Vlinks

‘Herfederaliseren? Misschien, maar kijk dan buiten het Belgische kader’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

Voor Vlinks is het debat rond de herfederalisering best het voeren waard. ‘Maar laat ons dan ook eens buiten het Belgische denkkader kijken.’ Naar de Benelux bijvoorbeeld.

Daar zijn ze weer, de pleidooien voor herfederaliseren en (weer) meer België. Deze week was het de beurt aan twee liberale burgemeesters met hun ‘plan BE’: een terugkeer van bevoegdheden naar het federale, Belgische niveau. Naar hun mening zou dat Belgisch niveau beter werken dan het Vlaamse.

Hier wordt een rationele – economische – redenering gebruikt, en het moet gezegd dat dit een redenering is waar tenminste concreet over gediscussieerd kan worden – al te vaak zijn pleidooien voor ‘meer België’ ingegeven door datgene wat men de Vlaams-nationalisten verwijt: een romantisch ideaal van een of andere Belgische natie.

‘Herfederaliseren? Misschien, maar kijk dan buiten het Belgische kader’

Over identiteiten en nationaliteiten kan men echter eindeloos discussiëren, dus laten we dat romantisch gedweep met een nationaal ideaal – hetzij Belgisch hetzij Vlaams – even opzij schuiven. Laat ons eens kijken naar het argument dat bij uitstek past in dit tijdperk van globalisering en economische rationalisering (of wat daar voor moet doorgaan): de schaalvoordelen. Een criterium waar zowel splitsers als herenigers zich op beroepen.

Want de essentiële vraag is dan toch: is de schaal ‘België’ zo anders (beter) dan de schaal ‘Vlaanderen’ en vice versa? Welk schaalvoordeel heeft België precies tegenover Vlaanderen? Want dat is immers de centrale vraag bij elk pleidooi om bevoegdheden te herfederaliseren. Bij sommige bevoegdheden zou het schaalvoordeel groot zijn. Dat is best mogelijk maar de vraag is dan wel of die ‘grotere schaal’ per sé België moet zijn. Zijn er geen alternatieven?

Vandaag zijn in Europa een aantal bestuursniveaus in gebruik die min of meer als volgt kunnen opgesomd worden: gemeente/stad, provincie/regio, nationale staat en EU. Her en der wordt tussen de tweede en derde laag weliswaar een machtsstrijd gevoerd, sommige regio’s willen graag staat worden. Maar over het algemeen is er een duidelijk verschil tussen deze verschillende bestuurslagen, zowel wat grootte betreft als hun functie. Elk laag is een veelvoud in omvang van de laag eronder.

Maar kijken we dan naar België (11 miljoen) versus Vlaanderen (6 miljoen), waarin zit precies het schaalverschil? België is wat bevolkingsaantal betreft niet eens twee keer zo groot dan Vlaanderen. Hoe relevant is het of een beleid nu voor elf miljoen dan wel voor zes miljoen mensen wordt gevoerd? Als we louter de cijfers van inwonersaantal en oppervlakte als criterium nemen, maakt het geen bal uit of deze staat nu Vlaanderen dan wel België is.

Het verschil tussen het Belgisch niveau en het Vlaams niveau is het taalregime: een Belgische administratie is onvermijdelijk drietalig, een Vlaamse heeft maar één taal nodig (tenzij Brussel als tweetalig gebied binnen Vlaanderen zou vallen, maar dat is een andere kwestie). Laten we het bij die schaalkwestie houden. Het verschil tussen zes en elf miljoen, dat is zo klein dat we de vraag kunnen stellen of het zin heeft deze twee niveaus naast elkaar in stand te houden.

Benelux

Merkwaardig genoeg wordt één beleidsniveau steevast over het hoofd gezien, hoewel dààr juist heel wat interessante perspectieven voor schaalvoordelen liggen: de Benelux. Deze ‘drielandenunie’ is weliswaar de laatste decennia wat in de vergetelheid geraakt door de uitbouw van de EU en de afbouw van België. Maar die Benelux kan wel buigen op een lange geschiedenis als geografische én culturele identiteit, veel ouder dan België en Vlaanderen zelf, én biedt, numeriek gezien, wel een effectief schaalverschil. Bijna dertig miljoen inwoners samen. En een lap grond die een strategisch zeer belangrijke positie inneemt aan de Noordzee.

We zullen het hier niet hebben over wat had kunnen zijn als ‘1830’ nooit was gebeurd

We zullen het hier niet hebben over wat had kunnen zijn als ‘1830’ nooit was gebeurd, want dan drijven we weer af naar dat vreselijke, romantische gedweep met naties en volkeren, en daar doen we niet aan mee – want alleen de centen zijn van belang. Laten we dus gewoon eens nuchter nadenken over wat de voordelen van een ‘herfederalisering’ vandaag zouden kunnen zijn, maar dan op niveau van de Benelux. Aangenomen dat Nederland zelf mee wil werken natuurlijk.

In de eerste plaats zijn er uiteraard de (taalgerelateerde) cultuurbevoegdheden (in België die van de Gemeenschap). Een aantal aspecten van het cultuurbeleid zouden misschien van Vlaanderen naar dit hogere niveau getild kunnen worden, zoals bijvoorbeeld een gezamenlijke openbare omroep voor heel het Nederlandstalig grondgebied. Ook op vlak van onderwijs zou er een grotere samenwerking kunnen komen. Dit zijn zaken die rechtstreeks tussen Vlaanderen en Nederland kunnen geregeld worden. Eigenlijk is een federalisering van gemeenschapsbevoegdheden naar een Vlaams-Nederlands niveau de logica zelve als je uitgaat van een blijvende eenheid van de Nederlandse taalgemeenschap in Europa, en van een schaalvergroting van heel wat culturele instellingen, onderwijs en media.

Daarnaast is er ook het niet aan taal gerelateerde beleid (in Belgische terminologie de gewestelijke bevoegdheden), en ook hier zijn er zaken die in plaats van Belgisch geregeld te worden eigenlijk beter op Benelux-niveau geregeld kunnen worden, als we dan toch zouden moeten ‘herfederaliseren’.

Economisch beleid, sociale zekerheid, havenbeleid, politie en justitie, defensie, verkeer, openbaar vervoer, buitenlands beleid om er enkele te noemen. Het heeft immers weinig zin om de versnippering over drie staten in stand te houden als dat allemaal netjes geharmoniseerd en gerationaliseerd op één gezamenlijk niveau kan gebeuren. We zijn immers al zo klein, nietwaar.

‘Samen met Nederland kunnen we de avant-garde van de strijd tegen stijgende zeespiegels worden’

We zouden samen een sterke federale staat van zo’n dertig miljoen mensen vormen, dat is al de helft van Frankrijk. Toch wel wat andere koek dan zo’n ministaatje van elf miljoen mensen. We zouden ons bovendien nog sterker kunnen bewapenen tegen al die grote mondiale gevaren die blijkbaar om de een of andere reden het bestaan van kleine landen onmogelijk maken. Neem nu de klimaatopwarming, vaak aangehaald als argument om te herfederaliseren: samen met Nederland kunnen we de avant-garde van de strijd tegen stijgende zeespiegels worden. Per slot van rekening is die stijging geografisch gezien ook voor ons een probleem want ook wij in Vlaanderen zijn ‘lage landen’. Hier weegt het schaalvoordeel duidelijk op tegen België.

De andere grote vraag is natuurlijk of Franstalig België wel mee zou willen stappen in zo’n – economisch gezien zeer rationeel – scenario van ‘herfederalisering’. Als het er op aankomt zal taal wel degelijk een belangrijk punt van geschil blijven, ook al blijven de aanhangers van de Belgische eenheidsstaat graag beweren dat die taalconflicten opgeklopt worden door nationalisten. Als er ooit al een ‘federalisering’ van bevoegdheden met Nederland komt zal het dus eerder tussen Vlaanderen en Nederland zijn dan tussen België en Nederland.

Bovendien zal er, ironisch genoeg, ook veel weerstand komen vanwege kringen die anders zo hard pleiten voor eenheid en samenwerking, maar die samenwerking toch liever beperkt zien tot de Belgische staatsgrenzen. ‘We zijn al zo klein, waarom nog splitsen?’ Het is het adagium van de Belgische fans bij uitstek, het argument om elk debat over het afbouwen van deze staat af te wimpelen.

Maar blijkbaar gaat dit in omgekeerde zin niet op, want nooit horen we het pleidooi om de splitsing van 1830 toch eens opnieuw te bekijken, zelfs niet in de vorm van een bescheiden uitbouw van de Benelux-samenwerking. Juist daar blijkt vaak de hypocrisie van de pleidooien voor ‘meer samenwerking’ en ‘een sterker België’.

Den Ollander

Ondanks de rationeel-klinkende argumenten beperken die oproepen zich tot de afgebakende grenzen van het Belgische nationalisme (waarvan het bestaan nogal vaak ontkend wordt). Dat blijkt wel op de heftige reacties op de sociale media na het recente pleidooi van Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) om de banden met Nederland aan te halen. Achter de Belgische retoriek over eendracht en samenhorigheid schuilt niet zelden een racistisch aandoende haat tegenover ‘den Ollander‘. Pleiten voor meer samenwerking ’tussen noord en zuid’ in een Lage-Landencontext is de Belgische nationale mythologie rond 1830 in vraag stellen. En dat is uiteraard not done.

Misschien stelt zich de kwestie nooit, want dat Vlaanderen niet in staat zou zijn zelf alle bevoegdheden in te vullen is eigenlijk niet aangetoond. Misschien heeft Vlaanderen helemaal geen België of Benelux nodig. Misschien kan Vlaanderen perfect als soevereine natiestaat bestaan. Er bestaan immers nog heel wat ‘kleine’ landen die het redelijk goed doen.

Maar àls werkelijk zou blijken dat we misschien toch bevoegdheden moeten gaan ‘herfederaliseren’, laat ons dan ook eens buiten het Belgische denkkader kijken. Omdat het schaalverschil tussen zes miljoen en dertig miljoen toch zinniger is dan dat tussen zes miljoen en elf miljoen. We zijn immers al zo klein, nietwaar?

Kevin De Laet is kernlid van Vlinks

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content