Het pijnlijke jaar van de openbare omroep: ‘Iedereen wil een stukje van de VRT’

Frederik Delaplace, CEO van de VRT. © VRT
Ewald Pironet

2020 bracht de VRT een nieuwe topman, onderhandelingen over de beheersovereenkomst en besparingen. En ook 2021 wordt pittig, verwacht mediaprofessor Tom Evens.

Jazeker, de pensionering van nieuwsanker Martine Tanghe is een verlies voor de VRT. Niet voor niets werd haar laatste journaal gevolgd door meer dan 2 miljoen kijkers, vaak met een zakdoek in de hand. Maar pijnlijker was het koningsdrama dat zich aan de Reyerslaan afspeelde, ‘vol intriges, manipulatie en intimidatie’, zoals kranten schreven. De machtsstrijd tussen topman Paul Lembrechts en nummer twee Peter Claes werd besloten door van beiden afscheid te nemen. In de nasleep daarvan volgde een onderzoek door Audit Vlaanderen naar financiële wanpraktijken. De conclusies waren niet mals: in de pers verschenen verhalen over ‘misbruik van overheidsgeld’ en ‘zelfverrijking’. Frederik Delaplace (foto) stapte over van Mediafin ( De Tijd en L’Echo) en moet als nieuwe topman ‘de stal uitmesten’.

Ons medialandschap komt steeds meer onder druk van bedrijven die hier geen belastingen betalen.

‘Het was een heel moeilijk jaar voor de VRT’, zegt de Gentse hoogleraar Media Tom Evens. ‘Je had de vervangingen aan de top, waar een zweem van politisering rond hangt want de rol van voorzitter Luc Van den Brande (CD&V) is nooit helemaal uitgeklaard. Daarnaast waren er de onderhandelingen over een nieuwe beheersovereenkomst. Dat levert altijd een geagiteerd debat op, waarbij de commerciële mediabedrijven zo veel mogelijk de politiek bespelen zodat de overeenkomst in hun voordeel is. Bovendien moet de VRT besparen. Dat alles zorgde voor veel discussie over de rol en de toekomst van de VRT, zodat de openbare omroep het afgelopen jaar voortdurend in het nieuws was. Dat is nooit een goede zaak.’

Evens schets het spanningsveld waarin de VRT zich beweegt sinds het ontstaan van de commerciële televisie, eind jaren tachtig: ‘Enerzijds ben je een publieke instelling, die een dotatie krijgt. Anderzijds worden er van de VRT ook een aantal eerder commerciële zaken gevraagd. Zo moet ze een deel van haar inkomsten halen uit reclame en sponsoring, en moet ze als openbare omroep een zo groot mogelijk publiek bereiken. Dat zorgt voor discussies: hoe commercieel mag de VRT zijn? Mag ze bijvoorbeeld meebieden op dure sportrechten? Exclusieve contracten afsluiten met productiehuizen? Populaire schermgezichten een riante vergoeding geven? Eigenlijk kun je aan de VRT niet vragen om op de commerciële markt actief te zijn en tegelijkertijd zeggen dat ze het spel niet volgens de commerciële regels mag spelen.’

Daar komen nog twee zaken bij. ‘De toenemende politisering. Elk debat over de VRT wordt politiek opgeklopt. De raad van bestuur zou de belangen van de VRT moeten dienen, maar wordt nu gebruikt voor politieke doeleinden’, aldus Evens. ‘Plus de overweldigende internationale concurrentie van Google, Facebook, Netflix enzoverder. Ons medialandschap komt steeds meer onder druk van bedrijven die hier geen belastingen betalen.’

Nieuwe CEO Delaplace moet op al die uitdagingen een antwoord bieden. ‘Iedereen wil een stukje van VRT’, zegt Evens. ‘De productiehuizen willen dat de VRT bij hen aankoopt. De cultuur- en de sportsector verwachten dat de VRT hen steunt. De commerciële media en de politiek hebben ook hun agenda. Alles en iedereen wil wat van de VRT, maar het budget is beperkt, er moet zelfs worden gesnoeid. De VRT kan niet alles, dus moeten er keuzes worden gemaakt. En wat je ook doet, er zal altijd kritiek komen. Het is een discussie die de VRT bijna nooit kan winnen.’

Partner Content