Mieke Verhelle

‘Het einde van Wouter Bekes noodstock aan excuses is in zicht’

PVDA-parlementsleden Jos D’Haese en Lise Vandecasteele vragen het ontslag van Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). ‘We zetten beter een andere kapitein aan het roer.’

Contact tracing: ‘Ik begrijp de frustratie, maar ik kan daar niet aan doen’

Nul procent van de huisartsen heeft vertrouwen in de Vlaamse contact tracing. Nul. Besmette mensen worden te laat of niet gebeld, het informaticasysteem is 19e-eeuws en de callcenters slagen er maar niet in om clusters van besmettingen op te sporen. ‘Dit zijn geen kinderziektes meer, het contactonderzoek ligt in coma’, klinkt het.

‘Ik begrijp de frustraties, maar ik kan daar niets aan doen’, antwoordt Beke, die de verantwoordelijkheid afschuift op het federale niveau. ‘Wij moesten alleen de contactonderzoekers zoeken.’

Maar Beke besliste wel om dat contactonderzoek uit te besteden aan commerciële callcenters, tot ontsteltenis van Wouter Arrazola de Oñate, directeur van de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en een van de absolute topexperts als het over contact tracing gaat. ‘Begin april heb ik geadviseerd om het te laten uitvoeren door mensen die zeer verspreid zitten over heel Vlaanderen, bijvoorbeeld bij huisartsen, en minstens een beetje vertrouwd zijn met de plek waar ze de mensen opbellen.’

Maar het moet snelsnel gaan en dus negeert Beke de adviezen van de experten. Onze groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk kunnen het niet langer aanzien en starten zelf met het nagaan van contacten van besmette patiënten. Wat de callcenters niet lukt, kunnen de vrijwilligers in huisartsenpraktijken wel: kwalitatieve gesprekken voeren, contacten nagaan en clusters van besmettingen opsporen.

Er zit duidelijk een weeffout in het systeem. Twee experten van de Vlaamse stuurgroep contactonderzoek raden daarom aan om toch uit te testen of een decentraal systeem, ingebed in de eerste lijn, niet beter zou werken. ‘We zitten in de staart van de epidemie’, reageerde het kabinet-Beke toen. ‘Gaan we hier nog extra in investeren? We moeten dit rustig bekijken.’

Maar Beke bekeek het niet rustig, hij bekeek het niet. Pas wanneer de coronacijfers half juli plots weer beginnen te stijgen, blijkt hoe fout hij de situatie heeft ingeschat. De callcenters staan machteloos tegen de lokale uitbraken van het coronavirus. Vijf maanden na de eerste besmettingen heeft Vlaanderen nog altijd géén werkende contact tracing. En dat wist Wouter Beke al twee maanden, zonder er iets aan te doen.

Het einde van Wouter Bekes noodstock aan excuses is in zicht.

Noodstock mondmaskers: ‘Ik vraag het leger toch ook niet of ze genoeg kogels hebben?’

Hét probleem wanneer het coronavirus voor het eerst de kop opsteekt in ons land: er is geen noodstock van mondmaskers. Beke leeft weken in de waan dat de federale stock wel zal volstaan. Quod non. Op 6 februari krijgt Vlaanderen te horen dat de federale noodstock FFP2-mondmaskers vernietigd is. Bij Beke gaan de alarmbellen nog altijd niet af. Pas op 6 maart informeert Beke eens bij Maggie De Block (Open VLD) hoe dat nu eigenlijk zit met die federale noodvoorraad. Hij vraagt ook niet rond of zijn woonzorgcentra nog materiaal hebben liggen.

Wouter Beke verspilde kostbare tijd, maar voelt zich niet verantwoordelijk. ‘Ik hoef toch ook niet bij het Belgische leger te informeren of die wel voldoende kogels op voorraad hebben?’ Maar dat is natuurlijk net wat een minister wél moet doen: vooruit denken. De soldaten van Wouter Beke droegen misschien witte jassen in plaats van kaki uniformen, ze werden even goed zonder wapens naar het front gestuurd door een generaal die zich daar geen vragen bij stelde.

Die volle maand tijdverlies hebben we cash betaald in onze woonzorgcentra. Omdat het personeel zonder beschermingsmateriaal zat, kon het virus zich vrij verspreiden. Als Wouter Beke die fout niet wil erkennen, hoe kunnen wij er dan op vertrouwen dat hij de tweede golf wél aanpakt?

Dodental woonzorgcentra: ‘We doen het beter dan Wallonië’

‘We hebben de toestand sneller terug onder controle gekregen dan de andere regio’s’, zegt Wouter Beke. ‘Dat zijn feiten.’ Dat Brussel en Wallonië er ook niet al te veel van gebakken hebben, staat als een paal boven water. Et alors? Is dat een verschoningsgrond voor het falende beleid in Vlaanderen? In de Vlaamse woonzorgcentra vielen meer dan 3.000 doden. Bovendien is Limburg de provincie waar na Brussel de grootste oversterfte op te merken viel in de woonzorgcentra: maar liefst driemaal hoger dan normaal. Limburg valt uiteraard ook onder Vlaamse bevoegdheid en is nota bene de provincie waar Wouter Beke zelf woont. Maar daar gaat het natuurlijk niet over.

Elke keer wanneer de minister onder druk gezet werd, verdedigt hij zichzelf door te verwijzen naar de andere regio’s. Maar het parlement is geen kleuterschool. Het is niet omdat Wallonië nog harder gebuisd is, dat je geslaagd bent voor het examen. Het zorgpersoneel heeft niets aan dat soort vergelijkingen. De mensen die dierbaren hebben verloren nog veel minder. De realiteit is dat die menselijke tol niet zo hoog had moeten zijn. Ministeriële verantwoordelijkheid, het is niet meer wat het geweest is.

Gebrek aan daadkracht: ‘Achteraf is het allemaal gemakkelijk gezegd’

Als laatste argument zei Beke nog dat het ‘achteraf allemaal gemakkelijk gezegd is’. Wouter Beke verwijt ons zelfs dat wij staan ‘roepen aan de kant’. Maar terwijl Beke kostbare tijd verloor, gingen wij met Geneeskunde Voor Het Volk met mobiele testteams woonzorgcentra testen. Terwijl zijn callcenters vierkant draaien, detecteren wij met Geneeskunde Voor Het Volk lokale clusters. Vanuit die ervaring vanop het terrein hebben we van in het begin van de crisis constructieve voorstellen gedaan. Het is waar dat het achteraf allemaal makkelijk gezegd is, maar wij vroegen al in januari naar de noodstock aan mondmaskers, we vroegen al op 10 maart om met contact tracing te starten en we begonnen al in april zelf met woonzorgcentra te testen. Als het achteraf makkelijk praten is, dan is dat vooral zo voor deze stuurloze en verdwaalde minister.

In de coronacommissie versterkte hij alleen het beeld van een minister die achter de feiten aanholt

Het einde van Bekes noodstock aan excuses is stilaan bereikt. Zelfs aan de start van de tweede golf slaagt hij er niet in om daadkracht te tonen binnen duidelijke bevoegdheden. In de coronacommissie versterkte hij alleen het beeld van een minister die achter de feiten aanholt en naar overal en nergens wijst om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. We kunnen er alleen maar uit besluiten dat we beter een andere kapitein aan het roer zetten. Een die het wel in handen houdt, vooruit kijkt en bijstuurt voor hij tegen een ijsschots vaart.

Het is tijd dat deze tweede coronagolf op een gecoördineerde manier wordt aangepakt. Eénheid van commando staat met stip bovenaan het verlanglijstje van de experten die ons door deze crisis leiden. Je kan er moeilijk naast dat een centrale, federale coördinatie daar de voor de hand liggende oplossing voor is. Die zou dan onmiddellijk werk moeten maken van het omgooien van het systeem van contactopsporing. Haal de contact tracers uit de steriele callcentra en laat ze de huisartsen in de eerste lijn versterken. We weten dat het werkt, het is tijd om het te doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content