Jan Cornillie (SP.A)

‘Het laatste punt van de volgende pensioenhervorming moet zijn: ‘Vanaf nu blijven we van je pensioen af”

Jan Cornillie (SP.A) Voormalig directeur van de studiedienst van SP.A en kandidaat voor de partij in 2019

‘Het is tijd om het vertrouwen voor eens en altijd te herstellen met een laatste grote pensioenhervorming’, schrijft Jan Cornillie (SP.A). ‘Het is aan de volgende regering om voor die laatste pensioenhervorming te zorgen, in overleg met de sociale partners.’

Toen ik voor het eerst mocht gaan stemmen – nu bijna 20 jaar geleden – was de toekomst van onze pensioenen al een thema. Vandaag is dat niet anders. En ondertussen verzandt het beleid in een stroom kleine besparingsmaatregelen zonder veel visie of coherentie. Straks is de vergrijzing over haar piek en blijven we hervormen. In naam van vertrouwen in het pensioen telkens opnieuw wantrouwen creëren door keer op keer te hervormen : in het vakjargon heet zoiets ‘systemisch risico’.

Toen ik begin de jaren 200 het netelige dossier van de nachtvluchten op de kabinetten- Anciaux en -Landuyt op mijn bord kreeg, leerde ik die term kennen. De wijzigingen volgden elkaar – door uitspraken van de rechtbank – zo snel op, dat de vluchtroutes om de haverklap wijzigden. Tot luchtverkeersleider Belgocontrol er genoeg van had en waarschuwde voor ‘systemisch risico’. De vele wijzigingen werden een veiligheidsrisico, ook al was elke beslissing op zich veilig te noemen.

Het laatste punt van de volgende pensioenhervorming moet zijn: ‘Vanaf nu blijven we van je pensioen af’

Ook het pensioenbeleid is in de voorbije jaren een ‘systemisch risico’ geworden. De regels veranderen de hele tijd, waardoor we vandaag in een vicieuze cirkel zitten: door te blijven hervormen om het vertrouwen in het wettelijk pensioen te herstellen, verdwijnt precies… het vertrouwen. Tijd dus om dat vertrouwen voor eens en altijd te herstellen met een laatste grote pensioenhervorming.

Precies die bedoeling had de Commissie Pensioenhervorming en daarom stelde ze een puntensysteem voor. Zo kun je van het stelsel af blijven, maar en cours de route de parameters veranderen. Het puntensysteem is slim, eigenlijk te slim. Want die aanpak is meteen op een zeker – excusez le mot – ‘Volksempfinden’ gestoten. Op het gezond verstand eigenlijk. Want mensen werken een aantal uren per week voor een loon, niet voor punten. Ze verwachten een bepaald pensioen in euro’s. Punten maken hen wantrouwig.

Nochtans zat dat puntensysteem van de experten vernuftig in elkaar. Met punten je kunt niet alleen de hoogte van de pensioenen, maar ook de verhouding tussen de pensioenen (blijven) regelen. Inter- en intragenerationele rechtvaardigheid in één klap. Het probleem is dat meteen de perceptie is ontstaan dat het ‘minder’ zal zijn. Een sterke pensioenminister had van het puntensysteem een evenwichtiger verhaal gemaakt en extra waarborgen ingebouwd. Helaas leek de huidige minister zijn mandaat zelf te zien als een soort brugpensioen. Een pensioenminister die op TV verklaart “spaar vooral zelf” heeft zichzelf ongeschikt verklaard. Intussen is de ‘dash’ uit deze regering verdwenen, en zal het nog minstens tot na de verkiezingen van volgend jaar duren vooraleer er opnieuw ‘dash’ in de pensioenhervorming komt.

Betaalbaarheid is een kwestie van keuzes maken en prioriteiten stellen. Andere landen geven nu al evenveel uit aan pensioenen als België zou doen op de piek van de vergrijzing, rond 2030-2040.

Wat kan er nog gebeuren? Er zijn – met of zonder puntensysteem – twee manieren om de pensioenfactuur te verminderen: langer werken en minder pensioen-maatregelen. Vorige regeringen namen quasi enkel langer-werken maatregelen. Deze regering zette meteen een drastische stap op vlak van langer werken (67 jaar) en nam ook een reeks minder pensioen-maatregelen, vooral gericht op mensen in publieke dienst. Meteen stelde dat de vraag naar intergenerationele solidariteit op scherp. Is 67 werkelijk voor iedereen een haalbare leeftijd? Zorgen de devaluatie van het pensioen – denk maar aan de indexsprong en de specifieke maatregelen voor het ambtenarenpensioen – voor meer rechtvaardigheid onderling? Vandaag kennen we het antwoord op die twee vragen: twee keer ‘neen’. En dus moeten we het anders aanpakken. Nog één keer, de laatste keer.

Hoe moet zo’n laatste pensioenhervorming er dan uit zien? Volgens mij moet een bredere set van criteria gebruikt worden dan enkel ‘betaalbaarheid’. Betaalbaarheid is een kwestie van keuzes maken en prioriteiten stellen. Andere landen geven nu al evenveel uit aan pensioenen als België zou doen op de piek van de vergrijzing, rond 2030-2040. En dat zijn geen failed states, verre van. We kunnen de pensioenfactuur aan als de voorspellingen kloppen. Maar we nemen beter wat voorzorgen voor het geval dat ze niet kloppen.

  1. Hanteer een doelstelling van ouderen-armoede en bereken er de kostprijs van. Want arme ouderen kosten de staat ook geld, in de vorm van huisvesting, zorg, ondersteuning, rusthuisfacturen, gerechtskosten etc.
  2. Gebruik niet langer de pensioenleeftijd maar wel de loopbaanduur om te bepalen wanneer iemand op pensioen kan gaan, met bonus en malus rond de wettelijke duur;
  3. Verminder de kloof tussen de laagste en de hoogste pensioenen (wettelijke én aanvullende) door de minimumpensioenen te verhogen en solidariteit van de hoogste te vragen.
  4. Zorg dat elk uur telt voor de berekening van het pensioen, gewogen voor de zwaarte van het werk en het inkomen.
  5. Zorg voor gelijkheid van pensioenen tussen man en vrouw, ook door de historische pensioenkloof aan te pakken.

Een hervorming die voor meer rechtvaardigheid binnen en tussen generaties zorgt, zal voor meer vertrouwen zorgen dan het constante beknibbelen. Het is aan de volgende regering om voor die laatste pensioenhervorming te zorgen, in overleg met de sociale partners.

Het laatste punt van de volgende pensioenhervorming moet zijn: ‘Vanaf nu blijven we van je pensioen af’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content