poging de verschillende gemeenschappen met elkaar te verzoenen. In december 2012, op het moment dat toenmalig president François Bozizé de christenen opriep om te gaan vechten tegen de moslims, kwamen ze voor het eerst samen.

Solidariteit en verbondenheid

Hun appèl om de spiraal van geweld te stoppen viel aanvankelijk in dovemansoren: zo kreeg Lamaya een reeks doodsbedreigingen en werd zijn huis in brand gestoken. Hij vond zijn toevlucht bij de aartsbisschop … Maar de leiders van de katholieke, evangelische en moslimsgemeenschappen zetten door. Ze bezochten talloze dorpen om concreet te laten zien dat solidariteit en verbondenheid geen illusie hoeven te zijn; ze probeerden simpelweg verzoening te preken. Tegelijk zochten ze zoveel mogelijk steun van de internationale gemeenschap.

De drie leiders ontmoetten VN-Secretaris generaal Ban Ki-Moon, die hun werk beschreef als een ‘krachtig symbool van de eeuwenoude traditie van vreedzaam samenleven in het land’. Op verschillende plaatsen vond overleg op het hoogste niveau plaats. De Verenigde Naties beloofden zich in te zetten voor een vredesoperatie, en op godsdienstig en humanitair vlak schaarden overkoepelende organisaties als de World Evangelical Alliance en Caritas zich achter de pogingen om verzoening te bewerkstelligen.

Op die manier ontstond een dynamiek die tot een ommekeer leidde. In 2015 ontving het interreligieuze vredesplatform de ‘Sergio Vieirade Mello Prize’, een onderscheiding die genoemd is naar de VN-vertegenwoordiger die tijdens een vredesmissie in Bagdad gedood werd.

Guerekoyma-Gbangou merkte bij het begin van zijn missie op dat in de eerste plaats ‘de harten ontwapend moesten worden’. Hij vatte daarmee de problematiek kernachtig samen: het zijn uiteindelijk niet de ideeën die schieten, het zijn de mensen die – al dan niet opgeruid door extreem gedachtegoed – de wapens opnemen en vrienden van vroeger vermoorden. Zal een systeem veranderen zolang een mens niet diep van binnen veranderd wordt?

Het voorbeeld van de Centraal Afrikaanse Republiek toont in ieder geval aan dat de loop van de geschiedenis een positieve wending kan nemen doordat een kleine groep mensen het voortouw van de verandering neemt. Niet dat de CAR nu een paradijs op aarde is – af en toe laait het geweld nog op – maar het fundament voor een nieuwe toekomst is gelegd. Of daar stevig op verder gebouwd wordt, zal de komende tijd leren. Het initiatief van de godsdienstige leiders was misschien naïef, maar gelukkig ook ontwapenend effectief.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content