Louis Ide (N-VA)

‘Halen we onder de vlag van de Verlichting een vorm van onderdrukking opnieuw binnen?’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

Aan de hand van een concreet voorbeeld staat Louis Ide (N-VA) stil bij de mogelijke onvoorziene neveneffecten van het verzet tegen een hoofddoekenverbod.

Mijn echtgenote volgt een opleiding: naailes. Elke donderdagnamiddag leert een klas vrouwen alle technieken van het stikken en ontdekken ze alle geheimen van de naaimachine. Er zit geen enkele man in het groepje. Tot voor kort waren het ook allemaal blanke vrouwen. Qua genderevenwicht en diversiteit kan dat tellen. Dit jaar kwam daar echter verandering in. Een Tsjetsjeense dame vervoegde zich bij de club. Haar Nederlands was gebrekkig, maar ze had de wil om een diploma te halen.

Al snel stelde zich een probleem. De dame droeg namelijk een hoofddoek, en deed dat in een groep met enkel vrouwen. Maar een hoofddoek is, net als sjaals en andere hoofddeksels verboden in de naailes, en dit voor de veiligheid. Het is immers niet ondenkbaar dat iemand verstrikt zou geraken in de industriële naaimachines. Toen ze daarop aangesproken werd, ging de vrouw zelf niet in discussie. Ze gaf haar gsm aan de lerares, die haar echtgenoot aan de andere kant van de lijn dan maar duidelijk moest maken dat een hoofddoek niet kon om veiligheidsredenen . De man stelde allerlei vragen. ‘Neen, er is geen man te bespeuren in de groep’, antwoordde de lesgeefster, enigszins verbouwereerd. De echtgenoot had duidelijk andere ideeën over genderevenwicht dan zij.

Ondanks alle moeite was het oordeel onverbiddelijk. De hoofddoek blijft op. Daarmee leek het pleit beslecht, althans wat de Tsjetsjeense dame betrof. De wil van de man was wet, de vrouw dient te gehoorzamen.

Halen we onder de vlag van de Verlichting een vorm van onderdrukking opnieuw binnen?

Het was die totale overgave van de vrouw aan de wil van een ander die – veel meer dan de hoofddoek zelf – enkel op onbegrip kon rekenen bij de andere aanwezigen. Het deed mijn vrouw beseffen dat ‘brave huisvrouwen’ dit gewoonweg niet meer pikken. De commentaren die volgden zijn niet voor deze column bestemd. In korte tijd was de hoofddoek van een onschuldig kledingstuk tot een symbool van mannelijke verdrukking geworden, van verzet tegen onze geëmancipeerde, verlichte samenleving.

Het is deze uit het leven gegrepen anekdote die me deed nadenken over de vraag, op wie moet je hier nu je pijlen richten? Op de vrouw? Moet ze niet weerbaarder zijn? Zich verzetten? En als ze dit al niet publiek wil doen, dan kan ze toch haar hoofddoek afleggen en doen alsof ten aanzien van haar man? Of moeten we de schuldige zoeken bij de man, die zijn vrouw onderdrukt, zoals mijn echtgenote argumenteerde? Of misschien ligt de schuld wel bij de maatschappij die zoiets toestaat?

Hoe kijken de dames van het platform Baas Over Eigen Hoofd (BOEH) hier tegenaan? Volgens hen is er geen probleem, heb ik begrepen. Vanuit een feministische reflex stellen ze baas te zijn over eigen hoofd, en verzetten zij zich tegen een hoofdoekenverbod. Met andere woorden: door het recht op te eisen om een hoofddoek op te zetten, kunnen ze ook revolteren. Dat zij dat denken, wil ik nog geloven. Maar hoe helpt dat de gevallen zoals de Tsjetsjeense dame? Wat als dat recht wordt opgeëist om te conformeren aan een soms dwingende sociale druk? De vrouw uit de naailes is geen alleenstaand geval. Er zijn in Vlaanderen nog veel vrouwen in vergelijkbare situaties. Zijn zij niet meer geholpen door de verontwaardigde reacties van de andere dames in de naailes? Of de reactie van Darya Safai, die de hoofddoek een symbool van onderwerping en onderdrukking vindt?

Wellicht onbewust geven de BOEH-dames andere vrouwen het idee dat het dragen van een hoofddoek ok is, zelf een must. Op zich vind ik dat al problematisch. Op zijn minst wordt er impliciet een nieuwe norm uitgevaardigd waardoor er een conformiteitsdrang is bij jonge vrouwen om zich aan te passen aan regels die ze eigenlijk niet willen, maar waar het hen tegelijk ook moeilijker wordt gemaakt om zich eraan te onttrekken. Maar erger nog is dat er een groot aantal mannen zijn die gelijk welk argument – ook dat van BOEH – aanhalen om hun vrouw toch maar te doen gehoorzamen. Zo wordt onder de vlag van de Verlichting een vorm van onderdrukking terug binnengehaald waarvan we niet dachten ze ooit nog terug te zien.

Ondertussen zit de brave vrouw met hoofddoek in de klas. De wrevel, onbegrip en irritatie neemt wekelijks toe. Dat de dame bovendien gevaar loopt zal haar man wellicht worst wezen. Want deze situatie past vermoedelijk exact binnen zijn denkkader, waarbij een vrouw toch maar een minderwaardig wezen is. Zouden de BOEH-vrouwen nu misschien actie kunnen ondernemen en naar die man toe stappen om hun ongenoegen te uiten? Zou de Tsjetsjeense dame niet evengoed baas over haar eigen hoofd zijn? Moet ze de hoofddoek niet zonder meer kunnen afleggen, zodat ze op een veilige manier de kunsten van de couture kan leren en op die manier integreren?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content