Herlees: ‘Ik sta op en ga slapen met een haatgevoel’

© Belga

Op de elfde procesdag in het assisenproces tegen Kim De Gelder getuigden nabestaanden van De Gelders dodelijke slachtoffers: ‘Had hij zijn zelfmoord zo goed voorbereid als de moord op onze kleinzoon, dan zat hij daar niet’

Liveblog assisen Kim De Gelder door Simon Demeulemeester.

Lees ook:

OPINIE Jan Nolf: ‘De nieuwe gevangenis: van pakhuis naar (t)huis
ANALYSE Chris De Stoop: Drie vragen aan Chris De Stoop: ‘Je kan nooit alle drama’s voorkomen
OPINIE Kristien Van Vaerenbergh: ‘Vervang de assisenprocedure en de volksjury
OPINIE Renaat Landuyt: ‘Het proces van het assisenproces
OPINIE Stefaan De Clerck: ‘Vier suggesties om Justitie te hervormen
OPINIE Jan Nolf: Jury van passie, perversie en psychiatrie: de loterij
OPINIE John Maes: Zin en onzin van straf
OPINIE Piet Van Eeckhaut: Vier gedachten over het assisenhof
OPINIE Piet Buysse: Hoofdstuk afsluiten om een nieuw te schrijven
OPINIE Bart Tommelein: Geen mediacircus alstublieft

Hierbij beëindigen wij onze liveblog. Bedankt om bij ons te volgen.

Deze elfde procesdag was opnieuw een emotionele. De ouders (en families) van de vermoorde kinderen spraken over hun verdriet en over hoe hun leven er nu uit ziet. De zoon van de vermoorde Marita Blindeman sprak even met De Gelder. Die zei geen probleem te hebben om de laatste levensmomenten van die vrouw te beschrijven. Toen Jef Vermassen in naam van de familie van een van de twee vermoorde kindjes aan De Gelder vroeg of hij ‘zijn versteende emotie kon ontdooien’. Hij vroeg een excuus. Kim De Gelder deed wat hij deze tweede procesweek vooral deed: zwijgen. “Neen, voorzitter,” klonk het.

Volgende week worden de ouders van de gewonde kinderen verhoord alsmede de familie van Kim De Gelder.

15.29 uur De zitting wordt geschorst.

15.28 uur De grootvader zegt nog kwaad: “Ik wil nog een ding zeggen: binnen twee weken is het zijn verjaardag, wij kunnen naar het kerkhof in plaats van taart te eten.”

15.25 uur Vermassen stelt een vraag aan De Gelder in naam van zijn cliënt: “De dag van uw aanhouding heeft u uw kogelvrije vest moeten afgeven. Wij hebben het gevoel dat u die heeft verwisseld voor een harnas van hardheid. Dat is nog niet verdwenen. Weet u wat de slachtoffers zich afvragen? Hebt u dan geen tikkeltje spijt? Geen greintje emotie? Wordt het geen tijd om dat harnas af te leggen, uw versteende emotie te ontdooien, … Alstublieft, zet uw emotionele ijskelder open, zet hem op een kier. (…”

“Neen, voorzitter.” De Gelder wenst daar niets op te zeggen.

15.24 uur “Had hij zijn zelfmoord zo goed voorbereid als de moord op onze kleinzoon, dan zat hij daar niet. Wie echt wil zelfmoord plegen, die springt onder de trein, die ligt daar niet te wachten zodat ze hem vanop een kilometer zien liggen.”

“Als grootvader heb je dubbel verdriet. Je zou je eigen verdriet wegsteken voor je kinderen.”

15.23 uur “Als, als, als… Als het op maandag geweest was, dan was hij bij ons. Als hij in die eerste crèche was binnen geweest, …”

15.22 uur “Je gaat daar mee slapen en staat er mee op. Ik heb het verslag gelezen van de politie. Ik heb al 100 keer gezien hoe hij mijn kleinkind heeft vermoord. (…) Het ging zo ver dat ik de straat zou overgestoken hebben omdat er een kinderwagen afkwam.”

15.19 uur “Wij hadden de radio niet gehoord en wilden luisteren om 12 uur, omdat we wel flarden hadden opgevangen. Er kwam een buurvrouw binnen die iets gehoord had. En dan een buurman die mijn dochter had gezien op televisie. Ja.”

15.15 uur Paul Mettepenningen, vader van Katrien en grootvader van het gedode kindje. “Die band tussen kleinkind en grootouders, dat is iets anders dan die met uw eigen kinderen. Je kan er meer van verdragen, je hebt er meer tijd voor. Elke maandag kwam hij bij ons. Wij deden niets die dag, behalve met hem spelen. Op die leeftijd heb je daar al iets aan, daar kan je iets tegen zeggen, dat steekt zijn armen uit naar u… (slikt).”

15.14 uur Vermassen vraagt vanwaar zij hun sereniteit halen: ‘Vier jaar lang heb ik geen haat gezien. Blijkbaar worden jullie groter, mooier, schoner.’

Timothy Vermeir: “Je hebt de keuze: energie steken in iemand die dat niet waard is, of in andere dingen: kinderen, vrienden, familie. Als je daar een halve seconde over nadenkt, dan weet je het.”

15.11 uur Vermassen vraagt toelichting bij wat ze eerder zeiden tegen hem: ‘Hij heeft onze zoon afgepakt, maar van de rest moet hij afblijven.’ Katrien Mettepenningen: “Wij hebben beslist om verder te gaan met onze dromen. We hebben nog kindjes gekregen, hebben een groter huis gekocht. Het heeft ons nog dichter bij elkaar gebracht.”

Timothy Vermeir: “We hebben onze rug gerecht. Af en toe stuiken we nog in, maar steeds minder en minder.”

15.06 uur Katrien Mettepenningen: “Ik heb het heel moeilijk om mijn kinderen los te laten. Ik heb constant schrik dat ik nog iemand ga verliezen. Ik dacht toen: ‘Er gaat dat een voorhebben, en het zal onze zoon zijn.’ En het was zo.’

Timothy Vermeir bedankt zijn slachtofferbejegeners: “Eeuwig respect voor hen.”

15.04 uur Timothy Vermeir: “We waren heel lang met ons twee geweest, konden vertrekken zonder boe of ba. We hebben dan ook alle beginnersfouten gemaakt.”

“Elke ouder die zijn kind verliest, zal dat gemis herkennen. En daarbij kwam die hetze: de kranten, de magazines, de radio, … Die stille wake enzo; dat heeft veel deugd gedaan, maar op een bepaald moment heb je nood aan samen zijn, met twee rouwen.”

15.01 uur Katrien Mettepenningen: “We mochten er niet aankomen. Hij had bloed op zijn gezicht.”

“Mijn dagen waren de zorg voor hem, mijn gezicht en mijn werk. Dat eerste viel weg. Het was leeg in huis. Ik wist met momenten niet wat doen. Een enorm gemis. Dat we hem niet meer mochten aanraken, ook… (…) Heel surrealistisch eigenlijk, zo kiezen wat hij moest aandoen: die trui, dat kleedje, zijn nieuwe schoenen, … Ik heb hem dan eventjes aangeraakt, maar hij was ijskoud. Dat was hem niet meer.”

14.59 uur Timothy Vermeir: “Ik was zelfs het terrein nog niet op, of mensen die daar stonden wisten mij al te vertellen dat onze zoon een van de slachtoffers was.”

14.56 uur “Ik stond in de klas en mijn adjunct-directeur kwam binnen en zei dat er in Fabeltjesland een man binnen was. Ik was nog naiëf en dacht dat een vieze man de kindjes had betast. (…) Toen ik aankwam zei een agent dat het iets met een mes was. Toen wist ik dat het niet goed was. (…) Toen ik het hoorde, is mijn wereld ingestort. Ik heb met de maxicosi tegen de muur geslaan. Ik was kwaad. Ik was zo blij dat ik mama was, en dat was er plots niet meer.”

14.54 uur Katrien Mettepenningen spreekt over haar kind: “Hij lachte vaak, je had daar geen last van. Hij was altijd tevreden. Ik had het gevoel dat ik dat goed deed.”

14.52 uur Timothy Vermeir en Katrien Mettepenningen, de ouders van het tweede gedode kindje, treden aan.

14.33 uur Zitting een kwartier geschorst.

14.32 uur “Je moet als slachtofferbejegenaar afstand nemen. Maar die lijn stond en staat altijd open.”

14.30 uur “Ik wil wijzen op het complexe verdriet van de oma. Zij verloor niet alleen haar werkplek en haar collega Marita. Ze verloor haar kleinkind, en voelt zich schuldig omdat ze er toen niet was.”

14.29 uur Van Renterghem doet een chronologisch relaas van zijn slachtofferbejegening.

“Persoonlijke steunbetuigingen van premier Van Rompuy, huisbezoek van de minister van Binnenlandse Zaken, van de burgemeester.”

“We geven juridische informatie aan de familie. We staan hen bij in de voorbereiding van de begrafenis.”

14.26 uur “Als slachtofferbejegenaar controleer je eerst het lichaam na de autopsie. Je vraagt om de witte sprei en de plastic bloemen te vervangen. (…) Ik zie een hechte familie.”

14.22 uur Van Renterghem beschrijft hoe de familie Garcia het ‘waardig afscheid’ neemt. “Hun uitzinnige woede en verdriet veranderen in ingetogen en sereen verdriet.”

14.13 uur Politieagent Koen Van Renterghem deed de slachtofferbejegening van de familie Garcia.

Van Renterghem: “In het sas van Fabeltjesland wordt je ogenblikkelijk geconfronteerd met het onwezenlijke. Ogen vertellen doodsangst.”

12.28 uur De zitting wordt geschorst tot 14 uur.

12.27 uur Opnieuw roept Jef Vermassen justitie op na te denken bij het “waardig afscheid” nemen, dat in elk proces-verbaal staat: “Het is zinloos te zeggen dat mensen hun betreurden niet meer mogen aanraken. Eva had, operatie of niet, haar kind moeten mogen vasthouden.”

12.25 uur Vermassen noemt de woede van de peter een gevoel van onmacht: “Hij wou altijd voor zijn petekind zorgen, maar dat kan hij nu niet meer.”

12.21 uur “Voor ons voelde het alsof er in ons hart gestoken was, maar voor Eva en Rafaël moet het gevoeld hebben alsof hun hart eruit werd gerukt.”

Petra Hanskens leest een brief voor van de peter van het kind: “Je zal een nieuw leven hebben, vertelden ze mij. Inderdaad, maar het is een leven met een zwarte vlek. (…) De haat die ik tegen De Gelder voel, is onbeschrijfelijk. (…) We hadden het allemaal al gepland: hij en mijn zoontje zouden dikke maatjes worden, ze zouden samen voetballen. (…) Ik sta op en ga slapen met een haatgevoel in mijn maag. Gelukkig zien ik en mijn vrouw elkaar heel graag, anders waren wij niet meer samen. (…) Ook al zijn er stemmen in mijn hoofd die mij zeggen je het ergste aan te doen, ik wil mij niet verlagen tot jouw niveau, een loser.”

12.17 uur “Ik weet niet met welke kracht Eva dat verteld heeft aan haar dochter. Precies alsof ze dat al duizend keer gedaan had, zei ze dat hij een sterretje geworden was.”

“Die kinderen pikten dat verhaal op dat moment. Ze beseften dat ze niet met hem konden spelen dan.”

12.15 uur “Ik wist zelf niet dat er nog een dokter is binnengekomen. Het enige dat ik gezien heb was een man die niet zei dat het hem niet was. Die taferelen zijn vreselijk. De papa, de mama, de oma, de peter, … Iedereen zijn wereld stort in.”

“Ik weet nog dat Eva vroeg om hem nog eens vast te pakken. (huilt) Maar dat ging niet, na die operatie ging dat moeilijk.”

12.08 uur Petra Hanskens is getrouwd met de broer van Eva Mannaert. “Ik word op zo’n momenten heel rationeel. Ik zou wel zorgen voor het zusje. Die ben ik gaan halen aan de school, zij waren heel blij want ze mochten gaan spelen bij hun tante. Ze hebben een heel fijne namiddag gehad.”

“In De Zonnebloem was er paniek. Ik was rustig, ik zei tegen ouders dat ik hun kinderen kon halen. Ik probeerde geen emoties te hebben.”

12.04 uur Vermassen spreekt over een ‘generatiemoord’: “Jullie zitten ermee dat jullie het nog moeten vertellen aan die twee andere zusjes die hun broertje nooit gekend hebben. Dat is die schrik voor de toekomst: hoe ga je dat leed wegnemen?”

De ouders willen een boekje rondgeven aan de jury met foto’s van hun zoontje. “Ik wil mij ook excuseren voor mijn felle reactie in het begin van het proces,” zegt de papa. Voorzitter Defoort: “Ik heb u al gezegd dat ik mij probeer in te leven in u. Ik kan begrijpen dat u in het begin van het proces… U hebt een heel waardige getuigenis afgelegd.”

12.03 uur De ouders kampen met schuldgevoelens: “Ik had die dag veel rugpijn en was bijna naar huis gegaan. Ik ging dan onmiddellijk ons zoontje gaan halen. Dat deed ik altijd. Ik heb daar wel wat mee gezeten, in het begin.”

Ook de moeder van Eva Mannaert heeft een schuldgevoel: “Had zij daar die dag geweest, dan euh… Ik heb het vooral heel moeilijk met het feit dat hij alleen is moeten sterven, op een operatietafel. Had mijn moeder daar geweest, had zij hem misschien kunnen troosten. Dan had hij een bekend gezicht. Maar ja, had zij daar geweest, dan was het misschien voor haar ook erg geweest. Het feit dat we er niet bij waren… En ik had mij ’s ochtends moeten haasten, ik ben nogal iemand van ‘Komaan’. Ik zei ‘Mama moet de trein halen’… Ja. (…) Ze hebben hem wel opgevangen, maar het had ik moeten zijn, of Rafaël. (…) Daarom dat wij er nog veel voor gedaan hebben, wij hebben hem in zijn kistje gelegd. (…) Ik had en heb het er heel moeilijk mee dat hij alleen was, dat zijn mama en papa er niet waren.”

11.55 uur Meester Vermassen komt terug op een “fixatie” van de ouders met de parlofoon in Fabeltjesland. “U wilde hier benadrukken dat jullie niemand iets kwalijk nemen.”

Vermassen laat de ouders vertellen dat ze het erg moeilijk hebben met de school van hun kinderen nu. Ze hebben aangeboden om een parlofoon te betalen, maar dat lukt niet. De moeder heeft ook afspraken met haar dochter gemaakt voor mocht er opnieuw zoiets gebeuren. Vermassen heeft het over een moeilijke tweestrijd: “U doet het uit goede wil, maar weet dat u uw kinderen belast.”

11.53 uur De ouders zeggen dat ze het lastig hebben om hun kinderen ergens onder te brengen: “Je vertrouwt niets meer.”

Eva Mannaert heeft de naam van haar kind op haar arm laten tatoeëren: “Mijn dochtertje wil dat ook, maar ik zeg dat ze te jong is. Dan teken ik dat met balpen op haar arm.”

11.51 uur Meester Virginie Cottyn, advocate van Rafaël Garcia Arbesu en Eva Mannaert, vraagt om te vertellen over hoe het zusje alles verwerkt. “Ze maakt tekeningen, die we op het kerkhof legt. Wij vinden soms briefjes, die ze in mijn handtas steekt. Dan vind ik dat op mijn werk. Het is een taakje dat ik gaf aan haar: zij mag vertellen over haar broer aan haar twee zusjes. Ze kan soms kwaad worden. Haar zusje zit in de fase dat ze een pop ‘haar broer’ noemt. Zij zegtd an dat haar broer op het kerkhof ligt. Ze heeft het er erg moeilijk mee.”

11.50 uur Het zusje heeft het erg moeilijk. Ze is nu zeven jaar. “Ze is bij een kinderpsycholoog geweest voor de rouwverwerking.”

11.45 uur De voorzitter vraagt hoe het zusje het verlies van haar broertje verwerkte. Rafaël Garcia Arbesu: “Verdriet, hé.”
Eva Mannaert: “Wij hebben gevraagd hoe we dat moesten doen, of ze haar broertje nog moest zien. (…) Dat was heel moeilijk, wij zaten daar ook met ons verdriet. Ik heb uitgelegd dat hij gestorven was, dat hij een sterretje geworden is en naar de hemel is gevlogen. Ik zei dat het daar heel tof is, om haar gerust te stellen. Ik zei dat ze hem nog eens mocht zien, dat zijn lichaam hier nog is, maar zijn hartje niet meer. Ze heeft hem nog geknuffeld. We zijn thuis om een knuffel geweest, om hem mee te geven. Je beleeft dat allemaal in een roes.”

11.45 uur Rafaël Garcia Arbesu: “Ze hebben ons goed opgevangen. We mochten nog drie uur bij hem zijn. Slachtofferhulp en zo hebben heel veel voor ons gedaan.”

11.43 uur Eva Mannaert: “Ze hebben ons dan weggeleid naar een combi. Het stond daar vol fotografen. Het was 14u in de namiddag, maar ik herinner mij dat het avond was. Het was donker…”

Ze vertellen samen hoe de dokter zei dat het een wonder was dat hun zoontje nog zo lang geleefd heeft met die verwondingen: “Hij heeft gevochten.”

11.41 uur Eva Mannaert: “Toen er een verpleegster kwam vragen of ik iets wilde drinken, toen wist ik het. (…) En toen er een dokter binnenkwam, met zijn jas nog aan, die kwam zeggen dat hij gestorven is op de operatietafel…”

11.40 uur Rafaël Garcia Arbesu: “Ik dacht en zei de hele tijd dat het wel in orde zou komen. Ik zei ‘Laat die mensen hun werk doen, dat is normaal.’ Maar dan begin je het door te hebben.

11.36 uur Eva Mannaert: “Door al die berichten en telefoons onderweg naar Dendermonde, raakte ik in paniek. (…) In het ziekenhuis zeiden ze dat ik naar De Zonnebloem moest. (…) Wij kregen een papier, ik moest de gegevens van onze zoon invullen. Daarna moest ik dat opnieuw doen op een ander kleur papier. Ik begreep niet waarom dat moest. Ik ben mensen beginnen aanklampen, ik ben uitgevlogen, ik kon niet begrijpen dat dat zo lang duurde. (…) We wisten niets. Ik had het gevoel dat mensen mij met een smoesje… Omdat zij wel al wisten dat het ernstig was.”

11.30 uur Rafaël Garcia Arbesu en Eva Mannaert, de ouders van een van de gedode baby’s, treden op als getuigen en burgerlijke partij. Zij zaten als baby ook in Fabeltjesland, de moeder van Mannaert is er ook kinderverzorgster. Die dag had ze geen dienst.

11.02 uur De zitting wordt 20 minuten geschorst. Daarna komen de ouders van de gedode kindjes aan het woord.

11.00 uur Etienne Maervoet: “Ik ben fier dat wij Marita mogen kennen hebben. Ik ben fier op wat zij gedaan heeft, als vrouw en als moeder. Hoe zij Quinten heeft opgevoed tot wie hij nu is, hoe zij voor haar familie zorgde, hoe zij haar werk deed met verantwoordelijkheid. Ik ben ook fier op Katja en Quinten, hoe zij hun leven verder opbouwen en hoe zij het werk van Marita verder zetten.”

10.55 uur Etienne Maervoet, de neef van Marita Blindeman, treedt op als getuige.

10.53 uur “Je bent jezelf kwijt, je zelfvertrouwen. (…) En dan komen je collega’s terug, en hun pijn… Dat is ook mijn pijn. Ik vind het echt heel erg dat dat allemaal kapot gemaakt is op 10 minuten.”

“Het gevoel van zo alleen te zijn die dag, dat komt terug vandaag. Dat is heel moeilijk.”

10.49 uur “Ik wil nog iets zeggen, ik heb daar goed over nagedacht. Mijn Fabeltjesland is gestorven. We bouwen aan een nieuw Fabeltjesland, maar het is niet gemakkelijk. Het is niet meer het Fabeltjesland waar we 40 jaar geleden aan begonnen zijn. We hadden aan een blik genoeg. Nu is dat allemaal weg. Het is heel, heel, heel, heel moeilijk.”

10.48 uur “Toen heb ik het verdoofd meegemaakt, maar nu maak ik het heel bewust weer mee. Nu komt de schrik en de eenzaamheid terug.”

10.47 uur “Je bent precies bevroren als je dat hoort. Ik heb mij nog nooit in heel mijn leven zo eenzaam gevoeld. Van angst. Ook al zijn wij daar fantastisch opgevangen. Daar zo alleen in die zaal rondlopen, en aan die en die vragen: ‘Weet gij al iets? En gij?’ Ik heb mijn hele leven daar gewerkt, dat zijn geen collega’s meer, maar vrienden.”

10.45 uur Ook Louisette Van Nimmen benadrukt dat Marita Blindeman altijd voor anderen zorgde. “Maar ze voelde zich daar niet door benadeeld.”

10.39 uur Louisette Van Nimmen was een erg goede vriendin van Marita Blindeman “Ik trok haar mee, om wat uit dat zorgzame te komen. Ik was bij de volksdansgroep, en ik heb Marita eens meegenomen. Of we gingen naar de film kijken: zij zag de film en ik lag drie uur te slapen.”

10.37 uur Louisette Van Nimmen, collega van Marita Blindeman: “Ik zorgde voor de klap, niet dat ik mijn werk niet deed hé, en Marita voor het werk. We waren het gedroomde koppel naar werk toe. (…) Ik ben meteen na mijn school beginnen werken bij Fabeltjesland. Marita werkte daar al een half jaar. Dat klikte, dat was goed, hé. Dat was goed.”

10.30 uur “Toen ik haar niet kon bereiken, wist ik dat het niet goed was.”

“Ik heb het gevoel dat ik haar in de steek gelaten heb.”

10.26 uur Willem Van Impe schetst, net als Quinten Blindeman en Katja D’Hoore, Marita Blindeman als een erg zorgzame vrouw, voor wie het werk in Fabeltjesland haar leven was.

10.23 uur Willem Van Impe, de vriend van Marita Blindeman, praat over hoe hij haar leerde kennen. “Ik zei haar dat ze gewoon geen sigaretten meer moest roken tot morgenavond. En dan zouden we er nog eens over praten. En dat heeft ze gedaan.”

10.19 uur Katja D’Hoore: “Het voelt schuldig aan dat jij je moeder nog hebt. Toen ons kindje geboren werd, zag ik mijn moeder hem voor het eerst vastnemen. Toen dacht ik: ‘Marita kan dat niet meer’.”

“Met alle respect voor de ouders van De Gelder, maar zij kunnen hun zoon nog zien. Hij zit te knipogen naar zijn vader. Het doet ongelofelijk veel pijn dat hij dat recht neemt. Dan mogen wij ook eens ‘ik’ zeggen, het moet niet altijd hij zijn.”

10.17 uur “Toen Quinten toekwam, zag hij ook direct dat het niet goed was. (…) We hadden dan ook nog de verantwoordelijkheid om dat aan iedereen te gaan zeggen. (…)”

“Ik denk nog heel veel aan haar. Aan de goede dingen, maar ook aan het gemis. Als ik met ons zoontje bezig ben.”

10.13 uur Katja D’Hoore kon niet meteen vertrekken van haar werk toen ze het nieuws hoorde. Zij is begeleidster van mentaal gehandicapte mensen: “Ik moest voor twee mensen zorgen en kon niet weg. Dat was de hel. (…) Die onzekerheid, dat was de hel.”

10.09 uur Katja D’Hoore, vriendin van Quinten Blindeman: “Ze droomde ervan om oma te worden. Ze wou de doopsuikers maken, ze was dat al allemaal aan het plannen, maar ze heeft het nooit mogen doen… (huilt)”

09.56 uur “Stel u voor, u zit opnieuw in de gevangenis, u ziet de cipier staan, de psychiater. Zij zeggen dat uw beider ouders zijn overleden. ‘Hoe zou u zich voelen?'”
De Gelder: “Ik denk dat mijn wereld zou instorten?”
Quinten Blindeman: “Waarom?”
De Gelder: “Het is het enige dat ik heb in mijn leven.”
Blindeman: “Weet gij hoe wij ons voelen?”
De Gelder: “Verdrietig, kwaad, jullie zullen wel een lange lijst gevoelens hebben.”
Blindeman: “U zegt te wachten op het juister moment om te praten. Waar wacht u op?”
De Gelder: “Ik wil eerst weten wat er allemaal gebeurd is.”
Blindeman: “U hebt gezegd dat u een vrouw een keer hebt gestoken. U hebt uw ogen toegedaan toen de foto’s getoond werden. U hebt haar arm doorboord, u hebt haar rib doorboord. U hebt door haar kaak in haar keel gestoken. Wilt u nu zeggen wat er echt gebeurd is?”
De Gelder: “Ik denk dat he tgebeurd is zoals het gezegd is. Ik herinner mij dat ik haar in haar nek gestoken heb.”
Blindeman: “Zij is niet in haar nek gestoken. (…) Het is opvallend dat je Katje goed kon beschrijven. Hoe groot was uw drang om u om te draaien, terwijl uw vrijheid voor u stond. Ge kijkt pal op een glaspartij, daar was een deur die wagenwijd openstond. U hebt gekozen om een andere deur, die dicht was, open te doen.”
De Gelder: “Ik heb geen deur opengedaan…”
De voorzitter komt streng tussen en wijst De Gelder op wat hij eerder verklaarde.
De Gelder: “Dat is wat ik altijd bedoeld heb in mijn politieverhoren, hoor.”
Blindeman: “Ik denk dat je de mensen er een plezier mee doet om te zeggen wat gebeurd is.”
De Gelder: “Ik heb er geen enkel probleem mee om de laatste levensmomenten van uw mama te beschrijven.”
Blindeman: “Wablieft?”
De Gelder: “Ik heb er geen enkel probleem mee om de laatste levensmomenten van uw mama te beschrijven.”
Blindeman: “De belangrijkste vraag is waarom je niet bent weggegaan.”
De Gelder: “Ik zag die mogelijkheid gewoon niet.

09.53 uur “23 januari 2009 is er een stuk van mezelf overleden. Een ander stuk probeert te overleven. Er zijn nog mooie dingen: mijn zoontje, mijn vrienden en familie die er altijd zijn. Maar het blijft een ongeneeslijke wonde. Er zijn dagen, zoals nu, dat het pijn doet.”

09.47 uur “Ik ben naar Dendermonde gereden, ik kon mijn moeder niet bereiken. Dat was een bevestiging dat het in Fabeltjesland gebeurde. (…) Ik heb aan de eerste politieagent gevraagd waar de slachtoffers opgevangen werden, ik weet dat je niet naar de plaats zelf moet gaan. In De Zonnebloem was er totale paniek. Vreemd genoeg zag ik het aan kleine dingen… Een van de tantekes zei aan een politieagent dat ik de zoon van Marita Blindeman was. Een agent zei dat er een collega ging komen. Toen ik naar de linkerzaal moest, in plaats van naar de rechterzaal waar de gewonden lagen, wist ik het. (…) Ik weet nog dat ik mijn sleutels heel hard weggegooid heb.”

09.36 uur “Het moeilijkste is dat ik de kans niet gekregen heb om iets terug te doen voor mijn moeder. Die tijd was er nu.”

“Het is een tweestrijd. Enerzijds wil je gelukkig zijn…”

09.32 uur “Je kan zoiets niet alleen verwerken. Mijn oma zit alle dagen alleen, het negatieve komt altijd boven. Het is een spiraal waar je niet uitraakt.”

09.26 uur Quinten Blindeman praat over de mentaal gehandicapte zus van zijn moeder, voor wie het trauma erg zwaar om te dragen is. “Zij is in een psychose geraakt, is angstig, durft niet te gaan slapen, …”

09.20 uur De zitting wordt geopend met de eerste getuige van vandaag: Quinten Blindeman, de zoon van Marita Blindeman. Zij werd doodgestoken door Kim De Gelder terwijl ze de hulpdiensten probeerde te bellen. Mevrouw Blindeman voedde hem alleen op.

09.00 uur Lees ook de opinie van ere-vrederechter Jan Nolf over het nieuwe gevangeniswezen: ‘De nieuwe gevangenis: van pakhuis naar (t)huis‘:

“Gevangenen worden in dit idee niet meer massaal in nieuwe mastodonten ondergebracht, maar per groep van een tiental gevangenen in gesloten of halfopen huizen of clusters van huizen. De voordelen? Goedkoper, socialer, veiliger.”

08.45 uur Goeiemorgen. Welkom bij de liveblog over het assisenproces tegen Kim De Gelder. Vandaag is de elfde procesdag. Nadat gisteren de verantwoordelijke van Fabeltjesland, de slachtofferbejegening van de kinderverzorgsters en de familie van de kinderverzorgsters verhoord werden, komen nu de nabestaanden van Kim De Gelders dodelijke slachtoffers aan het woord. Gisteren was een erg emotionele procesdag. Kim De Gelder hulde zich, tot frustratie van de burgerlijke partijen, in stilzwijgen.

Herlees: Als ik Kim De Gelder tegenkom, dan nijp ik hem dood

Herlees hier de liveblog van de eerste zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Kim De Gelder mag niet gestraft worden’
Herlees hier de liveblog van de tweede zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Ouders Kim De Gelder geweerd uit de rechtbank’
Herlees hier de liveblog van de derde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Kim De Gelder schoffeert voorzitter’
Herlees hier de liveblog van de vierde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Als ik Kim De Gelder tegenkom, dan nijp ik hem dood’

Herlees hier de liveblog van de vijfde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Ik ben niet ziek, leg alstublieft uit wat mijn motief is, u kent het’

Herlees hier de liveblog van de zesde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Geef geen show’

Herlees hier de liveblog van de zevende zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Nooit meer vrijkomen is slag in gezicht’

Herlees hier de liveblog van de achtste zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘We moeten niet zoeken naar motief bij Kim De Gelder, maar naar een verklaring’

Herlees hier de liveblog van de negende zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Hij bekeek mij met een lege blik, alsof ik de volgende was’

Herlees hier de liveblog van de tiende zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: Familie slachtoffers uiten woede tegen De Gelder

Herlees hier de liveblog van de elfde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder: ‘Ik sta op en ga slapen met een haatgevoel’

Lees hier de samenvatting van een week assisenproces tegen Kim De Gelder: ‘De zes gezichten van Kim De Gelder: van vreemd tot ronduit bizar’

Partner Content