‘Hervorming erfbelasting is onrechtvaardig: dit is discriminatie voor wie geen familie-erfgenamen heeft’

‘Na de hervorming van de Vlaamse erfbelasting kan ik mij geen generositeit aan een goed doel meer permitteren’, schrijft journaliste Nathalie Le Blanc. Ze klaagt de nieuwe situatie aan voor wie, zoals zij, geen wettige erfgenamen heeft.

Ik ben een ietsiepietsie vrijer dan velen van jullie en wel op een heel specifiek vlak. Mijn nalatenschap. Het Belgische erfrecht, dat in 2018 voor het laatst door de federale regering werd aangepast, bepaalt dat iedereen die kinderen heeft, altijd zeker de helft van zijn nalatenschap aan hen moet doorgeven. Ik heb geen kinderen, en ook geen partner, broers of zussen. Nul wettige erfgenamen dus, en daarom mag ik helemaal vrij kiezen aan wie ik mijn -kleine- vermogen nalaat.

Tot zo ver het goede nieuws. Want de erfgenaam in mijn testament is voor mij 100% familie, maar volgens de Vlaamse wetgeving een ‘ander persoon’. We hebben namelijk geen bloedband, ook al beschouw ik hem als mijn broer. Daarom moet hij, als ik kom te gaan, om en bij de 55% successierechten betalen. Geef toe, dat is een onrechtvaardig hoog percentage, en na advies van een notaris koos ik voor een o zo Belgische achterpoortje, een duolegaat. Mijn erfgenaam krijgt dan maar de helft van mijn nalatenschap, maar dat is nog altijd een volle 5% meer dan zonder duolegaat, en tegelijk kan ik een goed doel dat me nauw aan het hart ligt iets nalaten. Als doodbrave burger knaagt dat omweggetje aan mijn geweten, maar het was gebruikelijk, zei de notaris én een win-win-situatie. Dus zei ik ja.

Hervorming erfbelasting is onrechtvaardig: dit is discriminatie voor wie geen familie-erfgenamen heeft.

Vorige week kreeg de hervorming van de erfbelasting, een Vlaamse bevoegdheid, groen licht. Het duolegaat wordt afgeschaft en om dat te compenseren, betalen goede doelen vanaf juli 2021 0% successierechten. Terecht, in mijn ogen, want als een overheid achterpoortjes op zijn wetgeving bedenkt of tolereert, wil dat zeggen dat de oorspronkelijke wetgeving rammelt. Je zou dus denken dat ze die rammelingen dan ook fundamenteel gaan aanpakken. Dat, als ze het achterpoortje afschaffen, ze de voordeur op een kier zetten om successierechten rechtvaardiger te maken. Maar dat hebben ze niet gedaan. Fier kondigt de Vlaamse regering aan dat er een vriendenerfenis komt waarbij een ‘andere persoon’ maar 3% successierechten moet betalen op de eerste 15.000 euro. ‘Een besparing tot 3.300 euro netto,” klinkt het trots. Maar 15.000 euro, dat is voor wie pakweg een appartement na te laten heeft een peulschil. Mijn parkeerplaats was duurder. Dat is geen voordeur op een kier, het is zelfs geen kattenflapje, het is een symbool van de flutsoort. Het duolegaat zal dus uit mijn testament verdwijnen, en als ik wil dat mijn erfgenaam toch nog 45% van wat ik hem nalaat voor zichzelf mag houden, dan kan ik me geen generositeit aan een goed doel meer permitteren. Jammer maar helaas.

Niet gelijk

Helemaal geen erfgenamen hebben is misschien uitzonderlijk, maar kinderloos zijn is dat niet. Statbel, het Belgische Statistiek bureau, heeft geen officiële cijfers, maar berekende bij benadering dat 23% van de mannen tussen 50 en 59 en 17% van de vrouwen van die leeftijd geen kinderen heeft. Dat zijn iets meer dan 324.149 mensen. Tussen 60 en 69 zijn 17% van de Belgen kinderloos, zo’n 500.929 mensen, en tussen 40 en 49 zijn dat er nog eens 326.555, al kunnen die eventueel wel nog kinderen op de wereld zetten natuurlijk. Met deze hervormingen blijven veel van die kinderloze Belgen dus nog steeds in de erfeniskou staan. Voor mij voelt het aan alsof ik van de Vlaamse staat niet dezelfde rechten krijgen als mijn buren, collega’s en vrienden, gewoon omdat ik me niet heb voortgeplant. Discriminatie, dus.

Ook mensen met een LAT-relatie, die ondertussen zo’n 9% van de duurzame relaties in België uitmaken, moeten 55% successierechten ophoesten. We hebben het hier niet over freaky randfenomenen, maar over honderdduizenden doorsnee Vlamingen. Ik schreef een paar jaar geleden boek over het stijgend aantal alleenwoners in onze maatschappij en heel wat van de sociologen en demografen die ik toen sprak, zuchtten dat beleidsmakers vaak 10 tot 15 jaar achterlopen op de realiteit. Het gezin is misschien nog wel de hoeksteen van de maatschappij, maar wie om zich hen kijkt, ziet een regenboog aan gezinsvormen. Eenoudergezinnen, nieuw samengestelde exemplaren, LAT-ers en alleenwoners, de realiteit is al een paar decennia niet meer mama/papa/twee kindjes.

Dat vonden ook VUB-professor Michel Maus en zijn collega Marc Delanotte van de Ugent, en dus schreven ze in 2018 een hervormingsplan voor de erfbelasting. Daarin stelden ze een BFF-tarief voor. Van Best Friend Forever, inderdaad. Daarbij zou iedereen die geen erfgenamen heeft, een tot drie mensen kunnen aanduiden die voor hen belangrijk zijn en die aan hetzelfde tarief als kinderen of partner kunnen erven. Een excellent idee lijkt me dat, en maar zo eerlijk. Iedereen gelijk voor de wet, weet je wel. Maar dat idee vond de Vlaamse regering niet excellent genoeg om in te voeren.

Wat de filosofie is achter de veranderingen in de erfbelasting, vroeg ik aan Minister Matthias Diependaele. “Ik volg ook dat de tarieven voor de zijlijn nog steeds hoog liggen”, was zijn antwoord. “We hebben die tarieven tijdens de vorige legislatuur reeds verlaagd van 65% naar 55%. Vergelijk onze tarieven bijvoorbeeld met Brussel of Wallonië, waar die oplopen tot 80 %.” Uiteraard is die daling van 10% sympathiek, maar dat whataboutisme houdt geen steek. Ik ben geen Waalse of Brusseles, ik ben Vlaamse. Trouwens, in Portugal en Zweden heffen ze helemaal geen successierechten en in Italië betaal je pas als je een miljoen euro erft. “Als het van mij afhangt, mogen de tarieven verder dalen,” schreef hij ook nog. Fijn om weten, maar mijn vraag is waarom hij dat nu niet doet, bijvoorbeeld met zo’n BFF- regeling. “De tarieven voor iedereen gelijk stellen is budgettair niet haalbaar, noch wenselijk,” lees ik in de ministeriële mail. “We zitten met een budgettaire realiteit die is wat ze is. Indien we hervormen zullen we dat steeds zo budgetneutraal moeten doen.”

Ik, mijn erfgenaam en de talrijke andere Vlamingen zonder familie-erfgenamen hebben dus brute pech. Het gat in de begroting betekent dat de staat zich geen rechtvaardige successierechten voor iedereen kan permitteren. Jammer genoeg heb ik niet de maag, het budget of de fiscale geletterdheid om, zoals veel van mijn meer welstellende landgenoten, schenk- en andere manoevres uit te voeren waardoor ze de successierechten tot een minimum beperken of zelfs gewoon vermijden. Pech indeed.

Nauwe band

Maar het gaat niet puur om budgetten, zo lees ik in de afsluiter van minister Diependaels mail. “Laat me ook toe om te kaderen waarom ik denk dat het wel maatschappelijk verantwoord is om kinderen te laten vererven aan lagere tarieven. Dat kadert, naast de heel nauwe band die ouders met kinderen hebben, ook in een breder verhaal van rechten en plichten. Men vergeet soms dat kinderen bijvoorbeeld ook een onderhoudsplicht hebben ten aanzien van hun ouders. Die relatie is bijvoorbeeld anders dan deze met een beste vriend, en dus is hier geen sprake van discriminatie.”

Met andere woorden, kinderen verdienen het meer dan ‘anderen’. Laat mij toe om het daar grondig mee oneens te zijn. Neen, vrienden, petekinderen en buren hebben geen onderhoudsplicht. Op fiscaal en wettelijk vlak kijkt de wetgever alleen naar familiale banden en niet naar genegenheidsbanden, stelt Michel Maus als ik hem opbel. “Successierecht is een van de oudste wetgevingen die we hebben, en in West-Europa staat de familie historisch centraal, om zo een vermogen binnen die familie te kunnen opbouwen. Ook het idee van het gezin als hoeksteen van de samenleving, dat vanuit katholieke hoek komt, leeft nog, denk ik. Maar ook hier is het recht alweer niet aangepast aan de realiteit.”

Ik krijg als kinderloze Vlaming vaak de vraag wie er voor mij gaat zorgen, later als ik oud ben. Men impliceert dan dat elke ouder door zijn kinderen verzorgd wordt en dat iedereen zonder kinderen eenzaam en alleen verkommert. Iedereen die om zich heen kijkt, ziet dat dat beeld niet klopt. Een op drie Vlaamse huishoudens is een alleenwoner, en die mensen zorgen en worden verzorgd. Voor en door hun kinderen en familie, uiteraard, maar even vaak ook voor en door niet-bloedverwanten. In mijn vorige straat was Maurice mijn favoriete buurman. Altijd vrolijk, altijd bereid tot een praatje. Hij werd 93. Op zijn doodsbrief stond geen familie, want die had hij niet, maar wel de naam van de overbuurvrouw en goede vriendin die hem de laatste tien jaar van zijn leven elke dag tiptop verzorgd had. Zij stond in zijn testament, vertelde ze een paar weken na zijn begrafenis verbouwereerd, maar de erfenis was piepklein. Niet alleen omdat Maurice behalve zijn huis niet veel bezat, maar vooral omdat de staat een heel grote hap nam uit zijn toch al karige nalatenschap. En dat is fundamenteel onrechtvaardig.

Dat, beste minister Diependaele, is wel degelijk discriminatie. Dat je kinderen recht hebben op je nalatenschap, dat vecht ik niet aan, maar dat wie geen kinderen heeft ook het recht heeft om de mensen die er voor hen toe doen, de mensen voor wie ze gezorgd hebben en die er ook voor hen waren, een rechtvaardig belaste erfenis na te laten, lijkt me in onze huidige maatschappij niet meer dan logisch. De ironie wil dat de mensen die voor elkaar zorgen zonder familiale verplichting, er uiteindelijk een stuk minder voor beloond worden. Ze weten dat, en doen het toch. Want niet alles draait om geld. Zelfs erfenisperikelen niet, zo zullen veel notarissen je vertellen. Die gaan vaak over zorg en liefde. Dingen die niet exclusief het voorrecht zijn van wie kinderen heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content