Hans Kluge (WHO): ‘Immens belangrijk om het aantal contacten te verminderen’

België mag absoluut geen massa-evenementen toelaten en moet maximaal mondmaskers gebruiken. Dat zegt Vlaming Hans Kluge, Europees directeur bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), in een interview met De Zondag.

We hebben ondertussen een eerste golf achter de rug, of lijkt dat alleen maar zo?

HANS KLUGE: Ik krijg die vraag vaak: staan we nu aan het begin van een tweede golf? Eigenlijk doet dat er weinig toe. We zullen moeten leren leven met een virus dat niet zo snel zal weggaan en we moeten de periodes van rust gebruiken om de nodige lessen te trekken. Simulaties doen, de paraatheid verhogen, stocks van beschermingsmiddelen inslaan.

Er is nog altijd heel veel dat we niet weten over het virus maar er is toch al voldoende knowhow om de samenleving te blijven laten functioneren zonder naar een nieuwe volledige lockdown te moeten gaan. Het stilleggen van de economie en het onderwijs is echt nefast voor een samenleving.

De maatregelen zijn de voorbije week aanzienlijk verstrengd in Belgie? Terecht?

KLUGE: Ik spreek me niet graag uit over individuele landen, maar goed: ik ben een Belg, ik ken de situatie en ik heb nauw contact met minister De Block en met Pedro Facon (directeur-generaal Gezondheidszorg bij de FOD Volksgezondheid, nvdr.). Mensen zijn de maatregelen stilaan moe maar er zijn weinig opties. Wat is zeker nodig? Geen massaevenementen en maximaal gebruik van mondmaskers.

Ik ga me niet uitspreken over de avondklok in Antwerpen, dat is een politieke beslissing. Het is immens belangrijk om het aantal contacten te verminderen. Maar er bestaat geen draaiboek met gouden regels voor deze crisis. Elk land moet kijken naar zijn eigen epidemiologische situatie. Daarom is het goed dat de stem van experts en virologen nu luider klinkt. Elk land doet goeie dingen en minder goeie dingen. Ook de WHO heeft fouten gemaakt. Het belangrijkste is dat we nu vooruit kijken. De rekening voor de gemaakte fouten zal later wel komen.

De Belgische maatregelen zijn bij de strengste van Europa. En toch hebben we relatief veel besmettingen en veel doden. Hoe komt dat?

KLUGE: Je mag landen echt niet met elkaar vergelijken. De capaciteit om te testen speelt in elk land een grote rol. Er zijn geen goeie en slechte leerlingen. Bij de Spaanse griep honderd jaar geleden kregen de landen die het goed deden het ook zwaar te verduren bij een tweede golf. Nu is dat ook zo. Kijk naar Israël. Die waren de beste leerling van de klas tijdens de eerste golf en nu is de situatie daar ook heel erg.

Geen enkel land moet van de daken schreeuwen dat het de beste aanpak heeft. Wat belangrijk is, is dat we de eerstelijnszorg versterken. Bij de eerste golf ging de focus naar de ziekenhuizen. Terecht: er moesten levens gered worden. Maar het is gebleken dat die ziekenhuizen in bepaalde landen echte incubatoren voor besmetting waren.

We moeten nu, bij een eventuele tweede golf in de herfst wanneer ook de griep rondwaart, echt proberen om de mensen uit de ziekenhuizen te houden. Testen en contact-tracing worden heel belangrijk en het gemeentelijke niveau zal daarin een cruciale rol spelen.

Lees het volledige interview met Hans Kluge in De Zondag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content